Bij ons is ‘koude koffie’ het vaste mopje als het over picon gaat, maar deze keer heb ik het over échte koude koffie. Het type dat je normaal warm drinkt en gemaakt is met koffiebonen. In mijn jeugd en ook nu thuis is koffie een vaste waarde. Mijn tas staat meestal op een vaste plek. Die van mijn man? Een zoektocht waardig.
Een zondagochtend met stilte, rust en warme koffie is een klein gelukje. En dan nog liefst voordat de kindjes wakker worden, want anders is er van warme koffie weinig sprake. Maar ons huis heeft een vijand: de krakende trap. Twee treden en onze zoon springt al uit zijn bed: “Waarom ben je wakker? Mogen we opstaan?”
Voor er kinderen waren, zeiden we: ‘mo, dat is de charme van het huis eh, de trap die een beetje kraakt’. Na de kinderen, zeggen we: ‘tis vo zot van te komen eh, die trap, zo’n kabaal altijd!’. Warme koffie drinken met kleine kinderen. Laat ons eerlijk zijn, dat is bijna onmogelijk. Lauwe koffie als je geluk hebt, koude koffie als het besef te laat komt dat je een koffietje staan had. En ja, ik bied bij deze mijn excuses aan mijn ouders aan – koude koffie is niet slecht, maar warme koffie is gewoon… beter. Dat besef is er bij mij nu ook.
Dus dachten we probleemoplossend (zoals onze zoon op school leert): er kwam een koffiemachine op onze slaapkamer. Overdreven? Misschien. Slim? Zeker. Gert Verhulst heeft er ook één naast zijn bed, dus zo gek zijn we niet bezig. Koffie, een beetje televisie kijken en wat stilte: vijf heerlijke minuten voor het huis weer ontploft.
The post “Ons huis heeft één grote vijand: de krakende trap” is provided by KW.be.