De West-Vlaamse grensstad Menen, Mjinde in de volksmond, is al zes keer op rij verkozen tot marginaalste stad van Vlaanderen. Onterecht, vindt Stijn Dujardin (44) die er opgroeide en ons meeneemt naar “maffe” plekjes.
‘Smile ? The curve that sets everything all right’. Z’n trui toont hoe Stijn Dujardin in het leven staat. De stad die Vlaanderen als marginaal aanziet, bekijkt hij door z’n humoristische bril. Menen ligt hem na aan het hart.
“Ik ben hier opgegroeid”, vertelt hij aan het station, de startplek van een route die hij uitstippelde langs plekjes vol jeugdsentiment. “Ah, padre!” Stijn ziet z’n vader toevallig aan het Sint-Franciscuspaviljoen, een parochiaal centrum. “Hij engageert zich hier. Geniaal, we zijn vijf minuten ver en we hebben al ons vader ontmoet.”
Hiphopaap
We komen aan de academie voor muziek en woord. “Dictie, voordracht, toneel… ik deed alles wat met babbelen te maken had. Nu nemen we een shortcut naar het zwembad via ‘de trap van Menen’. Het moet 25 jaar geleden zijn dat ik hier nog kwam.” De trap is gedecoreerd met een ‘hiphopaap’ en andere graffiti tags. Naast het zwembad loopt de Leie, de grens met Frankrijk.”
“Je ziet de vuiligheid liggen en het water stinkt”, wijst een passant. “Het kajakken en andere wateractiviteiten moesten ze vorig jaar afgelasten.”
Deugnieterij
“Een stad met water heeft iets fascinerends”, stelt Stijn dan weer. “De grens maakt het extra boeiend. Hier heb ik gefietst, gewandeld, gespeeld, rondgehangen, bommetjes gegooid… alles wat kinderen doen. We verkenden onontdekte plekken: over de brug naar een eilandje, een vervallen fabriek binnendringen… Onschuldig kattenkwaad en deugnieterij. De zon schijnt op het belfort en vlag van Mjinde. Ik ben graag eens terug. Het is een trip down memory lane.”
Geestig
We beklimmen vestingen van Vauban, bouwmeester van de Franse koning Lodewijk XIV die ook vestingen optrok in Ieper, waar Stijn nu woont. “Op mijn 24ste verliet ik Mjinde en volgde de liefde. Mijn vrouwtje is van Reninge en Ieper lag in het midden.”
Stijn neemt een foto van een verkeersbord waarop een tekening is aangebracht van Christus aan het kruis. “Dat vind ik geestig. Mjinde heeft een grijze, verloederde bijklank maar niet voor mij. De stad heeft enorm veel mooie plekken en het is een pak verbeterd. Vanuit de stad worden veel inspanningen gedaan om het mooi en aangenaam te houden.”
Gimmick
“De verkiezing tot marginaalste stad doet geen pijn. Niemand is trots op zo’n bijnaam, maar het werd een gimmick. Kijk naar Kamping Kitsch. Hoever blijf je daarin gaan? Op een bepaald moment buit je het beter uit. Trouwens, hier vind je de goedkoopste huizen.”
We passeren werken van Yvonne Serruys, ‘beeldhouwster van de nieuwe vrouw’ en uithangbord van de stad. “Het staat hier vol met haar beelden.” We betreden het Bois De Boulogne, het oudste stadspark. “Daar ligt een charmant brugje bij het water, populair voor communie- en trouwfoto’s. Dit park was voor mij een plek om rond te hangen in de buurt van het College. Hier deden we onze eerste lieven binnen en smoorden we sigaretten in den duik.”
Zatte kaffie
We komen bij ‘Karel’, een restaurant met open keuken, waar we even mogen gluren. “Plots binnen mogen voor een zatte kaffie, ook dat is Menen”, looft Stijn. Vlakbij liggen het belfort, stadhuis en de Grote Markt die een ondergrondse schuilkelder uit de Tweede Wereldoorlog verbergt.
