Er is lef, volharding en veel moed nodig om als jongeling elders een nieuw leven op te bouwen. Andrea D’Haens verliet in de jaren 1950 haar geliefde Vivenkapelle voor het Waalse Goutroux. Haar herinneringen voeren haar terug naar de Molen van Hoeke.
Hoe komt een meisje uit Vivenkapelle in de rand van Charleroi terecht?
“Mijn man was de tweede van drie zonen. Zijn oudste broer overleed kort na de oorlog door op een mijn te trappen. Zijn jongste broer nam de ouderlijke boerderij in Damme over. Wij zochten na ons huwelijk een eigen hofstede. Over het water (naar Amerika, red.) wou ik niet. De keuze viel op een pachthoeve in Goutroux, vlak bij Charleroi. We verhuisden in 1957.”
Spraken jullie Frans?
“Mijn man kon zich behelpen. Ik sprak geen woord Frans. Er bestonden nog geen taallessen. We leerden Frans van de andere boeren en de mijnwerkers.”
“Ons melkveebedrijf telde een dertigtal hectare. In de beginjaren deden we onze melkronde met een steekkar. Ik nam Goutroux voor mijn rekening en mijn man trok naar de cités van Charleroi. We verkochten boter, melk en eieren en later ook platte kaas, yoghurt en choco. We maakten alles zelf. Een pollepel melk kostte 5 frank. Dat was vooral bij de mijnwerkers heel populair. Toen geloofden ze nog dat melk heilzaam was tegen stoflongen. De steekkar ruilden we later in voor een bestelwagen van Citroën.”
Raakte je vlot ingeburgerd?
“Het klikte goed met de mijnwerkers. De mijn domineerde het dagelijks leven en het uitzicht van het dorp. De wagonnetjes vol steenkool werden in de lucht over de vallei naar de kolenwasserij gebracht. De mijn sloot in 1972.”
“Het is ook wel zo dat de Vlamingen in Wallonië één clan vormen. We helpen elkaar waar nodig.”
“De Molen van Hoeke vertelt de geschiedenis van de gewone mens, dat vind ik er zo mooi aan”
Andrea D’Haens
Ik zie een bidprentje van je man op de kast.
“Hij is gestorven in 1980. Hij was amper 49 jaar. Met mijn zonen van 14 en 12 jaar heb ik de boerderij toen voortgezet. Een vrouw nam mijn melkrondes over en ik begon de markten te doen. Om daar een plaatsje te veroveren, moest je wel wat ‘diplomatie Waalse stijl’ onder de knie hebben.” (knipoogt)
“In 1989 ging ik met pensioen. De boerderij, die we ondertussen hadden gekocht, verpachten we aan Vlaamse boeren. Ik ben de trotse grootmoeder van zes kleinkinderen en vier achterkleinkinderen.”
Uit welk nest kom je zelf?
“We waren met zes kinderen thuis. Het jongste, geboren in de oorlog, is snel overleden. In Vivenkapelle waren in de Tweede Wereldoorlog zes vrouwen in verwachting. Vijf van de baby’s zijn overleden.”
“Ik liep school bij de zusters in het neogotische complex van Vivenkapelle. Mijn mama, Esther Van Holm, was de derde dochter van de molenaar van Hoeke, Theophiel Van Holm. Mijn meetje, Stefanie Van Morrelgem, was een vrouw uit de duizend.”
Hoe zo?
“Ze was pas 18 jaar toen ze trouwde en heeft elf zonen en dochters gebaard. Wij, de kleinkinderen, werden er altijd met open armen ontvangen. De Molen van Hoeke was de plek waar de familie samenkwam. Op Nieuwjaar trokken we er met de koets naartoe, de deken op onze benen. We gingen er ook vaak op vakantie. Dat waren mooie tijden.”

Gebruikte je grootvader de molen nog? Hij had immers begin jaren 1930 een mechanische maalderij gebouwd.
“De molen draaide nog vaak genoeg. Voor mij was dat iets magisch. Peetje en nonkel Prutn (Prudent, red.) werkten samen als twee handen op één buik. De een sjorde beneden de zak graan vast en die verdween dan door het luik naar de steenzolder naar de andere. Elektriciteit hadden ze niet.”
En toen kwam de oorlog…
“Vanaf de zomer van 1944 werd de situatie gespannen. De brug over de Damse Vaart was vernield, waardoor we de molen niet meer konden bereiken. Mijn zus woonde er op dat moment in om peetje en meetje te helpen. Rond de molen stond alles onder water. Ze moesten met een bootje naar een onderstand (een bunker, red.) uit de Eerste Wereldoorlog peddelen, waar ze op balen stro sliepen.”
“Terwijl wij in Vivenkapelle al in september 1944 bevrijd waren, duurde het nog zes lange en bange weken voor de Canadezen Hoeke konden bevrijden. Mijn vader ging elke dag kijken hoe ver de geallieerden gevorderd waren.”
De Molen van Hoeke is geen eigendom meer van de Van Holms. Ga je er soms nog naartoe?
“Elke keer als ik in de Vlaanders ben, ga ik er op bezoek. Het maakt me gelukkig dat de molen gerestaureerd is en goed onderhouden wordt. De Molen van Hoeke overleeft de generaties. Hij vertelt de geschiedenis van de gewone mens, dat vind ik er zo mooi aan.” (MF/foto’s MF)
The post Andrea (91) uit Vivenkapelle week uit naar Wallonië om er te boeren: “Ik sprak geen woord Frans” is provided by KW.be.
