Onze journalist merkt op dat het er niet bepaald rooskleurig uitziet in de West-Vlaamse crosswereld: onze crossers moeten toezien hoe hun concurrenten met de grote prijzen aan de haal gaan, terwijl het bij de jeugd nog erger gesteld is: daar is het met een vergrootglas zoeken naar talent…
Op het eerste gezicht viel het vorige winter allemaal wel mee. Winst in zeven van de 27 klassementscrossen: check. Eindwinst in de Wereldbeker, het meest prestigieuze regelmatigheidscriterium in de veldritsport: check. Eindwinst in de X2O Badkamers Trofee, een van de twee andere (Belgische) regelmatigheidsklassementen in de cross: check. De nummers één, drie en negen in de UCI-ranking: check.
De drie belangrijkste West-Vlaamse crossers van dit moment zorgden daarvoor. Michael Vanthourenhout, 31 jaar, is al sinds corona de regelmaat zelve. Eli Iserbyt, 27 jaar, is met twee kampioenschapstitels, 39 klassementscrossen en acht eindzeges dé veldrijder van de voorbije vijf jaar. En Joran Wyseure, 24 jaar, heeft zich in twee jaar tijd bij het kransje van tien beste crossers genesteld.
En toch. Zo rooskleurig was en is het allemaal niet. Als het er vorige winter écht op aankwam, moesten Eli en co lijdzaam toekijken hoe hun concurrenten, vaak ‘parttime’ crossers die intussen ook een voortreffelijke wegcarrière aan het uitbouwen zijn, met de vetste prijzen aan de haal gingen.
“De sterkte van een generatie schommelt nu eenmaal. Maar neen, vrolijk worden we er niet van”
Op het EK in Pontevedra bleek een uitgekookte Thibau Nys sterker dan Iserbyt. Op het BK in Zolder trok Nys opnieuw het laken naar zich toe. Op het WK in Liévin stonden Mathieu van der Poel en Wout van Aert aan de start en toonde de jonge Nys zich logischerwijze ‘the best of the rest’.
Twaalf maanden geleden hoopten vriend en vijand op mooie duels tussen de nieuwe troonpretendenten, Iserbyt en Nys. Daar is nu zelfs (even) geen sprake van. Dat Iserbyt na drie (!) operaties aan een vernauwde liesslagader met heel wat vraagtekens aan dit seizoen begint, maakt het er niet makkelijker op. Ook de concurrentie staat niet stil. Toon Aerts is terug van weggeweest. Niels Vandeputte lijkt nog een stap vooruit te zetten. Emiel Verstrynge reed deze zomer al zijn eerste Tour. En wat krijgen we straks te zien wanneer het Nederlandse toptalent Tibor del Grosso komt meerijden?
Nog erger is het gesteld met onze jeugd: daar moeten we zelfs met een vergrootglas naar West-Vlaams crosstalent speuren. Vorige winter haalde geen enkele provinciegenoot de EK-selectie. Voor het WK slaagden enkel Viktor Vandenberghe en Lisa Maes daarin, maar voor hen lijkt een toekomst als prof eerder een verre droom. Akkoord, vermoedelijk is dit een tijdelijk probleem waar we door moeten. De sterkte van een generatie schommelt nu eenmaal. Maar neen, vrolijk worden we er niet van.
The post OPINIE – Het ziet er niet rooskleurig uit: we moeten met een vergrootglas speuren naar jong West-Vlaams crosstalent is provided by KW.be.