Karl Vannieuwkerke schrijft elke week een brief. Deze week richt hij zich tot Jasper Philipsen, de Belgische wielrenner die de gele trui veroverde in de eerste Tourrit, maar twee dagen later moest opgeven na een zware val. De Vlam van Ham mag altijd antwoorden: [email protected].
Beste Jasper,
Het leven van een wielrenner ontspint zich aan een duizelingwekkende snelheid. Alsof het hele bestaan te sublimeren is tot een gevaarlijke massaspurt. Zaterdag beleefde je een van de sportieve hoogtepunten van je carrière: winst in de openingsetappe van de Tour en op het podium om het – samen met een regenboogshirt – meest begeerde truitje in de wielersport in ontvangst te nemen. Jasper Philipsen pakt geel! Maillot jaune pour le Belge! Philipsen, il più rapido!
Met een forse versnelling in de straten van Lille Métropole plamuurde je over heel Europa de kranten met slaande koppen. Achter je ontvouwde zich in die sprint een diepe groef op het gezicht van Biniam Girmay. Je zette hem op drie fietslengtes en liet een van je concurrenten voor groen met veel twijfels op de bus van Intermarché-Wanty stappen.
Duizenden Vlamingen schreeuwden je naam. Jasper hier, Jasper daar
De volgende ochtend regende het bij de start pijpenstelen, auto’s van volgers reden zich vast, het publiek ging schuilen in portaaltjes en onder grote paraplu’s, er viel als coureur weinig roem te rapen in de straatjes van Lauwin-Planque, een boerengat in Le Nord. De rit trok zich op gang, er viel nog wat regen, maar de zon eiste dan toch een bijrol op.
Duizenden Vlamingen schreeuwden je naam. Jasper hier, Jasper daar. Je fietste in een droom. Dat je de gele trui in Boulogne-sur-Mer aan je ploegmaat Mathieu van der Poel moest laten, die op meesterlijke wijze de etappe naar zijn hand had gezet, kon je niet deren. Je ruilde geel gewoon voor groen. Een vertrouwd beeld. Jij en groen, de gedroomde combo, Jasper.
En dan was het plots al maandag. We keken naar een saaie etappe, dreigden in te dommelen en knikkebolden in de ‘Vive le vélo’-motorhome tot vlak voor de aanloop naar de tussensprint. De alfamannetjes in de roedel wolven schoten naar voren. Voor luttele punten, want er reden er nog vier voor. Milan, Coquard, Girmay en jij manifesteerden zich vooraan in het peloton. Al dan niet gesteund door wat ploegmaats. Je ging comfortabel meesprinten, zonder te grote risico’s te nemen. Vooral niet te veel toegeven op de concurrenten voor de puntentrui leek de insteek. Je zou geen moord begaan om dat tussensprintje te winnen. De belangrijkste cartouche mocht op zak blijven, want er lag in Duinkerke nog een massasprint met een slotkilometer die op je lijf geschreven was.
En toen waren we plots klaarwakker om de verkeerde redenen, Jasper. Een samenloop van omstandigheden. Consonni keek om, Milan lanceerde naar rechts, Coquard moest mee en botste op Rex. De Fransman uit evenwicht, jij ten val. Een zware smak. Je had nauwelijks nog kleren om je lijf, een politieagent sleurde je weinig tactvol, maar vol goede bedoelingen van de straat naar de graskant. Een gruwelijke grijns.
In geen enkele sport is vergankelijkheid zo aanwezig als in de wielersport
Twee ploegmaats stopten en namen het zieltogende tafereel in zich op. Je vroeg aan Gianni Vermeersch of het nog zou meevallen. Die antwoordde dat hij dacht dat het goed zou komen, maar wist ook wel beter. Christoph Roodhooft stuurde hem weg. Wachten had geen zin. De vlerk was af. Het einde van je Tour. In geen enkele sport is vergankelijkheid zo aanwezig als in de wielersport. Weinig atleten zijn zo weerbaar als coureurs. Je ploeg postte zestien uur na de val een foto van je. Glimlachend op een ziekenhuisbed, de duim omhoog. Je was in Herentals al geopereerd door het team dat zich gespecialiseerd heeft in het aan mekaar lijmen en schroeven van sleutelbenen.
In het hoofd sluimeren de nieuwe plannen al. Straks naar de Vuelta, Jasper? De koers wacht op niemand. De stempel die je op dag 1 op deze Tour hebt gedrukt, blijft wel staan. Als we over bijna drie weken Parijs halen zal je machtige spurt in Lille Métropole ook de overzichten halen. En misschien ben je daar wel om samen met de ploegmaats de Ronde van Frankrijk neer te leggen met een etentje. Mocht je zin hebben om dan ook aan de Vive le vélo-tafel te komen zitten, ben je meer dan welkom. Herstel goed, Jasper.
Warme groeten,

The post Karl Vannieuwkerke schrijft een brief naar Jasper Philipsen: “Weinig atleten zijn zo weerbaar als coureurs” is provided by KW.be.