In Poperinge vind je nog zo’n 144 hectaren aan hopvelden, die door 17 hoptelers bewerkt worden. Na de klim van de plant en de vorming van de hopbellen is het tijd voor de oogst. En tijdens die oogstmaand valt er veel te beleven in de Hoppestad. Verschillende hoptelers openen hun deuren voor het publiek en je kan zelfs ontbijten tussen de hopranken.
De komende weken kan je bij verschillende telers terecht om kennis te maken met hop, een essentieel bestanddeel van bier. Afgelopen weekend openden de bedrijven Humulus en Belhop al de deuren. Ook de komende weken kan je bij hen een kijkje nemen, net als bij hun collega’s van ‘t Hoppecruyt en Derycke.
Bij Belhop kan je daarnaast nog ontbijten tussen de hopranken (7 september) en de hopast bezoeken tijdens Open Monumentendag (14 september), in samenwerking met het Hopmuseum.
Vijfde generatie
Bart Boeraeve (45) is de vijfde generatie bij Belhop. Belhop ontstond al in 1903 via de betovergrootvader van Bart. Bart leidt het bedrijf sinds 2017. Hij telt een kleine tien hectare op zijn bedrijf langs de Provenseweg. Het bedrijf ligt vlakbij de voormalige fabriek Allaeys, die hopplukmachines vervaardigde. “Ik baat het bedrijf samen uit met mijn vrouw Annebel Vandenbroucke”, vertelt hij. “Ik kijk meer voor het teelttechnische en mijn vrouw ontfermt zich over de organisatie van onze bezoekboerderij. We zijn blij met de initiatieven die de stad neemt. Op 20 en 21 september zet de stad tijdens Lekker Westhoek de bieren met Belgische hop in de kijker. Het is belangrijk dat mensen ons leren kennen. De hoptelers vormen een kleine, maar dynamische sector.”
Het is weer september en dus kan Bart een evaluatie maken van zijn planten. “Het was een heel droge zomer. Inagro kwam stalen nemen en daaruit bleek dat er een merkbaar verschil is tussen de olie en alfagehaltes bij de vroegrijpe en de laatrijpe rassen. Olie zorgt voor het aroma van het bier, alfagehaltes voor de bitterzuren. De vroege, traditionele rassen zien af en krijgen stress als het te droog of te nat is. De laatrijpe soorten doen het beter.”
Enkele dagen later
De plukperiode zal enkele dagen later vallen dan vorig jaar. “De planten kwamen iets later in bloei en het is belangrijk dat je lang genoeg wacht. Ik verwacht dat het een gemiddeld jaar zal zijn. Na enkele goeie jaren bevinden we ons nu in enkele overgangsjaren. De biermarkt heeft het moeilijker en dat zal voor overproductie zorgen. We moeten in deze moeilijkere tijd ook kijken naar de kansen. Misschien wordt de Amerikaanse markt moeilijker, maar kan er richting Azië en Afrika gekeken worden. Ik denk ook aan de verdere ontwikkeling van alcoholvrije bieren en brouwers die inzetten op unieke en duurzame bieren. We hopen dat de focus nog meer op de lokale hop kan liggen. De Fransen zijn daar een stuk chauvinistischer in.”
Andere gewassen
Na de intensieve plukperiode van de hop zal het niet meteen kalmer worden voor Bart en zijn team. “De natuur is baas in ons verhaal. Het worden enkele drukke weken waar ons sociaal leven even op nul staat. Dankzij de vele initiatieven komen onze vrienden wel eens naar ons. Samen met ons plukteam creëren we ook een sterk groepsgevoel. Na de pluk is het tijd voor de hommelpap, maar volledig rusten zit er nog niet in. We verbouwen ook nog andere gewassen, zoals aardappelpootgoed, aardappelen en suikerbieten. Ook daar zullen we nog oogsten. Bovendien hebben we nog een areaal van 3.000 wijnstokken en dit zal wellicht samenvallen met de hoppepluk. Waar het voor de hop misschien een moeilijker jaar was, kenden de druiven een topjaar. Het is belangrijk dat we kunnen diversifiëren”, zegt Bart, die gedreven blijft. “We zijn begonnen aan dit hoofdstuk en hebben er verder in geïnvesteerd met aanpassingen en moderniseringen. Het zijn nu even wat lastigere jaren, maar je moet soms eens iets durven uitzweten. Ons motto is om niet te veel na te denken en vooral te doen.”
Meer info: www.belhop.be
The post Poperingse hoptelers maken zich op voor jaarlijkse oogst: “De laatrijpe rassen doen het dit jaar goed” is provided by KW.be.