Volleyballer Seppe Rotty is sinds vanmiddag weer thuis, een dag na zijn schouderoperatie in het Sint-Jansziekenhuis in Genk. De 24-jarige ex-Knackspeler, die deze zomer de overstap maakte naar Allianz Milano, liep vorige week tijdens een oefenwedstrijd in Milaan een zware schouderblessure op. Rotty kijkt hoopvol vooruit naar een lange revalidatie. “De kracht in mijn schouder terugkrijgen wordt het grootste werkpunt.”
“De operatie is heel goed verlopen”, opent Seppe Rotty daags na de ingreep in Genk. “Ik ben sinds deze middag terug thuis, wel nog veel pijn, maar dat is normaal ook.” Rotty kwam vorige week zwaar in botsing met een ploegmaat en dat gaf een stevige impact op zijn schouder. “Ze hebben de ligamenten in mijn schouder terug wat aan elkaar moeten hangen met touw en tape en nu moet dat opnieuw dicht groeien.”
Er staat de West-Vlaming dus een lange revalidatie te wachten. “Eerst vijf weken in een brace met de schouder. Daarna kan ik beginnen met kiné en mobilisatie. Het zal een lange strijd terug worden, maar ik kijk er nu al naar uit om weer te volleyballen”, vertelt hij hoopvol.
Operatie in België
De volleyballer keerde, na overleg met zijn Italiaanse ploeg, bewust terug naar België voor de operatie en het begin van zijn revalidatie. “Hier kan ik vlotter communiceren in mijn eigen taal en dat maakt het herstel ook wat gemakkelijker.”
De bedoeling is dat Rotty na kerstmis terugkeert naar Milaan. “Ik ga daar nieuwjaar vieren en vanaf dan verder revalideren bij de club. Normaal gezien zou ik tegen eind maart terug speelklaar moeten zijn.” De West-Vlaming kreeg alvast veel vertouwen van zijn club in Italië, al is de eerste hoop vooral dat zijn schouder volledig zal herstellen.
“Normaal is het sterk genoeg om er nadien geen last meer van te hebben, maar je weet het nooit op voorhand. Ik hoop dat ik weer alle kracht en snelheid in mijn arm krijg, dat zal het grootste werkpunt zijn”, besluit Rotty. (WB)
The post “Het wordt een lange strijd terug”: Seppe Rotty optimistisch na schouderoperatie is provided by KW.be.
