In het bijna afgelopen jaar moest Rosette De Lille (77) afscheid nemen van haar café en recreatiedomein ’t Eikenhof, waarmee ze in 1977 van start ging. Het betekende afscheid van haar vele vaste klanten, de leden van wielerclub De Schatjes, maar ook van haar hangbuikvarkens en andere dieren uit de kinderboerderij, die intussen een nieuwe thuis vonden. “We hebben hier zotte toeren uitgehaald en enorm veel plezier gemaakt, dus natuurlijk mis ik ’t Eikenhof”, zegt Rosette.
Rosette De Lille beleefde op 15 oktober dit jaar haar laatste dag als uitbaatster van café- en recreatiedomein ’t Eikenhof langs de Brieversweg in Moerkerke. Ze ging er van start in 1977, aanvankelijk samen met haar man, van wie ze in 1981 scheidde. Samen kregen ze twee kinderen, een zoon en een dochter. Haar dochter overleed al op jonge leeftijd aan kanker.
Omdat het domein al enige tijd geleden werd verkocht en er een woonproject komt, moest Rosette dit najaar met gemengde gevoelens afscheid nemen. “Ik ben natuurlijk al meer dan pensioengerechtigd en heb ook wel wat kwaaltjes. Meer nog: ik kraak en piep aan alle kanten. Maar toch zal ik het missen, want het was een heel groot deel van mijn leven”, liet Rosette eerder al weten.
Boerenverleden
Rosette groeide op als boerendochter in Moerkerke. Het domein waar later het café kwam, was oorspronkelijk ook een boerderij. “Maar die landbouwactiviteit was niet echt rendabel en in 1977 besloten we om er een horeca- en recreatiedomein van te maken”, vertelt ze. “De ene helft van het café was vroeger een varkensstal, die we vervolgens uitbreidden en verbouwden.”
Kort na de start van het café kwamen er ook een kinderboerderij en een speeltuintje, met onder meer schommels, klimrekken en draaimolens. Daarmee kende Rosette al snel veel succes. Vooral in de zomer kwamen hele gezinnen langs, net als grootouders met hun kleinkinderen. Terwijl de kinderen zich amuseerden op de speeltuigen of bij de dieren, genoten de (groot)ouders van een drankje op het terras of binnen in het café.
“Ik zal het het missen, want het was een heel groot deel van mijn leven”
Rosette De Lille
In het café leek het alsof de sfeer en uitstraling van de jaren 70, toen ’t Eikenhof werd opgericht, altijd was blijven hangen. Het had ook iets weg van een Ardense chalet, en dat was ook de makers van de film J’aime la vie, die zich afspeelt in de Ardennen, opgevallen. In 2023 werden zowel het café als Rosettes privéwoning dagenlang ingepalmd door acteurs, cameramensen en andere leden van de filmploeg. “Ik weet nog altijd niet goed hoe ze bij mij zijn uitgekomen, maar het was alleszins een boeiende ervaring”, vertelde Rosette toen.
De stopzetting van ’t Eikenhof maakte heel wat los bij generaties Dammenaars en streekgenoten. Ook bij Tony Traen, lid van wielerclub De Schatjes en sponsor via zijn brouwerij Viven. “Sinds de start van onze wielerclub, 21 jaar geleden, was ’t Eikenhof onze vaste stek voor en na elke rit”, vertelt Tony. “Doorheen de jaren hebben we een heel mooie band met Rosette opgebouwd. Daarom zijn we kort voor de stopzetting nog eens met z’n allen samengekomen om haar te bedanken én een mooie foto voor in de krant te laten nemen.”
Nieuwe thuis voor de dieren
Het afscheid betekende voor Rosette ook dat ze een nieuwe thuis moest zoeken voor de dieren uit haar kinderboerderij. Geiten, ezels en kippen vonden vrij vlot een nieuw onderkomen bij mensen uit de buurt. Voor de uit de kluiten gewassen hangbuikvarkens was dat minder evident. Na een oproep, onder meer in deze krant, werd uiteindelijk een echtpaar uit Oostende bereid gevonden om de dieren op te vangen. Zij baten een restaurant uit en beschikken over een grote tuin. De hangbuikvarkens in de aanhangwagen richting Oostende krijgen, verliep echter niet zonder slag of stoot.
Rosette heeft intussen zelf ook een nieuwe woonplaats gevonden. “We hebben hier zotte toeren uitgehaald en enorm veel plezier gemaakt. Dus natuurlijk mis ik ’t Eikenhof, het was mijn kindje”, besluit ze.
The post Rosette De Lille neemt na bijna 50 jaar afscheid van ’t Eikenhof: “Het was mijn kindje” is provided by KW.be.
