Bij het einde van het jaar horen cadeaus, kroketten en conferences. Die traditie – of toch zeker die laatste – werd in Vlaanderen geïntroduceerd door Geert Hoste (65), die meer dan een kwarteeuw lang de mensen liet lachen met zijn kijk op het afgelopen jaar. Als godfather van de Vlaamse stand-upcomedians ziet hij nu een hele generatie zijn werk voortzetten, onder wie Kevin ‘De Mugge van Brugge’ Rombaux (43), die straks zijn derde Brugse eindejaarsconference brengt. Een dubbelgesprek met de pionier van de eindejaarsconference en een van zijn erfgenamen. “Je moet het maar doen: daar moederziel alleen staan wanneer 500 mensen recht in je kruis kijken.”
Het is met een kleine bibber in de knieën dat Kevin Rombaux naar Antwerpen afzakt voor het dubbelgesprek met Geert Hoste. “Geert is een van mijn helden”, klinkt het. “Bij ons waren zijn eindejaarsconferences een heus evenement. De agenda werd vrijgemaakt, we keken live én namen de show op om daarna nog eens te kijken. We keken zelfs uit naar het kostuum en schoenen waarmee hij zou presenteren…” Om de bewondering nog meer te schetsen: op het tafeltje in de kleedkamer van De Mugge van Brugge staat al drie jaar een toegestuurd tekstje van Geert Hoste. “Toen ik drie jaar geleden aankondigde dat ik voor het eerst een Brugse eindejaarconference zou doen, kreeg ik plots een Instagram-bericht van Geert: Doe je beste. Xin nu al preus ip je. Die print neem ik nu telkens mee naar mijn optredens als motivatie.”
Doe je dat meer, Geert?
Geert Hoste: “Nooit! Waarom zou ik? Er is toch maar één De Mugge van Brugge? (lacht) Ik heb het even opgezocht en in 2008 had hij me, als toeschouwer bij mijn shows, al een berichtje gestuurd. Toen ondertekende hij nog met Kevin & co, enkele jaren later was het met Kevin en zoon Yonander’“
Kevin Rombaux: (verbaasd) “Wow, vond je dat nog terug?”
Geert Hoste: “En vorig jaar heeft Jerko Tipuric je zoon gered, want Yonander was een van de passagiers op de bus die in Veldegem werd aangereden door de trein. Je ziet, ik ben hem blijven volgen. (lacht) Dat Kevin dat nu vertelt van dat kadertje, raakt me wel. Als ik zie dat een jonge artiest bepaalde moeilijkheden of onzekerheden heeft, dan durf ik wel eens een berichtje te schrijven, ja.”
Kevin Rombaux: “In 2008 heb ik Geert ook een filmpje van mijn allereerste optreden, tijdens de Jirnegemse Zomershow, doorgestuurd. Ik ben beschaamd als ik daar aan terugdenk, want dat was nog niet goed. Maar Geert stuurde me meteen een pak tips terug en zei dat ik een goede présence had.”

Je neemt je rol van Godfather van de Vlaamse comedy dan wel heel serieus.
Geert Hoste: “Goh, dat doe ik vooral als mens. Ik leef ontzettend mee met de artiesten, zeker met de eindejaarsconferenciers en zeker nu. Ik mag dan al tien jaar gestopt zijn, maar de weken voor Kerstmis blijven voor mij heel speciaal. Ik ken deze periode eigenlijk niet. Meer dan twintig jaar lang zat ik in deze periode vanaf 16 uur in de theaters. Ik wist niet dat dat zo vroeg donker werd. (lacht) Ik weet wat ze nu meemaken: conferenciers moeten van niets een show van anderhalf uur à twee uur maken en nu, na maanden schrijven, zijn ze hun materiaal zó beu dat ze vrezen dat de mensen er nooit mee zullen lachen.”
Kevin Rombaux: “Dat klopt volledig, dat is mijn gevoel nu.”
Geert Hoste: “Ik druk hen altijd op het hart: de mensen komen om te lachen, niet om je op te eten.”
