“Marokko, dat was een heel andere wereld die open ging”: Stefaan Parmentier nam in 1986 deel aan eerste WK wielrennen in Afrika

Deze week vindt in Rwanda het eerste WK wielrennen voor profs op Afrikaanse bodem plaats. In 1986 was er in Casablanca al een WK voor junioren. Stefaan Parmentier was erbij, maar haalde door een val de finish niet. “Jammer, want ik was een goede sprinter”, aldus de Roeselarenaar.

Stefaan Parmentier werd geboren op 30 maart 1968 in Roeselare en groeide op in Ledegem. Op zijn dertiende maakte hij zijn debuut als wielrenner. In zijn eerste jaar won hij drie koersen. In zijn tweede jaar bij de jeugd, nu beter bekend als de aspiranten, werd hij Belgisch kampioen. Als nieuweling won Parmentier tien keer in zijn eerste seizoen. Als tweedejaars behaalde hij 26 zeges, waaronder de Keizer der Nieuwelingen in Tielt.

“Eigenlijk was ik een domme coureur. Ik was sterk en maakte de koers hard. Gelukkig had ik ook een goede sprint.” Als eerstejaarsjunior, in 1985, voegde Parmentier voor eigen volk Ledegem-Kemmel-Ledegem aan zijn palmares toe. “Ik koerste niet zo vaak, maar als ik koerste, wilde ik in topconditie zijn. Ik leefde toe naar grote afspraken.”

Sprint aantrekken

In 1986 werd Parmentier in de zomer geselecteerd voor het WK op de weg voor junioren in Casablanca. Het was het allereerste wereldkampioenschap voor wielrenners op het Afrikaanse continent, 39 jaar voor de regenboogstrijd van deze week in Rwanda. “In die tijd werden vier selectiewedstrijden georganiseerd: Athus, Zemst, Binche en Temse. Ik werd echter vaak ziek in het voorjaar, waardoor ik niet alle manches kon betwisten. Toen ik in Zemst aan de start verscheen, moest ik winnen om nog kans te maken. Ik won in een sprint met vier en lag in de balans met een andere renner voor het laatste WK-ticket. Dankzij goede prestaties in Ledegem-Kemmel-Ledegem en het BK mocht ik mee naar Marokko.”

(Lees verder onder de foto)

Stefaan Parmentier met zijn ouders in Casablanca: “Ik mocht van hen proberen om beroepsrenner te worden, maar toen ik klierkoorts had, kon ik zelfs de trap niet meer op.”
Stefaan Parmentier met zijn ouders in Casablanca: “Ik mocht van hen proberen om beroepsrenner te worden, maar toen ik klierkoorts had, kon ik zelfs de trap niet meer op.” © gf

Op dat WK won de Nederlander Michel Zanoli de massasprint voor zijn landgenoot Richard Luppes. Het podium werd vervolledigd door Bart Leysen. Bekende buitenlandse namen in de uitslag waren die van Jan Svorada (5de) en Laurent Jalabert (17de). Parmentier haalde de finish niet. “De avond voor de wegrit was er binnen de Belgische selectie afgesproken dat we, als het peloton in de laatste ronde nog samen was, de sprint voor mij zouden aantrekken. Of dat effectief ook gebeurd zou zijn, weet ik niet, want we hebben het hier over 17- en 18-jarigen.”

“Toen Leysen naar brons sprintte, was dat voor mij even slikken”

“Maar goed, tijdens de wedstrijd was ik al een keer of vier zelf in de aanval getrokken. Net toen ik terug ingelopen was, haakten ze voor me, op vier ronden van het einde, in elkaar. Ik lag erbij. Ik had een hoofdwonde en een grote bloeduitstorting op mijn elleboog. Patrick Sercu, bondscoach van de baanwielrenners, gebaarde langs de zijkant van de weg dat ik beter kon stoppen. Aan de finish stond ik vervolgens te wachten en zag ik de massasprint. Ik zag Bart Leysen naar brons sprinten, terwijl ik een betere sprinter was. Dat was even slikken, moet ik toegeven.”

Aparte stranden

Ondanks de pech was het WK een onvergetelijke ervaring. “Het was een heel andere wereld die open ging. In Marokko zagen we een totaal andere cultuur. De stranden waren verdeeld: eentje voor de armen en eentje voor de rijken. Een Marokkaanse beenhouwerij, dat waren geiten die ondersteboven hingen. Bij ons in België zou dat nooit gebeurd zijn. Wij wisten dan ook niet wat we zagen.”

(Lees verder onder de foto)

Stefaan Parmentier met enkele ploegmaats voor de start van het WK.
Stefaan Parmentier met enkele ploegmaats voor de start van het WK. © gf

Na zijn juniorenperiode koerste Parmentier nog een aantal jaar bij de liefhebbers. “Als eerstejaars won ik twee keer, maar leerde ik ook de keerzijde van de medaille kennen. Door overtraining sukkelde ik met een ijzertekort en kon ik lange tijd niet koersen. Het jaar erna had ik me beter voorbereid en behaalde ik toptienplaatsen in semiklassiekers. Nog een seizoen later reed ik de Oude Kwaremont met de sterksten omhoog, maar toen ik op de top kwam, moest ik me aan de kant zetten. Een poos later kwam het uit: ik had een zware vorm van klierkoorts. Het is nooit meer goed gekomen. Ik heb nog even gekoerst voor mijn ouders, omdat zij zoveel voor mij gedaan hadden. Ik mocht van hen proberen om beroepsrenner te worden, maar toen ik klierkoorts had, kon ik zelfs de trap niet meer op.”

Tien jaar lang raakte Parmentier zijn fiets niet meer aan, maar op zijn 57ste fietst hij jaarlijks zo’n 10.000 km bijeen met de wielertoeristen van Wheels in Action. Deze week volgt hij het WK in Rwanda op de voet. “Toen ik Evenepoel de tijdrit zag rijden, zag ik gelijkenissen met ons WK. Vooral die viervaksbanen met ertussen een berm gooide me terug in de tijd. Wie er zondag wereldkampioen op de weg wordt? Na de tijdrit ben ik beginnen te twijfelen, al denk ik toch nog altijd dat Pogacar de sterkste zal zijn.”

Meer info over de expo ‘Wereldwijd wielrennen’ kan u vinden op koersmuseum.be.

The post “Marokko, dat was een heel andere wereld die open ging”: Stefaan Parmentier nam in 1986 deel aan eerste WK wielrennen in Afrika is provided by KW.be.

 

Meer krantenkoppen in België

Inboedelopkoper Jens (42) vindt verborgen schat onder garagevloer in Leuven: “Hoe is die Jaguar dáár terechtgekomen?”

Van een kettinkje tot een gouden tand: inboedelopkoper Jens Rentmeesters (42) trof al heel wat schatten aan bij zijn professionele dagtaak. Maar het ondergrondse juweel dat hij kon opdelven bij de voormalige friturist Ivo Ooms in het Vlaams-Brabantse Kessel-Lo bij Leuven, overtrof alles: een authentieke S-type Jaguar 3.8 uit 1964. “Hoe die daar terechtkwam? Een betere vraag is: hoe krijgen

Lees meer »