Na vier gewelddadige incidenten op anderhalve week tijd met een onmiskenbare link naar het drugsmilieu, stelt zich de vraag wat er aan de hand is in Oostende. Het aantal problematische gebruikers neemt toe, zegt hulpverlener Lucas Vandendriessche. “Ook wij schrikken van dat geweld.”
Eind augustus schoten vier Nederlanders een 17-jarige jongen neer in de Vuurtorenwijk. Het slachtoffer raakte levensgevaarlijk gewond, maar is ondertussen aan de beterhand. Twee dagen later vond de politie drugs en wapens in een appartement waar kort voordien een vermoedelijke gijzeling aan de gang was. Vorige week stak een 34-jarige man zijn huisbaas neer.
En afgelopen weekend stierf de 43-jarige Theresa Trees D. na een schietpartij op klaarlichte dag in het drukke stadscentrum. De politie en het gerecht hebben de handen vol met het onderzoek naar al die incidenten maar één rode draad verbindt hen allemaal: drugs. Die zijn uiteraard niet nieuw in de kuststad en drugs zitten in álle steden. Alleen: vier zware geweldsdelicten op anderhalve week tijd, dat is wel bijzonder veel.
Harde kern
“Ook wij kijken onze ogen uit als we al dat geweld zien”, zegt Lucas Vandendriessche. Als directeur van het Medisch Sociaal Opvangcentrum (MSOC) in Oostende is hij bijzonder goed vertrouwd met de drugscene in de Stad aan Zee. “Ik ben nu bijna drie jaar directeur en ik kan de agressie-incidenten eerlijk gezegd op één hand tellen. Ik heb nog nooit wapens gezien bij ons in het centrum, waar voornamelijk de chronische gebruikers komen. Dat zijn mensen die vaak al ettelijke jaren verslaafd zijn en diverse middelen door elkaar gebruiken. De harde kern inderdaad, met de zwaarste verslavingen. Wij focussen ons dan ook niet op het aanpakken van die verslaving, daarvoor is het te laat bij veel van onze cliënten. Wij helpen hen op medisch vlak, met psychosociale zorg en we delen ook methadon uit bijvoorbeeld.”
Onderkant groeit
Het aantal mensen dat bij het MSOC aanklopt, zit in de lift. “In 2020 klopten zo’n 600 mensen bij ons aan, vorig jaar waren dat er al 700. Er is dus wel een toename. Ergens is dat logisch. Onze cliënten zitten aan de onderkant van de maatschappij en die onderkant groeit. Het zijn soms hopeloze situaties, met diverse problematieken zoals thuis- of dakloosheid erbovenop. Daarom is het belangrijk dat we zeer laagdrempelig zijn én blijven. Ik kan alleen maar hopen dat beleidsmakers de recente incidenten niet aangrijpen om onze werking in vraag te stellen.”
“Ik ben ervan overtuigd dat onze lage drempel nodig is, anders komen mensen niet meer. Wij werken schadebeperkend, voor onze cliënten maar ook voor de samenleving. Als wij dit werk niet zouden doen, zou ons doelpubliek nog veel zwaarder wegen op de samenleving. Zonder ons zou de impact van mensen met een zware verslaving op de samenleving nog veel erger zijn”, stelt Vandendriessche.
Oostends burgemeester John Crombez (Vooruit) maakt zich sterk dat een verhoogde inzet van zowel de lokale als de federale politie soelaas zal brengen. Met hondenteams worden de parken in Oostende geregeld gecontroleerd. “Je moet daar realistisch in zijn”, nuanceert MSOC-directeur Vandendriessche. “Er zal in elke stad – en dus ook in Oostende – altijd een harde kern van gebruikers zijn. Veeg je één park schoon, dan duiken ze elders op. Dat is het probleem verleggen, niet oplossen.”
The post Hulpverleners over drugsmilieu in Oostende: “Zonder ons zou het hier nog veel erger zijn” is provided by KW.be.