“Als ik zie dat een jonge artiest bepaalde moeilijkheden of onzekerheden heeft, dan durf ik wel eens een berichtje te schrijven”
Geert Hoste
Wat vind je van je opvolgers? Er zijn er al heel wat de revue gepasseerd, van Michael Van Peel over Jade Mintjens tot Kamal Kharmach.
Geert Hoste: “Al het jaar na mijn eerste tv-conference stond er minstens één keer per jaar ergens in een krant: Hier is de nieuwe Geert Hoste! (lacht) Op den duur had elke gemeente zijn eigen Hoste. (lacht) Natuurlijk ben ik dan erg geïnteresseerd, want ik lach zelf ook heel graag. Ik vind dat de kwaliteit enorm gestegen is. De shows zien er veel beter uit en artiesten deinzen er niet voor terug om in arena’s en dômes te spelen. Mijn eerste try-outs waren in cc De Werf en De Biekorf, die met twaalf mensen uitverkocht waren. (lacht) Bij een van mijn eerste optredens was mijn vader zo nerveus dat hij op straat de mensen in de zaal duwde, inclusief twee toevallige Engelse passanten. Die mensen zijn wel na de pauze spoorloos verdwenen.” (lacht)
Ga je soms nog naar andere comedians kijken?
Geert Hoste: “In België doe ik dat niet omdat ik weet hoe stresserend het voor artiesten is als er iemand bekend in het publiek zit. En de andere toeschouwers houden mij in de gaten of ik al dan niet lach. Ik wil hen die stress besparen. Bij mijn optredens die gecapteerd werden voor televisie speelde ik met het zaallicht aan, wat toen revolutionair was. Nergens ter wereld werd dat gedaan. Ik vond het belangrijker dat de kijkers de sfeer in de zaal zagen dan mij. Ik besefte dat op 1 januari hele gezinnen keken en ik wilde de sfeer van het theater in huis brengen.”

Kevin, welke dingen heb je geleerd van Geert?
Kevin Rombaux: “Om te beginnen al de kledij: ook ik draag tijdens de conference altijd een pak. Als de mensen zich oppoeperen om naar het theater te gaan, dan moet je als artiest op zijn minst ook een inspanning doen om er zo goed mogelijk uit te zien. Het hoort gewoon bij de eindejaarsperiode. Bovendien word je als artiest meer serieus genomen. Zelfs de domste klucht zal meer aanvaard worden omdat je een pak draagt.”
Geert Hoste: “Destijds ben ik ermee gestart omdat ik een duidelijke scheiding wilde maken met comedians die zich opvallend verkleedden, zoals Freek de Jonge of Urbanus. In een tijd waarin ik moest opboksen tegen de Nederlandse cabaretiers, wilde ik niet overkomen als de domme Vlaming. Een kostuum dwingt respect en autoriteit af.”
Kevin Rombaux: “Geert leerde me ook om de hele show uit te schrijven én dat in spreektaal. En daarnaast heb ik blijkbaar de neiging om, net zoals Geert, veel heen en weer te lopen op het podium. Dat is omdat ik met iedereen wil bezig zijn.”
Geert Hoste: “Voilà. Als stand-upcomedian sta je moederziel alleen op het podium, maar er moet iets gebeuren voor de toeschouwers. Je moet het maar doen: in een grote zaal zitten waar tot 500 mensen recht op je kruis kijken.” (lacht)
“Van Geert leerde ik om een kostuum te dragen. Zelfs de domste klucht zal meer aanvaard worden omdat je een pak draagt”
Kevin Rombaux
Er was een tijd dat jonge comedians de draak met je staken, over je zogenaamd brave humor of woordspelingen. Dat respect lijkt nu wél te komen, zoals met de Lifetime Achievement Award op de eerste uitreiking van de Gouden Jefkes. Merk je dat ook?
Geert Hoste: “Kevin was de profeet, hij wist dat vijftien, twintig jaar geleden al.” (lacht)
Kevin Rombaux: “Ik heb die kritiek nooit begrepen, misschien ook omdat ik zelf een grote voorliefde voor woordgrappen heb.”
