Niet enkel onze bevolking vergrijst, ook onze bussen zijn een pak ouder dan die in de andere provincies. Bijna de helft van de West-Vlaamse vloot van De Lijn heeft meer dan 15 jaar op de teller staan. Stelselmatig worden die allemaal vervangen door nieuwe exemplaren, maar zelfs dan dreigen er bijkomende problemen: “In landelijke gebieden is de infrastructuur onvoldoende aangepast aan elektrische bussen.”
De afgelopen jaren was er al veel te doen rond de dienstverlening van De Lijn, niet in het minst toen er duizenden bushaltes geschrapt werden naar aanleiding van het nieuwe vervoersplan. Vorig jaar kwam de staat van de bussen die nog rondrijden dan weer in opspraak, nadat er een Lijnbus stilviel op de treinsporen in Zedelgem en werd aangereden door een trein. En volgens Vlaams parlementslid Gianna Werbrouck (Vooruit) speelt de leeftijd van de voertuigen een grote rol bij dit soort incidenten.
In West-Vlaanderen rijden er momenteel zo’n 327 bussen van De Lijn rond. Uit data die het socialistische parlementslid opvroeg blijkt dat 157 van die bussen ouder zijn dan 15 jaar, goed voor 47 procent van het totaal. Sterker nog: 47 exemplaren daarvan doen zelfs al meer dan 20 jaar dienst voor De Lijn, die hebben elk al gemiddeld meer dan een miljoen kilometer afgelegd. En dat is volgens Werbrouck geen goed nieuws voor de dienstverlening in onze provincie. “Zulke stokoude bussen laten rondrijden leidt soms dus tot echt levensgevaarlijke situaties. Soms zijn de gevolgen ook minder spectaculair, maar even goed vervelend voor de reizigers: defecte bussen zorgen voor afschaffingen en vertragingen. En ze brengen ook meer lawaai en luchtvervuiling met zich mee”, klinkt het.
Dat er mensen hierdoor soms in de kou blijven staan, klopt wel degelijk. Volgens Stan Reusen, vakbondssecretaris van het ACOD bij De Lijn, werden er vorig jaar liefst 483 ritten geschrapt wegens een defecte bus of het gebrek aan een voertuig, dat is er meer dan één per dag. “Zware ongevallen gebeuren gelukkig niet vaak, maar zo’n oude bussen vallen wel al eens sneller in pannen. Voor de dieselvoertuigen is het ook heel moeilijk om nog wisselstukken te vinden, waardoor de hersteltermijn ook nog eens oploopt. En veel reservebussen om die op te vangen, zijn er ook niet meer”, aldus Reusen.
Elektrificatie
Deze ‘vergrijzing’ van bussen is het grootst in West-Vlaanderen. In alle andere Vlaamse provincies gaat het over maximaal 35 procent van de totale vloot die meer dan 15 dienstjaren op de teller heeft. In Vlaams-Brabant gaat het zelfs maar over 18 procent. De komende jaren wordt er door minister van Mobiliteit Annick De Ridder (N-VA) liefst 400 miljoen euro extra geïnvesteerd in de aankoop van nieuwe bussen, als serieuze inhaalbeweging.
“Stokoude bussen die blijven rondrijden kunnen voor levensgevaarlijke situaties zorgen”
Gianna Werbrouck (Vooruit)
Ook in West-Vlaanderen zal de vloot van De Lijn dus stelselmatig worden vervangen door elektrische voertuigen. De bedoeling is dat de helft van de vloot tegen het einde van de legislatuur vernieuwd zou zijn, en de oudste bussen gaan er logischerwijs natuurlijk het eerste uit. Al zal die elektrificatie volgens Reusen bijkomende problemen met zich meebrengen. “Dat betekent dat al die stelplaatsen omgebouwd moeten worden, dat is in landelijke gebieden op heel weinig plaatsen al het geval. Er komt daar meer bij kijken dan enkel wat laadpalen plaatsen, dus ik hoop dat daar ook meer dan voldoende middelen én ondersteuning inzake vergunningen voor voorzien zullen worden.”
The post “Elke dag minstens één rit afgeschaft door defecte bus”: bijna de helft van de West-Vlaamse Lijnbussen is ouder dan 15 jaar is provided by KW.be.
