Wandelvakanties in de Dolomieten, wekelijks een toertje in het bos of jaarlijks de Dodentocht trotseren: wie niet wandelt, is niet mee met de hype. Maar cijfers bewijzen dat West-Vlamingen wel degelijk massaal hun stapschoenen hebben aangetrokken sinds de coronalockdowns. “En die groep zal zeker nog groeien.”
Wandelen is hot, en dan vooral in onze provincie. Vorig jaar sloten 17.582 West-Vlamingen zich aan bij een wandelclub, omgerekend zijn dat 14 wandelaars per 1.000 inwoners. Dat blijkt uit data van Wandelsport Vlaanderen. Daarmee zijn we de meest wandelgekke provincie van het land. (lees verder onder de grafiek)
Dat wandelen op korte tijd een enorme populariteitsboost kreeg, bewijzen ook de cijfers. In 2019 telde West-Vlaanderen slechts 13.540 wandelclubleden, dat zijn er vijf jaar later dus bijna een derde meer. Geen enkele andere provincie kon een sterkere groei noteren, in Limburg daalt het ledenaantal zelfs.
Meer vrouwen
Dat West-Vlamingen fervente wandelaars zijn, heeft ook het team achter De Nacht van Vlaanderen geweten. Dit jaar organiseerden zij eind juni voor de 44ste keer hun wandel- en loopevenement, met Torhout als uitvalsbasis. Organisator Dirk Verduyn merkt op dat er elk jaar meer mensen de wandelschoenen aantrekken.
“De laatste editie voor de coronacrisis klokten we af op 6.000 deelnemers, wat toen echt een succes was. Dit jaar hebben er 11.000 mensen meegewandeld, bijna dubbel zoveel. We hebben zelfs inschrijvingen moeten weigeren, het is gek hoe populair de wandelsport is geworden. En dan te bedenken dat we na corona bang waren dat iedereen moe gewandeld zou zijn…”, lacht Dirk.
“We waren bang dat mensen na corona ‘moegewandeld’ waren… Dat was dus niet het geval”
Deelnemers krijgen de keuze tussen een wandeltocht van 10, 21, 42 en 100 kilometer. Vooral de langere afstanden winnen aan populariteit. “Voor de pandemie namen gemiddeld 500 wandelaars deel aan het parcours van 42 kilometer, nu zijn dat er meer dan 2.000.” (lees verder onder de grafiek)
Nog een opvallende evolutie zijn de nieuwe doelgroepen die ze bij De Nacht van Vlaanderen zien passeren. “Enerzijds schrijven opmerkelijk veel jonge stappers zich in, tussen de 16 en 35 jaar. Vroeger was dat een leeftijdscategorie die we nauwelijks konden overtuigen, nu zijn ze massaal op de kar gesprongen. Daarnaast bestaat een heel groot deel van deze nieuwe deelnemers uit vrouwen. Vooral de lange afstanden waren lang een mannenbastion, nu maken vrouwen twee derde van de wandelaars in deze categorie uit.”
Naar verklaringen voor deze wandelgekte hoeft Dirk niet lang te zoeken: laagdrempeligheid en het herontdekken van mooie landschappen. “Wandelen is gemakkelijk en goedkoop, zo goed als iedereen kan eraan beginnen. Daarnaast denk ik ook dat heel veel Belgen – en zeker West-Vlamingen – tijdens corona hebben beseft hoe mooi hun eigen streek is. Wandelen is de ideale manier om te genieten van de natuur, daar spelen wij ook op in wanneer we onze routes samenstellen.”
“Wandelen is goedkoop en gemakkelijk. Daarnaast hebben mensen in corona de schoonheid van hun eigen streek herontdekt”
Volgens Dirk heeft de wandelsport geen beoefenaars van andere disciplines afgesnoept, maar net diegenen aangesproken die voordien gewoon niet sportten. En daar heeft het sociale aspect van wandelen een groot aandeel in. “In het algemeen merk ik dat vrouwen meer vrijetijdsbestedingen zoeken dan vroeger, en dat doen ze veel vaker dan mannen in groep. Tijdens ons evenement merken we dat heel sterk: als één deelneemster haar inschrijving annuleert, dan volgt vaak de hele groep. Wandelen past ook gewoon perfect in een sociale setting: je kan babbelen terwijl je bezig bent, en na de tocht wordt er al snel gezellig een drankje gedronken. Welke redenen er ook achter schuilen, wij zijn blij met de tendens!”
Minder clubs
In tegenstelling tot het aantal leden, neemt het aantal erkende wandelclubs wél af. In 2024 waren dat er 67 in West-Vlaanderen, 15 minder dan vijf jaar eerder. Wel behouden we ook op clubniveau onze reputatie van meest fervente wandelprovincie.
“De clubs hebben het niet gemakkelijk. De reden die het vaakst wordt meegegeven bij stoppers is het feit dat ze geen nieuwe bestuursleden vinden. Mensen hebben schrik om zich te engageren, door steeds verdergaande digitalisering en regelgeving”, klinkt het bij Wandelsport Vlaanderen. (lees verder onder de grafiek)
Naast de officiële clubs zijn er ook negen wandelgroepen en drie trailwalkgroepen aangesloten bij de federatie. Wandelgroepen organiseren in tegenstelling tot clubs geen tochten voor derden, maar zijn eigenlijk gewoon mensen die onderling afspreken om op pad te gaan. “Vaak is een eerste stap van een club in moeilijkheden, een aanvraag doen om wandelgroep te worden. Dat is een pak laagdrempeliger. Intussen hebben we beslist om het begrip wandelgroep vanaf 2025 af te schaffen en iedereen in te schrijven als club. De voorwaarden en reglementen werden versoepeld. Elke vereniging of groep krijgt de vrije keuze of ze hun tochten voor buitenstaanders willen openstellen, waar we natuurlijk wel op hopen.”
The post West-Vlaanderen is de meest wandelgekke provincie van het land: 17.582 inwoners zijn aangesloten bij een wandelclub is provided by KW.be.