Geert Hoste: “In het begin was ik de enige. Mensen vonden het goed of niet goed, er was geen referentiepunt. Daarna kwamen er comedians bij en zij werden altijd vergeleken met mij. Nu zijn het er heel veel, en daar ben ik blij om, maar zij beseffen nu hoe moeilijk het is om elk jaar weer een programma te schrijven, op tournee te gaan en zalen te vullen… Ik moest destijds smeken om in een cultureel centrum binnen te mogen. Vlaamse komedie, dat gaan we toch niet doen? Ik zei toen al: er is in Vlaanderen zelfs plaats voor 80 komieken!”

Jullie maken het jezelf niet makkelijk. Jullie moeten elk jaar een nieuwe eindejaarsconference maken, waar andere comedians een show schrijven en er jarenlang mee de boer op kunnen.
Geert Hoste: “Wij zijn niet dáárdoor kaal geworden, hoor. Dat is een schoonheidsideaal.” (lacht)
Kevin Rombaux: “Liever uitvallen dan grijs worden.” (lacht)
Geert Hoste: “Als je geïnteresseerd bent in de actualiteit en je verzint elke dag twee grappen bij het lezen van de krant, dan heb je op het einde van het jaar 600 grappen en een nieuwe show. Dan moet je enkel nog aan tafel zitten en er een geheel van maken. Heeft het nut dat je elke week naar het voetbal kijkt? Neen, maar de mensen blijven kijken. Zelfs naar Cercle.” (lacht)
Hebben eindejaarsconferences geen beperkte houdbaarheidsdatum?
Geert Hoste: “Dat zie je verkeerd. Mensen willen lachen, en waarmee ze lachen is niet tijdsgebonden. Soms is er een discussie tussen Urbanus en mij. Als ik naar het tijdloze materiaal van Urbain kijk, dan denk ik: goh, dat is verouderd. Als je nu naar mijn shows kijkt, dan veranderen wel de namen, maar de humor blijft overeind. Je blijft het snappen. Het hangt niet vast aan een tijd maar aan een feit. Mijn kijk werd trouwens royaal bevestigd door de kijkcijfers.”
“De Brugse politici sturen nu zelf al dingen naar me door, zelfs over hun partijgenoten. ‘Heb je gezien wat den deen heeft uitgestoken?’”
Kevin Rombaux
Een vast onderdeel van een eindejaarsconference is de politiek. Mensen hebben duidelijk nood om te lachen met machthebbers.
Geert Hoste: “Mensen zien graag dat de machthebbers bekritiseerd worden, omdat ze het doorgaans zelf niet durven te doen in het openbaar. Als je de geschiedenis van de humor bekijkt, zie je dat kluchten over politici vaak gebracht werden door middel van poppen of dieren, zoals Van den vos Reynaerde. Het is pas sinds de val van de Berlijnse Muur dat comedians dat in eigen naam durfden te doen. Bovendien waren politici ook niet bekend. Een politicus was een functie, geen persoon. Bij ons heeft het tot Jean-Luc Dehaene geduurd vooraleer mensen een politicus zagen als een mens van vlees en bloed.”
Hoe waren en zijn de reacties van politici?
Kevin Rombaux: “In Brugge valt dat heel goed mee, ook al ken je de mensen persoonlijk. Ze hebben echt wel een dik vel en kunnen zichzelf goed relativeren. De meeste politici komen ook kijken.”
Geert Hoste: “Zij zien er ook het belang van in. Een comedian maakt hen sympathiek. De tóppolitici kunnen er tegen, zij krijgen veel zwaardere rottigheden over zich heen – vooral binnen de eigen partij van mensen die hen iets niet gunnen – dan een klucht van een comedian die hen niet naar het leven staat. Het is vooral opletten voor de entourage van de politicus, die het imago wil beschermen. Bij mij kwamen cabinetards op voorhand kijken of het niet schadelijk was om in de zaal te komen zitten. In de montage durfden we wel eens wat knippen en plakken, waardoor het leek alsof de politici zeer goed met zichzelf konden lachen.” (lacht)
Kevin Rombaux: “Zelfs in Brugge zie ik tijdens mijn try-outs medewerkers van de politici in het publiek zitten om te kijken wat ik zal zeggen. En ze durven ook wel eens langs hun neus weg een hint te geven om bepaalde dingen te schrappen. Wat ik dan zeker niet zal doen. (lacht) Maar de Brugse politici sturen nu zelf al dingen naar me door, zelfs over hun partijgenoten. Heb je gezien wat den deen heeft uitgestoken?” (lacht)

Er wordt gezegd dat je tegenwoordig ‘met niets meer mag lachen’. Was het voor jou in de jaren 90 niet veel moeilijker, toen we nog geen traditie hadden om met alles te lachen?
