“Wanneer is het nu eigenlijk echt vakantie?”, zucht mijn zoon.
“Het is echt niet meer lang”, beloof ik.
“Gaan we dan samen leuke dingen doen?”, vraagt hij.
“Ja, maar mama en papa moeten wel nog werken eh…”, zeg ik.
“Waarom…?”, klinkt het.
Ik wil hem eerlijk zeggen dat ik het ook niet eerlijk vind dat we niet evenveel dagen vakantie hebben en dat het veel leuker zou zijn om samen wat meer vakantie te hebben. Dat we zo misschien wat minder gepuzzel, meer rust en nog meer plezier zouden hebben… Hoezo? Ben ik plots iemand die met maandkalenders en kleurcodes een planning moet maken om opvangschema’s uit de dokteren?
Mijn zoon telt af naar de vakantie. ‘s Avonds niet opgejaagd worden om naar bed te gaan en ‘s morgens niet opgejaagd worden om uit bed te kruipen. Wij kijken ook uit naar de vakantie: even geen afspraken, mails of ‘mama moet wel nog even een telefoontje doen hoor’. Maar we weten ook dat vakantie gepaard gaat met drukkere weken dan normaal. Mailbox leegmaken, de laatste afspraken afronden, de laatste deadlines…
Ik voel me vaak schuldig als ik werk, terwijl de kinderen vrij zijn. En ik voel me even schuldig als ik vrij neem en begin te denken aan alles wat blijft liggen. Misschien moet ik dit goed in mijn oren knopen nu de zomervakantie bijna start: niet elke dag moeten we productief zijn en niets doen, is ook iets doen. Vakantie is niet opgejaagd worden.
The post “Niets doen, is ook iets doen” is provided by KW.be.