Dan komen we aan een tweede academie. “Dit is de vestiging voor beeld en audiovisuele kunsten. Dinsdag of woensdag trok ik naar de woordafdeling, zaterdag kwam ik hier. Met m’n klein rood plastieken valiesje. We moeten door dit poortgat.”
Doorsteekjes
“Mjinde lijkt groot, maar voor wie de doorsteekjes weet zijn is de stad vrij compact. Er zijn ook buitenwijken. De Barakken met Franse winkels kent iedereen, maar Mjinde is meer dan dat. Ah, we komen weer aan een trap, grappig: de tweede trap van Menen. Deze brengt ons in het Brouwerspark.” Het ligt aan de binnenzijde van de vesting en verwijst naar een oude brouwerij die er was gevestigd. “Kijk, een regenboog! Wauw zeg, kleur in Mjinde.”
We nemen een doorsteekje naar een andere groene long: een tunnel onder de vesting leidt naar Park Ter Walle. “De plek van het gratis festival Grensrock, waar ik mee opgroeide.” We passeren een skatepark en Stijn wijst naar speeltoestellen. “Kindvriendelijkheid maal twee. Ook het jeugdhuis en OverKop-huis zitten hier.”
Schamele piet
“Maf: daar is een schamele piet getekend, of is het mijn dirty mind?” Stijn staat aan een monument van de Eerste Wereldoorlog op het Vander Merschplein, genoemd naar een held uit de periode van de Franse revolutie. “Mjinde is maf: er zijn zichtbaar enkele hoekskes af zonder dat het een probleem is. Prettig gestoord.”
Bij het oorlogsmonument prijkt een verbodsbord. “Niet klimmen. Hilarisch. Oei oei, ze klimmen daarop, we gaan een bordje zetten (lacht). De max toch, het brengt mensen op ideeën. Daar, nóg een regenboog, dat is geen toeval meer.”
Eendenrugge
Stijn spot z’n grootouderlijk huis. “Het staat nu leeg en ziet er erbarmelijk uit. De leefruimtes waren te klein voor de hele familie, dus brachten we de feestdagen samen door in de garage. Mijn grootmoeder was kloek gebouwd. Ze had een ongelooflijk dik gat. En een ‘eendenrugge’: ‘zeg gider mo, kgoa ’t va mi ofschudn’. Machtige madam. Ze hield de familie samen en gaf me de passie mee voor picon.”
Oord van verderf
Het huis ligt in de Koningstraat. “Hier zaten ook dames van lichte zeden achter de ruiten. Er waren twee straten naar m’n grootouders, raad eens welke ik nam. Ik keek ook verwonderd naar de prijzen aan het raam: 1.000 frank voor een coupe’ke champagne. Binnen ging ik nooit, het bleef een wereld van fantasie. Kijk, hier heb je nog zo’n voormalig oord van verderf.” Het is verboden om in deze gevel een gat te boren, lezen we op de voordeur. Maf.
Wat verder staan bouwsels van strenge zeden. “Mijn oude lagere school en een klooster, nu een opvangcentrum van het Rode Kruis. Op woensdagnamiddagen deed ik er vrijwilligerswerk.” Vlakbij prijkt de Sint-Franciscuskerk, die werd ontwijd en hernoemd tot De Kapucinne, een culturele en theaterzaal. “Daar leerde ik m’n beste maat kennen. Als misdienaar hielp ik er bij menig huwelijken en uitvaarten. Voor een begrafenis kreeg ik 20 frank en 50 voor een trouw.”
Oude zerken
Van de kerk naar het kerkhof, onze eindhalte. Een mix van groen en funerair erfgoed. “Ze maken er een parkbegraafplaats van. Mooi. En maf: het wandelpad is gemaakt uit oude grafzerken. Hier rusten m’n grootouders en overgrootouders naast mekaar. Mjinde blijft een beetje thuiskomen. De stad maakte me tot wie ik ben en je moet ons nemen zoals we zijn. Nu doe ik missiewerk: Mjinde zendt z’n zonen uit.”
(TP)
The post Vlaanderen vindt deze stad marginaal, Stijn (44) bewijst het tegendeel countert het stigma met een “maffe” route vol jeugdsentiment is provided by KW.be.