De santés vliegen in het rond en de glazen klinken. We zitten gezellig te lunchen in een rooftopbar met een prachtig uitzicht. Wie zijn we? Mijn man, onze kindjes, mijn grootvader en ikzelf. Het lekkere eten bezorgt me natuurlijk wel een glimlach op het gezicht, maar vooral het gezelschap doet me deugd.
Deze periode van het jaar valt me altijd zwaarder en het overweldigende gevoel van gemis en pijnlijk verdriet overviel me dit jaar wat. Dat is nu eenmaal de aard van het beestje dat ‘rouwen’ heet? Ik dek soms de tafel verkeerd wanneer we die klaarzetten voor een familiefeestje, omdat de stoel in mijn hoofd nog altijd gevuld is. Dan valt een ongemakkelijke stilte, benoemen we wat er is gebeurd, laat ik even een traantje en gaan we verder.
“Ik dek soms de tafel verkeerd wanneer we die klaarzetten voor een familiefeestje, omdat de stoel in mijn hoofd nog altijd gevuld is”
Ik probeer het verdriet een plaats te geven en ermee om te gaan, maar de druppel die mijn emmer doet overlopen is er deze periode sneller. Ik laat het even toe, want het hoort er nu eenmaal bij. Mensen missen.
Terwijl mijn gedachten even afdwalen, staar ik naar mijn grootvader, hoor ik mijn dochter op de achtergrond enthousiast kwebbelen en zit mijn zoon ‘stoofvlees met frietjes’ over te schrijven op zijn geïmproviseerde menukaart. ‘Dast leven…’, schiet er door mijn hoofd. Even weer heel hard rouwen en tegelijk vieren, want deze week wordt mijn zoon vijf jaar. Wat een bijzonder contrast.
The post “Ik dek soms de tafel verkeerd, omdat de stoel in mijn hoofd nog altijd gevuld is” is provided by KW.be.
