Terwijl de heisa rond de herbestemming van Eperon d’Or de stad in zijn ban blijft houden, blijft het museum zelf op volle toeren verder draaien. Dinsdag brachten enkele internationale erfgoedexperts zelfs een bezoek aan het historische gebouw, met als doel bij te leren over de vele schoen- en borstelmachines die er staan. En zij zijn stellig: “Deze fantastische collectie heeft veel educatief potentieel. De stad moet hier nog eens grondig over nadenken. Je verliest bij een stopzetting niet alleen een museum, maar decennia aan kennis.”
“Dit is het mooiste voorbeeld dat deze industriële erfgoedsite een meerwaarde voor zoveel mensen kan zijn”, meent Geert Declerck, in het dagelijks leven stadsgids, lid van de Vrienden van de Izegemse Musea (VIM) en Stoom- en Machinevriend. “Deze week vindt in Gent het driejaarlijks internationale congres Big Stuff – Skills, Machines & Heritage in Motion plaats. Dit congres brengt museumprofessionals, academici, erfgoedspecialisten, vrijwilligers en particuliere verzamelaars samen die zich inzetten voor het behoud en de ontsluiting van technologisch en industrieel erfgoed. Dinsdag maakten de deelnemers van dat congres een uitstap naar Eperon d’Or. Van over de hele wereld kwamen een dertigtal specialisten langs om de unieke werking van de Izegemse Stoom- en Machinevrienden te ontdekken. Hun vakmanschap, inzet en passie vormt immers een schoolvoorbeeld van hoe menselijke kennis en technische vaardigheden samen levend erfgoed creëren. De conferentie focust niet alleen op grote industriële installaties en historische machines, maar vooral ook op de mensen, technieken en kennis die nodig zijn om dit erfgoed, te bedienen, onderhouden en presenteren. Precies daarin blinkt Eperon d’Or uit en dat maakt het bezoek zo waardevol.”
Stopzetting
Het bezoek valt samen met de plannen van de stad om vanaf 1 januari 2026 de museumwerking stop te zetten. “Het is een pijnlijke tegenstelling”, zucht Geert. “Hoe valt dat uit te leggen aan een internationaal gezelschap dat net naar Izegem komt om de kracht van lokaal erfgoedbeheer te bestuderen?”
Het gezelschap zelf denkt er net zo over na. “De expertise en kennis die jullie op deze plek hebben moet je net koesteren”, meent Vasilike Argyropoulos, professor in Conservation of Metals Cultural Heritage aan de universiteit van West Attica in Griekenland. “Ten tijde van de industriële revolutie was dit één van de hotspots voor de schoenen- en borstelsector. Dat hier nog geleerd wordt hoe je bepaalde machines bedient is van goudwaarde. Er moet toch een andere oplossing zijn dan de museumwerking af te bouwen? Je moet dit net koesteren, niet wegstoppen tussen de boeken. De stad zou hier veel meer evenementen kunnen laten doorgaan, om veel meer mensen van buiten de stad met deze pareltjes te laten kennismaken”, zegt ze.
Jongeren
Ook de Schotse doctor Miles Oglethorpe, die bestuurslid is van The International Committee for The Conservation of the Industrial Heritage (TICCIH) deelt die mening. “Zo’n unieke collectie kan je niet in een Excel-tabel gieten. Je moet de waarde niet in euro omrekenen. Op plekken zoals deze leren jongeren weer hoe bepaalde objecten ontstaan, waardoor hun interesse weer aangewakkerd wordt. Gebeurt dat niet, dan worden ze net apathischer. Deze fantastische collectie heeft veel educatief potentieel. De stad moet hier nog eens grondig over nadenken. Je verliest bij een stopzetting meer dan een museum, maar decennia aan kennis. Wat je ziet staan is slechts het topje van de ijsberg.” Intussen spreekt ook de deputatie van de provincie West-Vlaanderen zich uit over het dossier Eperon d’Or. “Wij vragen een overleg tussen de stad Izegem, de Vlaamse overheid en provincie en laten de nominatieve bescherming van de aanwezige collecties verkennen, met als doel de continuïteit van het erfgoed ter plaatse te verzekeren”, laat gedeputeerde Jean De Bethune weten. “Met nominatieve bescherming bedoelen we een gerichte, juridische bescherming van specifiek aangeduide collecties als roerend erfgoed. In dit dossier kan ook sprake zijn van onroerend door bestemming, wanneer objecten blijvend verbonden zijn met een gebouw. Die bescherming geeft zekerheid over bewaring, beheer en ontsluiting van de collectie. We spreken ons hiermee niet uit over het lokaal beleid; de inzet is louter procedureel en erfgoedinhoudelijk”, besluit de gedeputeerde.
Verschillende schenkers overwegen intussen wat ze indertijd aan het museum gedoneerd hebben terug te vorderen, met de Antwerpse ereschepen Philip Heylen op kop. Hij liet al weten de geschonken grote schoenencollectie van zijn tante en kostuumontwerpster Frieda Dauphin-Verhees desnoods via juridische weg terug te vorderen.
The post Internationale erfgoedexperts bezoeken Eperon d’Or: “Je moet dit erfgoed net koesteren, niet tussen de boeken verstoppen” is provided by KW.be.