An en Eefje waren 17 en 19 jaar jong en op vakantie in Westende. In de nacht van 22 op 23 augustus 1995 werden ze ontvoerd en uiteindelijk vermoord door Marc Dutroux. De dramatische gebeurtenis zorgde voor een ongeziene schokgolf en zette het hele land op losse schroeven. Dertig jaar later houdt Paul Marchal de herinnering aan zijn dochter An – en alle andere slachtoffers van Dutroux – levend. “Ik heb nooit willen opgeven”, zegt hij. “Want dat zou An niet gewild hebben. Maar er is een leven voor en na die noodlottige zomerdag…”
Dinsdag 22 augustus 1995. An Marchal (17) en Eefje Lambrecks (19) genoten met hun toneelgroep Harlekijn van een leuke vakantie aan onze Belgische kust.
De twee vriendinnen hadden in het casino van Blankenberge een show van de Nederlandse hypnose-artiest Rasti Rostelli bijgewoond – en er aan deelgenomen, maar na de voorstelling misten ze hun laatste tram richting Westende, waar ze met de hele groep verbleven. De kusttram bracht hen nog tot in Oostende. Hoe ze de rest van de weg zouden afleggen, blijft tot op vandaag een open vraag.
Iets buiten het stadscentrum werden de meisjes opgepikt door Marc Dutroux en zijn kompaan Michel Lelièvre. Die verdoofden An en Eefje en ontvoerden hen richting Marcinelle. Daar werden ze misbruikt, opgesloten en uiteindelijk levend begraven, onder een loods in Jumet, in de buurt van Charleroi. Op 3 september 1996 werden hun lichamen teruggevonden.
Toen de feiten aan het licht kwamen, trok er een gigantische vlaag van volkswoede door de natie. Hoe kon dit in godsnaam gebeuren, vroeg iedereen zich af. Niet in het minst Paul Marchal, papa van An. Dertig jaar nadat hij het vreselijke nieuws te horen kreeg, schuift de nu 71-jarige schooldirecteur en leerkracht op rust bij ons aan.
“We hebben lang letterlijk een lege stoel aan tafel gezet. Voor An, want ze moest er altijd bij zijn. Bij belangrijke beslissingen vragen we ons nog altijd af wat An zou denken. Ze zal altijd een vitaal deel van ons leven innemen”
Dat hij de vraag voor dit interview even heeft moeten laten bezinken, zegt hij. “Want ook al is het zolang geleden, de wonde zal nooit helen. Je kind verliezen, dat voelt onnatuurlijk aan. En al zeker op zo’n manier. Maar tegelijk wil ik ook over An blijven praten. Want ze mag nooit vergeten worden. Net als alle andere slachtoffers van Dutroux en zijn handlangers.”
De pijn blijft
Het gaat redelijk goed met hem, krijgen we te horen. “Ik denk dat Betty (zijn echtgenote, red.) en ik positief in het leven staan. Natuurlijk zijn er mindere dagen. Dat is zo bij iedereen die een trauma heeft meegemaakt. Vooral de speciale dagen zijn lastig. Verjaardagen, de eindejaarsperiode… We missen An elke dag, maar op die momenten extra hard.”
“We hebben zelfs lang letterlijk een lege stoel aan tafel gezet. Voor An, want ze moest er bij zijn. Eigenlijk is ze altijd en overal bij ons. Dat zal nooit veranderen. Bij belangrijke beslissingen, waarvoor we de visie van onze kinderen Karen, Kris en Gert willen weten, vragen we ons nog altijd af wat An zou denken. Ze zal altijd een vitaal deel van ons leven innemen.”

De verjaardag van de verdwijning zorgt opnieuw voor een keiharde confrontatie met het verleden. “De pijn blijft, maar ook de herinneringen gaan nooit weg. Pijn evolueert, je leert ermee leven. Maar verdwijnen? Nooit. Het is niet altijd even makkelijk om erover te praten, maar ik wil het blijven doen. Net zoals ik nooit heb willen opgeven. Want dat zou An niet gewild hebben.”
Marchal heeft het meer dan 300.000 pagina’s dikke dossier-Dutroux in aanloop naar de rechtszaak integraal gelezen. “Ik ben geen enkel detail uit de weg gegaan, ook de autopsiefoto’s niet. Wat dat me je als vader doet, kan ik niet onder woorden brengen. Maar ik moest ze zien, want ik zou ze tijdens het proces zelf ook onder ogen krijgen. Zo kon ik me voorbereiden.”
Witte Mars
Het proces voor het hof van assisen in Aarlen was voor iedereen een uitputtingsslag. Van 1 maart tot en met 22 juni 2004 werden de misdaden van Dutroux, zijn ex-vrouw Michelle Martin en handlangers Michel Lelièvre en Michel Nihoul uit de doeken gedaan. Dutroux kreeg levenslang, Martin moest dertig jaar in de cel, Lelièvre 25 jaar en Nihoul vijf.
“Ik vind nog steeds dat er toen gerechtigheid is geschied”, benadrukt Paul. “Vooral omdat een volksjury zich over de zaak kon buigen. De collectieve verontwaardiging en de kwaadheid onder de bevolking vereisten dit ook. De Witte Mars in Brussel (op 20 oktober 1996, red.) zal ik nooit vergeten. Met meer dan 300.000 boze, misnoegde en vooral verdrietige landgenoten stapten we toen van het justitiepaleis naar het Martelarenplein. Om het falende gerechtelijke en politionele systeem aan de kaak te stellen, meer bescherming voor onze kinderen te eisen en ons nogmaals luidop de vraag te stellen: hoe kon dit in godsnaam gebeuren?”
“Die dag was, na mijn huwelijk en de geboorte van onze (klein)kinderen, een van de mooiste van mijn leven. Omdat ik er de solidariteit en warmte van het hele land tot in de diepste vezels van mijn lichaam heb gevoeld.”
“De Witte Mars was, na mijn huwelijk en geboorte van ozne (klein)kinderen, een van de mooiste van mijn leven. Omdat ik er de solidariteit en warmte van het hele land heb gevoeld”
En An was erbij, zegt Paul. “Onderweg werd ik overladen met bloemen. In die mate zelfs dat ik ze niet meer kon dragen – zóveel waren het er. Het gewicht van die bloemen stond voor mij symbool voor An, ik droeg mijn dochter mee in de Mars.”
Hotel Brazil
Tijdens de Witte Mars werden de nabestaanden van de slachtoffers van Dutroux door toenmalig premier Jean-Luc Dehaene ontvangen. “Een van onze kinderen vroeg hem toen letterlijk waarom ze niet beter en sneller naar An hadden gezocht. Ik ben er nog altijd van overtuigd dat deze nachtmerrie vermeden had kunnen worden als de speurders hun werk beter hadden gedaan. Er zijn destijds duidelijke sporen amper tot zelfs niet onderzocht geweest.”

