Onze volkscafés hebben het niet makkelijk. Maar dat een succesvol café runnen nog kan, bewijzen Johan en Sylvie van D’Oude Glorie op De Ruiter en Julie en Michael van ‘t Bloemgat in Ardooie. We regelden met hen een bezoekje over een weer en meteen werd duidelijk dat de horecakoppels het goed met elkaar kunnen vinden. De twee topkroegen openden ook nog eens in hetzelfde weekend, eind april 2022.
Vier jaar lang trokken we langs de volkscafés die de regio Roeselare-Izegem-Tielt rijk is. Van die cafés zijn er ondertussen al diverse gesloten. Maar er zijn er enkele bij gekomen. Twee succesnummers zijn d’Oude Glorie in Roeselare en ‘t Bloemgat in Ardooie, op de grens met Izegem en Meulebeke. Die cafés openden in dezelfde week, de laatste week van april 2022. Drie jaar later blijkt dat de beide cafés tot ver in de omgeving al bekend zijn. Ook de collega bazen hoorden al van elkaars café. “Maar we waren nog niet tot bij elkaar geraakt, we hebben het ook druk met onze eigen zaak.”
Na het samen leggen van de agenda’s slaagden we er in een dubbel bezoek te regelen. Johan Debrauwer (52) en Sylvie Maugé (52) maakten eerste de trip naar de Bloemgatstraat in Ardooie. Ze werden er met open armen ontvangen door Julie Velghe (35) en Michael Devos (39). “Machtig”, is de eerste reactie van Johan en Sylvie als ze de herberg die al bestond in 1654 zien. “Maar gelukkig van onze gps, we gingen het niet gevonden hebben.”
Julie en Michael tonen ook met trots het nieuwe zaaltje dat sinds enkele maanden in gebruik is. “Huurgeld moet je niet betalen, gewoon de drank afnemen en zelf zorgen voor de bediening”, duidt Michael.
Inzet van de congé
Johan heeft meteen zijn oog laten vallen op de toog die in de zaal staat. “Prachtig, waar heb je die gevonden? En die vloer, exact dezelfde als in het café…”
Michael, die ook een aannemersbedrijf heeft, duidt: “We hebben ze gekocht in de Westhoek, maar ze zaten nog in de mortel. Ik ben er drie volle dagen aan bezig geweest om ze te reinigen.”
Het toeval wil dat zowel d’Oude Glorie als ‘t Bloemgat hetzelfde openingsweekend hadden. “Van ons was het meteen volle bak en het is zo gebleven”, gaat Julie verder. “Maar ik hoor dat het van jullie niet anders is.”

Ondertussen gaat de rondleiding verder en tonen de eigenaars het nieuwe terras, het gloednieuwe sanitair en de overlopen ze de mogelijkheden van de buitenbar en -keuken die ze geïnstalleerd hebben. “Op 18 juli zetten we de congé weer in, dat zal zot zijn. We mogen parkeren op het land van de boer vooraan, voor het café wordt het verkeersvrij en via eenrichtingsverkeer moeten ze parking bereiken.”
Geen sluiting deze zomer voor d’Oude Glorie. “Wij zullen er zelf wel even tussenuit zijn”, vertrouwt Sylvie ons toe. “Maar we hebben al twee vaste mensen in dienst en een team aan flexi’s. Die kunnen het wel even zonder ons.”
Sinds de opening sleutelde men in ‘t Bloemgat ook wat aan de openingsuren. “Op zaterdag en maandag zijn we gesloten. Ik doe hier ook heel veel zelf, overdag in de week sta ik hier alleen”, gaat Julie verder. “Maar ik heb ondertussen ook een voormalige cafébazin gevonden die me bepaalde voormiddagen kan komen helpen. Vorige week was ik ziek, Michael heeft moeten open houden. Maar ik kon het niet laten om te kijken op de camerabeelden.”
“Eerlijk, ik ben blij dat ik niet dichtbij het café woon” (Julie Velghe, café ‘t Bloemgat)
Terwijl Johan en Sylvie tegenover hun café wonen op de Roeselaarse wijk De Ruiter, moeten Julie en Michael ‘s avonds nog 5,5 kilometer naar huis in Ingelmunster. “Maar eerlijk: ik ben blij dat ik niet te dichtbij woon. Zelfs als we gesloten zijn, komen ze aan de deur trekken, riskeer het niet om als je je boodschappen brengt om de deur te laten open staan”, lacht Julie.

Ondertussen laat Johan zijn oog gaan over de inrichting van het café. Zelf struint hij rommelmarkten af op zoek naar unieke stukken. “Kijk, dat houten snijwerkje met ‘Doe Stille Voort’ hebben wij ook hangen.”
“Het meest unieke stuk dat wij hebben kregen we van een klant. Het is een oude kaart van Izegem met de vermelding ‘t Bloemgat. Maar momenteel hangt die niet uit, het kader is gebroken. Er wordt hier nogal vaak een feestje gebouwd. En veel dingen van waarde moet je hier niet hangen, ze trekken het soms gewoon van de muur. We hebben hier ook een paard staan op de schouw boven een van onze twee kachels. Wel dat paard is al meerdere keren verdwenen. Dan moet ik kijken op de camerabeelden om te zoeken welk gezelschap het heeft mee gegrist. En als je dat het nummer van de grapjas hebt en belt, dan zegt ie: ‘ik weet al waarvoor je belt, ik ben wakker geworden en er ligt hier een paard naast mij in bed’.”
Voor alle leeftijden
In ‘t Bloemgat komen echt alle leeftijden langs. “Behalve jonge gastjes, maar de dag door varieert het enorm qua mensen die over de vloer komen. Veel fietsers en wandelaars, ‘s avonds ook gasten die nog eens willen blijven plakken. Maar we hebben er ook een sluitingsuur moeten op zetten, dinsdag en woensdag tot 1 uur, donderdag en vrijdag tot 3 uur. En tien minuten voor tijd mogen ze een laatste drankje bestellen.”

Johan en Sylvie, die al 30 jaar in de horeca zitten, hebben bewust gekozen voor een vroeger sluitingsuur. “Ik heb negen jaar Sherry’s Pub in de Westlaan open gehouden, dat was op de duur een nachtcafé geworden. Nu sluiten we vroeger en drinken er nog eentje met ons personeel. Zodat de dag nadien er weer tegenaan kunnen.”
Volgende week: Julie en Michael bezoeken café D’Oude Glorie.
The post Cafébazen van topkroegen ‘t Bloemgat en D’Oude Glorie bezoeken elkaars café: “Een klant werd ooit wakker naast ons gestolen paard” is provided by KW.be.