Hij was enkele decennia geleden een bekende Roeselarenaar tegen wil en dank. Dakloze Luc ‘Elvis’ Maes kon men altijd spotten in de omgeving van het stadspark waar hij wandelde, dronk en … sliep op een bank. Hoe gaat het nu met de man die 61 jaar is geworden?
Eerlijk? Wij dachten dat Luc Maes, in Roeselare beter bekend als Elvis, overleden was. De man was dakloos en hield er een ongezonde levensstijl op na. Hij dronk enkele flessen (witte) porto per dag, sloeg tussendoor enkele flessen bier achterover en nu en dan een glaasje ‘kortendrank’. Geen mens die Elvis oud zag worden. Maar zie, enkele weken geleden kwam een collega met de mededeling dat Luc ‘Elvis’ Maes al enkele jaren in woonzorgcentrum Ter Berken woonde. Wij waren best wel nieuwsgierig hoe het met Luc gaat en vroegen of hij geen zin had in een interview. En dat bleek geen enkel probleem.
Wanneer we op de eerste verdieping van Ter Berken aan de Ronde Kom aankomen, zit Luc ons op te wachten in zijn kamer. Heel veel Belgische vlaggetjes door de hele kamer (Luc is een grote fan van de Rode Duivels en van Anderlecht, zegt begeleidster Charlotte), een televisietoestel aan de muur en een radio naast zijn bed zijn de belangrijkste attributen in de kamer. We stappen naar een koffiehoekje op de gang waar Charlotte voor koffie en een koekje heeft gezorgd. Luc neemt zwarte koffie, het koekje neemt hij straks mee naar zijn kamer. Het gesprek start moeizaam. Luc is nooit een grote spreker geweest en dat is er, met ouder worden, niet op verbeterd. Na een kwartiertje en enkele kopjes koffie verder is Luc iets meer op zijn gemak en vertelt hij beetje bij beetje zijn levensverhaal.
“Ik ben eigenlijk opgegroeid in een warm nest, wist je dat?”,begint Luc. “Ik ben de jongste van drie broers en ik heb ook nog een zus. We woonden in Torhout en ik hielp mee in het ouderlijk tuinbouwbedrijf. Toen vader met pensioen ging en mijn broer de zaak overnam, ben ik vertrokken. Ik was 22 jaar en huurde een appartement in Roeselare. Ik heb een tweetal jaar gewerkt als ‘metserdiender’, maar vanaf mijn 26 jaar heb ik officieel niet meer gewerkt en toen ik 35 jaar was, werd ik dakloos. Ik had eigenlijk geen geld te kort, maar niemand wou aan mij iets verhuren. Hoe zou je zelf zijn? Geen officieel inkomen, ruiken naar de drank…”
Nooit koud
“Maar dat kon me eigenlijk niet schelen. Ik leefde graag buiten: het stadspark was mijn huis, ik sliep op een bank en in de winter in een hut die in het park stond. Met een warm deken en goede kledij in laagjes was dat heel goed te doen. Ik had het nooit koud.”
“Vanaf mijn 26 jaar heb ik officieel niet meer gewerkt”
“Ik ben ’s nachts nooit overvallen. Ik lette wel altijd goed op, ik wist wie er daar ’s nachts rondliep, ik kende ze en zij kenden mij. Ook met de Tsjetsjenen en Albanezen die daar ’s nachts soms dingen bespraken, had ik nooit problemen. Ik bemoeide mij nooit met hun zaken en zij lieten mij met rust. Met de politie viel het ook vaak goed mee: de ouderen informeerden gewoon of alles oké was met mij en lieten mij slapen, maar jonge agenten waren soms minder toegeeflijk. Ze namen me meestal mee en ik mocht een nachtje in de cel slapen. Ik moet eerlijk toegeven, vaak ook omdat ik te dronken was.”
(Lees verder onder de foto)

“Ik dronk veel te veel en iedere dag. Ik ben een paar keer opgenomen in het ziekenhuis, heb me een paar keer in coma gedronken. Mijn lever is volledig kapot en ik mag geen alcohol meer drinken. Men heeft vaak geprobeerd me op het rechte pad te krijgen: ik werd opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis, kreeg van het OCMW een flat en later een huisje hier aan de overkant van de Ronde Kom. Ik woonde er graag, maar ik ging ’s avonds in het stadspark slapen.”
Terug naar Torhout?
“Binnen enkele dagen word ik er 61 en ik woon al zeven jaar in Ter Berken. Het is mijn redding geweest. Er geldt hier een nultolerantie voor alcohol voor mij en ik moet binnen zijn tegen het avondeten van 17 uur. Ik voel me goed en ik kan het uithouden zonder alcohol, maar echt geestig is dat niet.”
“Ik heb weinig contact met medebewoners. Ik luister veel naar muziek van Bowie. En van Elvis, natuurlijk. Zijn sterfdatum is 16 augustus en mijn geboortedatum is 19 augustus. Ik heb zijn begeleidingsband eens aan het werk gezien in Antwerpen. Formidabel! Op 2 oktober ga ik naar een tribute band van Elvis in De Spil. Ik kijk er echt naar uit. En voor de rest? Honderd jaar worden, zeker, als ik goed blijf?” (lacht)
“Maar liefst zou ik terugkeren naar Torhout en het contact met mijn broers en zus herstellen. Ze hebben lang naar mij gezocht en zijn hier een keer geweest. Maar dat is alweer een tijdje geleden.”
The post “Ik woonde in een huis, maar ging slapen in het stadspark”: Luc ‘Elvis’ Maes is ‘alive and kicking’ in wzc Ter Berken is provided by KW.be.