Sinds eind april 2022 is onze regio twee topkroegen rijker, met de cafébazen van van D’Oude Glorie (De Ruiter) gingen we vorige week op bezoek in ’t Bloemgat (Ardooie), deze week is het omgekeerd. En het bezoekje liep uiteindelijk wat uit toen bleek dat beide horecakoppels het erg goed met elkaar kunnen vinden.
Café D’Oude Glorie op De Ruiter werd een instant hit. En dat was ook vooral te danken aan Johan Debrauwer en Sylvie Maugé (allebei 52), die gepokt en gemazeld zijn in de stiel. “Ik hou al 30 jaar café”, legt Johan uit aan zijn collega’s Michael (39) en Julie (35). “Ik ben er als het ware in geboren. Mijn ouders hielden 20 jaar café, ik nam De Nieuwe Ruiter over toen ik pas 21 jaar was. Toen we het verkochten heb ik nog even mijn oude stiel van beenhouwer opgenomen, maar uiteindelijk hielden we ook nog negen jaar Sherry’s Pub open. Maar het nachtleven raakte ik op de duur beu.”
Sherry’s Pub lag meer richting Roeselaars stadscentrum. “En dat zie je ook aan het volk dat je over de vloer krijgt. Overdag was het moeilijk om mensen te lokken, ’s nachts bleven ze steeds langer plakken. Mijn oude klanten van De Nieuwe Ruiter, ook veel mensen uit de regio Passendale tot Moorslede, wilden de Rijksweg niet over. Dat is een soort mentale barrière. Daarom dat we terugkeerden naar De Ruiter.”
Pauline en Paulette
Michael en Sylvie trekken grote ogen als ze het café binnen stappen. Er is geen hoekje of kantje onbenut gelaten, van reclameborden tot postuurtjes. Je kan uren aan vergapen.
“Het gebeurt soms dat mensen hier binnen komen en niet onmiddellijk gaan zitten, ze willen eerst om hun gemak nog wat rond kijken.”
“Groot is mijn werkterrein niet, maar ik amuseer me in de keuken” (Sylvie Maugé, café D’Oude Glorie)
Johan is dan ook een verzamelaar pur sang. “Iedere woensdag trek ik naar de rommelmarkt op de Pottelberg in Kortrijk. Ik doe soms ook andere, maar daar heb je het risico dat je je eigen gestolen fiets kunt terugkopen”, knipoogt hij. Hij had in De Nieuwe Ruiter al een mooie collectie opgebouwd. “Die heb ik verkocht. Voor een meer dan aardig bedrag, maar het zou nu een veelvoud waard geweest zijn. De stukken die hier staan kosten niet noodzakelijk veel, het zijn vaak hebbedingetjes.”

Het café is aan de overkant van het vroegere De Nieuwe Ruiter gelegen. “Er moet hier op onze onze huidige locatie vroeger nog café De Ruiter geweest zijn. Later werd het een kledingzaak. Ken je de film Pauline en Paulette?” Julie: “Tuurlijk, een prachtige film.”
Johan: “Wel het is mijn broer en cineast Lieven die die gemaakt heeft, de twee zussen die hier woonden waren de inspiratiebron.”
Er was heel wat werk aan, maar uiteindelijk is het opgeknapte pand een pareltje geworden.” We hebben hier onze voute, daaronder zit de kelder met onze frigocel. Onze unieke toog konden we op de kop tikken in Nederland.” En dan is er het terras. “Er kunnen 140 mensen plaats nemen en het zit ook vaak vol, we moeten onze meters maken.”
Balans werk-privé
Julie knikt: “Wij hebben in café ’t Bloemgat vooraan en achter aan een terras, ook goed voor samen wel 100 mensen. Het is dat over en weer lopen dat in de kuiten kruipt. Ons terras aanleggen is ons volgende project”, kijkt ze richting Michael. “Het zal even moeten wachten. Ik ben net 23 huizen aan het bouwen”, zegt de aannemer. Julie werkte overigens bij haar man toen ze met het café startte.
Ook in ’t Bloemgat kan je borrelen, je kan er van alles eten, van nacho’s tot aperoplankjes. “Wij serveren ook een stutte en een spaghetti. En daar komen ook heel wat bedrijven op af”, duiden Sylvie en Johan. “De keuken is mijn terrein”, gaat Sylvie, die ook nog drie jaar de frituur op De Ruiter runde, verder. “Frituur houden, dat was uiteindelijk niets voor mij. Op de duur hield ik er meer café”, verklapt ze. “Ik dacht dat ik me ook niet zou amuseren in de keuken, maar ik heb mijn draai gevonden. Groot is mijn werkterrein niet, maar ik amuseer me.”

Uiteindelijk eindigt het bezoek dat al in de namiddag startte met een spaghetti ’s avonds. De twee koppels kunnen het duidelijk met elkaar vinden. Uiteindelijk raken ze aan de praat over wat een café tot een succes maakt. Johan: “Het zijn niet mijn woorden, maar van iemand uit de horecawereld. Het is voor 90 procent de cafébaas of bazin die het café maakt of kraakt. Je moet ook een vast gezicht hebben van de zaak.”
En Johan en Sylvie, die een generatie ouder zijn dan Michael en Julie geven ook nog een tip. “Wij hebben het geluk gehad dat mijn ouders voor onze kinderen Justine en Julien hielpen zorgen, wij stonden altijd in het café. Zonder hen zou het niet gelukt zijn, maar probeer de balans wat te houden.”
The post “Voor 90 procent de patron die een goed café maakt of kraakt”: kroegbazen ‘t Bloemgat op bezoek in D’Oude Glorie is provided by KW.be.