Geert Hoste: “In bepaalde zalen ben ik destijds de toegang ontzegd omdat ik het jaar ervoor te veel tegen de schenen had geschopt… Volgens mij kan je álles zeggen als je het goed formuleert in een zaal of in de juiste sfeer op televisie. Daarom dat ik goed lette op wat er op tv kwam. Voor een bepaalde grap heb je soms twee uur tijd als glijmiddel nodig. Als ze net die laatste, zeer harde grap knippen en lossen op sociale media, kan dat heel anders overkomen. Dan heb je commotie. En het mag toch nog altijd een beetje schuren, alstublieft zeg.”
Kevin Rombaux: “Soms is de positie van een bepaalde grap in je show heel belangrijk. Twee jaar geleden werd een klucht over een heel zwaar thema te vroeg gebracht, waardoor ik daarna tien minuten heb moeten zwoegen om het publiek weer mee te krijgen. Pas als we die grap verschoven, kwam het wél binnen.”
Geert Hoste: “Als er iets verkeerd valt in een zaal, dan zitten de mensen plots niet meer in de zaal maar in hun eigen privéwereld. Dat is zoals op een begrafenis. Mensen zitten met tranen in de ogen omdat ze ook denken aan hun eigen moeder of kind.”
“Het kriebelt niet meer om op te treden”
Geert Hoste
Kevin durft wel eens iets persoonlijks te vertellen in zijn conference, maar dat deed jij nooit. Waarom?
Geert Hoste: “Ik heb me vastgebeten in de actualiteit, nooit in mijn eigen leven. Wat ik meemaakte, vond ik ook niet relevant. En ik schermde mijn privé ook af omdat al mijn kinderen dat niet leuk vonden…” (lacht)
Daarover gepraat. Als zoiets als het verhaal van Clément, die nu officieel de zoon van prins Laurent blijkt te zijn, uitkomt, vloek je dan niet dat je niet meer optreedt?
Geert Hoste: “Niet voor mezelf, wel voor mijn publiek. Toen in de jaren 90 over die relatie geroddeld werd, liet ik als publiciteitsstunt heel de stad Antwerpen beplakken met affiches met de tekst: Wendy, ik houw van jouw. Wendy Van Wanten heb ik altijd als een sympathieke collega ervaren, nadat ik Laurent een paar keer ontmoet had, besloot ik: ik ga geen kluchtjes meer maken over hem. Compassie. Ik vind het veel leuker om de koning of de premier aan te pakken. Je moet naar boven slaan, niet naar beneden trappen.”
Tot slot de vraag die iedereen zich blijft stellen: zien we ooit Geert Hoste terug op het podium?
Geert Hoste: “Het gat is opgevuld nu Kevin er is. (lacht) Nee, het kriebelt niet meer. Ik kan mijn kluchtjes op een andere manier kwijt, onder meer in mijn columns in Dag Allemaal. Bij zo’n show komt enorm veel stress kijken: de try-outs, de ticketverkoop, de drang om het elk jaar beter te doen… Dat is in feite allemaal geen probleem, maar je maakt je er toch zenuwachtig over. Je bent ook maar een mens. En als comedian sta je daar ook maar alleen. Dat wordt heel vaak onderschat. Daarom roep ik de mensen op: steun Kevin, want het is allesbehalve evident.”
De Mugge van Brugge brengt vijf keer zijn Brugse eindejaarsconference ‘k Ent Gèt!: op zaterdagen 10 en 31 januari, telkens om 15 en 20 uur in De Stadsschouwburg, en daartussen op vrijdag 16 januari om 20 uur in de Magdalenazaal. Laatste tickets zijn te koop via www.comedyshows.be/mugge
The post “Het gat is opgevuld nu Kevin er is”: Brugse eindejaarsconferencier Kevin ‘De Mugge van Brugge’ Rombaux ontmoet godfather Geert Hoste is provided by KW.be.
