De stad Oostende wacht met spanning het rapport af van het Europees fraudeagentschap OLAF over mogelijke onregelmatigheden bij de besteding van 3 miljoen euro aan de stedenband met Banjul. Het schepencollege keurde inmiddels wel een verslag goed over die Europese samenwerking maar er blijven veel vragen en de geheimhouding weegt zwaar.
De Stedenband tussen Oostende en Banjul bestaat al meer dan 20 jaar. Eind 2019 was er een jackpot en haalde Oostende 3 miljoen euro Europese subsidies binnen voor Banjul. “De grootste subsidie ooit voor een stedenband”, luidde het toen. De samenwerking van drie jaar werd door de pandemie verlengd tot eind november 2024. In de loop van het project rezen al vragen over vreemde uitgaven: van gordijnen voor het kantoor van de burgemeester Van Banjul tot zitpenningen voor een uitgebreid stuurcomité in Banjul. Beslissingen waarbij Oostende voor duizenden euro’s materiaal kocht, bleken gebaseerd op zeer summiere ‘dossiers’ of mondelinge vragen vanuit Banjul.
Het nieuwe stadsbestuur van Oostende trok eind 2024 de stekker uit de samenwerking toen Banjul vroeg om loonkosten voor 16 personeelsleden te blijven betalen. Na het Europese project (dat eindigde in november 2024), stelde de stad een rapport op van 60 pagina’s over de samenwerking. Ondertussen was het Europees bureau voor fraudebestrijding (OLAF) al een onderzoek gestart. Dat resulteerde eerder dit jaar in een ondervraging van personeelsleden van de stad en vlak voor de zomer in een bezoek van een delegatie van OLAF aan Banjul om zich ter plaatse te vergewissen van de projecten en beloofde realisaties. Personeelsleden van de stad reisden mee om het uit te leggen.
Rapport
In opdracht van de stad deed accountantskantoor Ernst & Young een audit : 344 (van de paar duizend) financiële transacties werden onder de loep genomen. “Daarvan werd slechts een klein bedrag, enkele duizenden euro’s, niet weerhouden. En dat op een totaalbedrag van 1,6 miljoen”, zegt een bron. Het gaat om ontbrekende of onvolledige documenten, zo blijkt dan weer uit het rapport. Ook de Gambiaanse overheid stelde een onderzoek in met (volgens het rapport) ‘een significant aantal bevindingen’. Als gevolg daarvan werden Gambiaanse medewerkers met ‘administratief verlof’ gestuurd vanaf midden oktober 2024. Dat was anderhalve maand voor het einde van het EU-project.
Het rapport van 60 pagina’s voor Europa bevat een samenvatting en somt heel wat op: behaalde en niet behaalde resultaten op het terrein, bereikte doelstellingen, activiteiten, acties voor de vergroening, afvalbeheer, het project Crab Island (oude schoolsite van ongeveer 1,6 hectare, was jaren in verval) en rond gezondheid. “Veel zou niet gerealiseerd zijn zonder EU-fondsen”, luidt het. Er wordt wel gewag gemaakt dat het EU-project een pion was voor de lokale politieke invloed en macht in het lokale stuurcomité, ‘maar er was gewoonweg geen alternatief.’ Het rapport is ook scherp: “De ruimte om verandering te brengen in de organisatie van het Banjul City Council is zeer beperkt.” Het staat er niet met zoveel woorden in, maar tussen de lijnen en in mailverkeer is te lezen dat de Oostendse begeleiders zich wel degelijk druk maakten over de aanpak in Gambia.
Radio Banjul
Een dossier dat de wenkbrauwen doet fronsen, is dat van het muziekcentrum en Radio Banjul. In 2023 verscheept de stad materiaal voor de radio voor 29.000 euro. Aangevuld met 12 elektrische gitaren, 3 drumstellen, 4 keyboards, 20 PC’s en een pak ander muziek- en klankmateriaal naar Banjul. Gezamenlijke kostprijs: 147.000 euro. Het vorige stadsbestuur beweerde meerdere malen dat de radio tegen het najaar van 2024 operationeel zou zijn. Dat bleek niet het geval. Schepen van Financiën Maxim Donck (N-VA) over die erfenis: “De radio is niet in de lucht en het muziekcentrum werd niet geopend. Dat was de verantwoordelijkheid van het lokale bestuur in Banjul. We hebben immers alles aan hen overgedragen.”
Verder valt in het rapport te lezen dat er nog steeds geen businessplan is voor Crab Island, één van de grotere onderdelen van het EU-project. Er wordt melding gemaakt van wat er fout liep: aannemers die beloftes niet nakwamen, zich failliet lieten verklaren en werkten met minderwaardig materiaal. “21 klaslokalen zijn klaar voor gebruik”, luidt het. Er is ook kritiek te lezen op het ontbreken van aanbestedingsregels (in Banjul) en de vaak conflictueuze relatie tussen Oostende en Banjul waarbij Banjul City Council meer zelf wilde beslissen.
Scholenproject
“Los van het onderzoek van het fraudeagentschap OLAF heeft ook Europa nu een onderzoek ingesteld, op basis van ons rapport. Ik verwacht dat voor het jaareinde de beide rapporten er zullen zijn”, zegt schepen Maxim Donck (N-VA). Hij bevestigt dat de stad nu geen zicht meer heeft op wat er op Crab Island gebeurt.“Volgens mij ligt het daar stil. We wachten het eindresultaat van OLAF af. Enkel het scholenproject voor Oostendse scholen behouden we. We laten de 22.000 euro op de begroting staan. ” Donck stelt bovendien in vraag of het stadsbestuur moet meebetalen aan opleidingen van zes studenten die geen link met Oostende hebben.
Terugbetalen?
Het OLAF-rapport en een bijkomend Europees onderzoek worden later dit jaar verwacht. Intussen blijft de vrees bestaan dat Oostende mogelijk een deel van de Europese middelen zal moeten terugbetalen.
Het rapport over het EU-project is niet raadpleegbaar voor het publiek; wij konden het lezen na een procedure rond openbaarheid van bestuur waarbij de meeste bedragen en namen werden uitgeschrapt. Maar er is hoop: tegen een publicatie van het rapport op de website van de Europese Commissie heeft de stad dan weer geen bezwaar.
The post Spanningen rond samenwerking van Oostende met Gambia: “Wachten frauderapport rond stedenband af” is provided by KW.be.