Een parkeerboete van amper twintig euro die op twee jaar tijd explodeert tot een bedrag van 724 euro: het overkwam Torhoutenaar Philippe De Coensel (51). Navraag bij het vredegerecht van Torhout leert dat ook vrederechters zich zorgen maken over de sterke stijging van schulden door gerechts- en uitvoeringskosten. “De kosteloze verzoeningsprocedure zou verplicht moeten worden voor kleine vorderingen zoals deze”, klinkt het.
“Dit is geld uit de zakken van de mensen jagen. Ik noem dit diefstal.” Voormalig taxichauffeur Philippe De Coensel uit Torhout was begin deze maand niet te spreken over een uitspraak van de Torhoutse vrederechter. Op 3 november 2023 parkeerde De Coensel zijn wagen op een shop & go-plaats in de stad maar dacht verkeerdelijk dat het om een gewone parkeerplaats ging. “Ik had mijn blauwe schijf gelegd, maar achteraf bleek dat ik daar maar een halfuurtje mocht staan”, klinkt het. Een parkeerwachter van City Parking merkte de overtreding op en legde De Coensel een boete van twintig euro op.
Boete niet betaald
Door een vergetelheid van De Coensel zelf werd de boete echter niet betaald. En vanaf dat moment begonnen de kosten op te lopen. Het parkeerbedrijf stuurde aanmaningsbrieven, maar daarop werd niet gereageerd. Uiteindelijk bracht City Parking de zaak voor de vrederechter en bleek het bedrag dat De Coensel moest betalen spectaculair gestegen te zijn tot 724 euro. “Ik had op enige billijkheid gehoopt maar blijkbaar bestaat zoiets niet ten aanzien van de gewone man”, foeterde de man.
Navraag bij het college van politierechters en vredegerechten schetst duidelijkheid over de manier waarop de boete van Philippe De Coensel op twee jaar tijd met 3.620 procent steeg. “Als vrederechters zijn wij niet alleen verplicht om te oordelen over de parkeerboete, maar ook over de bijkomende gerechtskosten. Die zijn wettelijk vastgelegd en omvatten onder meer de betekening van de dagvaarding (187, 43 euro), de verplichte bijdrage aan het begrotingsfonds voor de juridische tweedelijnsbijstand (24 euro), het eveneens verplichte rolrecht (24 euro) en de verplichte rechtsplegingsvergoeding (117,73 euro)”, klinkt het.
“Je administratie bijhouden en schulden tijdig betalen: zo vermijd je verrassingen”
Vrederechter
Het vonnis van de vrederechter werd bovendien betekend door een gerechtsdeurwaarder, die op zijn beurt betekeningskosten aanrekende. Al die kosten hadden vermeden kunnen worden indien Philippe De Coensel zijn initiële boete van twintig euro, die hij overigens niet betwistte, gewoon had betaald. “Het blijft het beste om je administratie goed bij te houden en schulden tijdig te betalen. Zo voorkom je onaangename verrassingen”, klinkt het bij het vredegerecht.
Begrip voor frustratie
Daarnaast hebben de vrederechters begrip voor de frustratie bij mensen die in het geval van Philippe De Coensel plots geconfronteerd worden met enorme boetes. “De vraag is of het verantwoord is dat kleine invorderingen zulke hoge kosten veroorzaken en of dit de toegang tot de rechter niet belemmert. Wij pleiten dan ook voor het gebruik van de kosteloze verzoeningsprocedure. De wetgever zou dit verplicht kunnen stellen. De procedure bestaat en ze wordt nu al succesvol toegepast in huurzaken”, klinkt het.
The post Hoe een parkeerboete van 20 euro plots explodeert tot 724 euro: “Verzoeningsprocedure zou verplicht moeten worden” is provided by KW.be.
