We klagen graag. En nog het liefst over de kleine dingen. Over het weer dat weekendplannen in het water doet vallen, wegenwerken waardoor we moeten omrijden, de besparingen van de regering die ons het leven zuur maken, de krant die te laat in de bus valt. Of over de nieuwe afvalregeling.
Binnenkort is iedereen verplicht om de schillen van patatjes apart te sorteren. In een bak, een zak of – ik durf het bijna niet te typen – een diftarcontainer. ‘Wa gaat da allemaal kosten?’ ,‘Waar moeten mensen zonder tuin daarmee naartoe?’, ‘Wat met onze oudjes die zo’n gevaarte niet kunnen verrollen?’ En dan zwijgen we nog over de gemeenten waar het precies wel héél moeilijk is om de knoop door te hakken en de inwoners nog geen idee hebben waar ze binnen drie maanden hun klokhuizen en eierschalen in moeten deponeren.
Alle verandering is lastig, maar kunnen we wel toegeven dat er ergere dingen zijn in het leven?
Alle verandering is lastig. Is het soms vervelend? Wellicht. Mag je eens je gal spuwen tegen je buren wanneer je ze tegenkomt in de supermarkt? Mobaja. Maar kunnen we wel toegeven dat er ergere dingen zijn in het leven?
In Afghanistan worden elke week opnieuw vrouwenrechten met het grof vuil aan de deur gezet. In Soedan vallen er al meer dan een jaar geen bananenschillen weg te gooien, want daar heerst nog steeds hongersnood. En in Palestina weten de onschuldige burgers niet waarover ze het eerst moeten klagen: hun dode familieleden of de bommenregen die elk moment op hun eigen tent kan terechtkomen. Het is niet omdat het ver van ons bed gebeurt, dat het niet bestaat.
In Palestina weten ze niet waarover eerst te klagen: hun dode familieleden of de bommenregen die op hun eigen tent kan terechtkomen
Het is een cliché, maar de drama’s van de wereld zetten bij mij altijd alles wat in perspectief. Natuurlijk mogen we eens zuchten wanneer de belastingbrief op tafel ligt. Maar wat hebben wij geluk dat we in een land wonen waar dat een van onze grootste zorgen is. “Water uit de kraan, altijd en overal elektriciteit, brood op tafel… En mijn dochter die naar school kan gaan. Pas nu besef ik hoe belangrijk de kleine dingen zijn”, verwoordt Bruggeling Mohanad het zo schoon, nadat hij acht maanden met zijn gezin vastzat in Gaza.
“Ge gaat er nie van dood gaan”, zeiden mijn ouders altijd wanneer ik door de regen naar school moest fietsen. Ook jullie zullen niet doodgaan van een GFT-emmer, zelfs niet van de maden die erin zullen krioelen. Als dat het einde van onze wereld is, dan hebben we het volgens mij zo slecht nog niet.
The post OPINIE – Als een GFT-emmer het einde van onze wereld is, dan hebben we het zo slecht nog niet is provided by KW.be.