Jos Depondt woont nog maar een twaalftal jaar weer in Roeselare, maar het is alsof hij nooit is weggeweest. Na een carrière bij de Europese Unie doet Jos in zijn geboortestad wat hij het best kan: mensen enthousiasmeren en zaken in gang zetten.
Wie is Jos Depondt?
Geboren in Roeselare op 9 mei 1950 en er ook opgegroeid. Gehuwd met Christine Vantomme, vader van drie zonen en opa van zeven kleinkinderen. Woonde 40 jaar in Zaventem en kwam in 2012 opnieuw in Roeselare wonen.
Opleiding en job
Lager en middelbaar in het College, vervolgens Hantal, Fiscale Hogeschool, Vlekho (master handelswetenschappen), postgraduaat Human Resources. Jos was inspecteur EGKS en daarna hoofdadministrateur bij de Europese Unie. Was gastdocent bij HUB en gastspreker bij de ENA Parijs/Straatsburg.
Jos Depondt heeft onlangs zijn 75ste verjaardag gevierd, maar hij is nog steeds scherp en houdt er niet echt van om voor verrassingen te staan. Voor dit interview stond de koffie klaar, had Jos ongetwijfeld voorgaande Rodenbachgesprekken gelezen in deze krant en kreeg ondergetekende bij het binnenkomen al een uitgetikt vel met zijn biografie. En bij het verlaten van het appartement op De Munt stopte Jos me een Muntkrantje in een Muntzak toe net als een paraplu en zaklamp van de oud-leerlingenbond van het Klein Seminarie én een boek over diezelfde oud-leerlingenbond waar Jos twee jaar aan heeft gewerkt.
Jij bent ambtenaar bij de Europese Unie geweest. Hoe wordt men dat?
“Door aan examens mee te doen. Dat heb ik gedaan in 1976 in Gent Expo. Er waren 5.000 kandidaten voor 80 plaatsen en ik zat bij die 80. Ik kwam op een reservelijst terecht en dan was het wachten tot ik een uitnodiging kreeg van een Europese dienst. Ik was 28 en kreeg de kans om inspecteur te worden bij EGKS (Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal) en daar heb ik mijn carrière kunnen uitbouwen.”
Je was eigenlijk voorbestemd om bij de Europese Unie en zelfs bij de EGKS te werken?
“Inderdaad. Robert Schuman, de grondlegger van het moderne Europa, heeft op 9 mei 1950 een verklaring afgelegd waarin hij voorstelde om een Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal op te richten. Precies op de dag dat ik ben geboren! Van mijn 14 jaar schreef ik al naar de EU om documentatie op te vragen over de werking van de EU. En bovendien kregen alle EU-ambtenaren op 9 mei een vrije dag. Ik moest dus nooit werken op mijn verjaardag. Wel moesten we altijd werken op 11 november. De EU kon moeilijk de Duitse ambtenaren een vrije dag geven omdat ze de oorlog hadden verloren (lacht).”
“Als je mensen samenbrengt, vermijd je sociaal isolement”
Je groeide op met drie broers in een warm nest?
“Ja, en we waren alle vier goede studenten. Cultuur en talen hebben wij meegekregen van ons ma, die vloeiend Frans en Duits sprak. Jan is ingenieur, Geert is psycholoog en is later in de politiek beland, ik werd Europees ambtenaar en Paul, die jammer genoeg al is overleden, werd journalist bij de Amsterdamse Volkskrant. Mijn vader was streng maar had een correcte zienswijze. Op een bepaald ogenblik had hij zelfs drie jobs want hij moest betalen voor vier studenten. Hij was koster, hij was ook procuratiehouder van de Bank van Roeselare én privé-secretaris van de Roeselaarse chirurg Vandekerckhove.”
Toen je na je pensioen naar Roeselare terugkeerde, werd je hier onmiddellijk betrokken in het sociale leven?
“Ik werd gevraagd om deel uit te maken van het bestuur van de oud-leerlingenbond van het Klein Seminarie. Op de eerste vergadering vroegen ze mij al om secretaris en penningmeester te worden. Ik heb de oud-leerlingenbond mee helpen uitbouwen tot een mooie vereniging. Maar nu is dat een afgesloten geheel. Ik heb er vanaf het begin van mijn mandaat een punt van gemaakt om op zoek te gaan naar geschikte bestuursleden, ook dames want het College is in 1996 al gemengd geworden. Wat me ongerust maakt, is dat de directie van het College tot twee maal een door mij geschikte kandidate weigerde toe te laten om niet te begrijpen redenen. Ideologische of politieke overtuigingen mogen in deze niet meespelen. Op dat vlak zat ik niet op dezelfde golflengte als de huidige directie en ik heb dan ook mijn conclusies getrokken.”
Dan had je meteen meer tijd voor de werking van het Muntcomité?
“Ja, want ik zit ook in het bestuur van de Muntbewoners. Dat begint met kleine zaken zoals een boeketje bloemen kopen voor een nieuwe inwoner, een lamp vervangen in een gebouw of iemand helpen die zijn sleutel is vergeten. En voor je het weet, is er een buurtcomité gestart dat vier keer per jaar een krantje uitgeeft, een nieuwjaarsfeest geeft, nu en dan eens op uitstap gaat, een toneelvoorstelling bijwoont of een spreker vraagt voor de inwoners.”
Mensen samenbrengen is belangrijk voor jou?
“Maar natuurlijk! Zo vermijd je sociaal isolement. Eenzaamheid is een groot probleem in onze maatschappij en wij proberen daar tegenin te gaan.”
Je bent naar Roeselare teruggekeerd om er te blijven?
“Ja, we gaan hier niet meer weg. Zaventem was goed als woon- en werkstad en handig voor mij omdat het dicht bij de luchthaven was. Maar hier kennen we heel veel mensen en dat is onze laatste stek.”
Wat kan hier beter?
“Ik zou het niet weten want ik ben een ongelooflijk positief ingestelde mens. Ik kan niet tegen mensen die over alles klagen. Denk positief en je zult je minder snel slecht voelen of ziek zijn.”
The post “Ik was voorbestemd om bij de EU te werken”: Jos Depondt (75) is een positieve en sociaal bewogen man is provided by KW.be.