“Tijdens de nacht van hun verdwijning zijn An en Eefje aan Hotel Brazil in Blankenberge, een hotel-bordeel, door een ooggetuige gespot. Bij Dutroux thuis werd een visitekaartje van dat hotel aangetroffen, maar die piste is nooit deftig onderzocht. En zo zijn er heel wat voorbeelden.”
Martin vervroegd vrij
Ook het feit dat Michelle Martin eind augustus 2012 vervroegd vrij is gekomen, zal Marchal nooit kunnen begrijpen, zegt hij. “Een enorm grote fout”, zucht hij. “Ze had toen amper zestien jaar van haar straf uitgezeten, maar kreeg een tweede kans. An en de andere slachtoffers hebben die nooit gekregen. Zij hebben levenslang en zijn weggeveegd door een groep mensen die het niet verdienen om te leven.”
Dat Michelle Martin in 2012 vervroegd vrij is gekomen, zal ik nooit kunnen begrijpen. Ze kreeg een tweede kans, An en de andere slachtoffers hebben die niet gehad. Zij hebben levenslang en zijn weggeveegd door een groep mensen die het niet verdienen om te leven”
Marchal en zijn echtgenote waren op de terugweg van een vakantie in Spanje toen ze het nieuws te horen kregen. “Ik ben meteen doorgereden naar het klooster van de Clarissen in Malonne, waar Martin zou verblijven. Ik had er een goed gesprek met de moeder-overste. Ze begreep ons, zei ze. Maar dat veranderde niks aan de zaak: Martin kon er terecht.”
“Achteraf vernamen we dat haar meubels er al even gestockeerd stonden. Die dag heeft onze Belgische justitie voor mij alle sérieux verloren. En het jammere is: we hebben ons lesje nog altijd niet geleerd. Elke keer er een meisje hetzelfde lot beschoren is als onze An, zoals Julie Van Espen in 2019, voel ik een onmetelijke pijn in mijn hart.”

Dutroux zelf heeft in totaal al vier keer een aanvraag ingediend om vervroegd de gevangenis van Nijvel te mogen verlaten. Zonder resultaat, evenwel. “Wat die man zegt of doet, laat me koud”, benadrukt Paul. “Dutroux is een psychopaat van de ergste soort. Ik hecht geen enkel belang aan zijn acties.”
“Sommige nabestaanden hebben nood aan een gesprek met de dader, ik niet. Tijdens het proces heb ik wel even oogcontact met hem proberen te maken, wat me niet gelukt is. Wel met Lelièvre. En die zat me ronduit uit te lachen.”
Laatste kus
Dertig jaar nadat Paul en Betty op het perron van het Hasseltse station An een laatste kus op de wang gaven, blijft ze zeer dicht bij hen. “Haar foto staat centraal in onze woonkamer en ik ga regelmatig naar haar graf. Dan praat ik even met haar, dat doet me goed. Er is een leven voor en na die noodlottige zomerdag van 1995.”
“Hoe An haar leven er zou uitgezien hebben, zullen we nooit weten. Wat we wél weten, is dat ze zou uitgegroeid zijn tot een fantastische vrouw. An was slechts zeventien jaar bij ons, maar het waren zeventien práchtige jaren”
“Soms zeg ik haar dat ze niet voor niets gestorven is, want er zijn sindsdien ook héél veel zaken ten goede veranderd. De politiehervorming, bijvoorbeeld. Of de oprichting van Child Focus en de Cel Vermiste Personen. Maar we zouden tegelijk alles over hebben om haar opnieuw bij ons te hebben. De vraag wat als is al honderden keren de revue gepasseerd. An zou eind dit jaar 48 geworden zijn. Welke job zou ze doen, waar zou ze wonen – en met wie, hoe zouden haar kinderen heten… We zullen het nooit weten.”
“Wat we wél weten, is dat ze zou uitgegroeid zijn tot een fantastische vrouw, mama en tante voor haar vijf neefjes en nichtjes. An was slechts zeventien jaar bij ons, maar het waren zeventien práchtige jaren.”
The post Dertig jaar geleden ontvoerde Marc Dutroux An en Eefje in Oostende: “An zal altijd en overal bij ons zijn” is provided by KW.be.