Na een tocht van 3,5 maanden en 2.512 kilometer is Franky Van Menen uit Beernem terug thuis. Hij wandelde vanuit zijn woonplaats naar Santiago De Compostela, en zelfs verder. Na zijn aankomst op de pelgrimsplaats wandelde hij nog naar de Spaanse dorp Fisterra, het pelgrimsdorp aan de zee.
Op 12 april trok Franky Van Menen samen met zijn gezin naar het gemeentehuis van Beernem. Daar liet hij door burgemeester Jos Sypré (CD&V) zijn eerste stempel voor de pelgrimstocht naar Santiago De Compostela zetten. Nadien trok hij via enkele stops in België richting Frankrijk. “De eerste dagen wandelde ik 20 tot 22 kilometer per dag. Via anderen hoorde ik dat het beter was om er op die manier een beetje in te komen. Sowieso had ik wel wat last van blaren, maar na een tijd verdwenen die vanzelf.”
Slaapplaatsen
“Slapen kon ik, zeker in Frankrijk, telkens bij mensen thuis. Via het netwerk van de pelgrims kan je gemakkelijk plaatsen vinden om te logeren. Ik had een tentje mee om te slapen als ik geen slaapplek vond, maar ik heb er maar een keer in geslapen. Na zo’n dag wandelen met een zware rugzak in een tentje slapen, dan toch liever een zacht bed bij mensen thuis”, vertelt hij.
De eerste slaapplaatsen in Frankrijk waren telkens een voltreffer, zegt hij. “Eten in overvloed, een heerlijk bed, sommigen deden zelfs mijn was”, zegt Van Menen. “En je hebt er steevast mooie gesprekken. Die ontmoetingen, dat blijft echt hangen. Ik heb een week of zes opgetrokken met een jongedame uit de Denderstreek. We sliepen vaak op dezelfde locatie, wandelden stukken samen en apart. Ik heb er nog steeds contact mee. Ze heeft haar tocht moeten onderbreken na een tekenbeet. Ze kreeg de ziekte van Lyme en is naar huis gekeerd. Ondertussen heeft ze me laten weten dat ze haar tocht hervat heeft.”
Van Menen ondernam de tocht onder meer voor het goede doel, voor Boven de Wolken, een initiatief dat sterrenkindjes herdenkt. “Als je je verhaal onderweg doet, ontroerde ik veel mensen. Ook omgekeerd hoor, want veel pelgrims hebben een bijzonder verhaal. Desalniettemin heb ik me echt geamuseerd. Ik wilde dat al vijftien jaar doen en heb van iedere dag genoten. Het was super.”
Eens aan de Pyreneeën bereikte Van Menen het punt waarop er nog 780 kilometer te wandelen was. “Ook dat was echt een overwinningsmoment. Eens in Spanje merk je ook dat het er een andere cultuur is. Vanaf dat punt merk je dat veel meer pelgrims samenkomen vanuit verschillende routes. De overnachtingsplaatsen zijn veel commerciëler. Je komt toe, krijgt een kamer toegewezen en dat is het. Maar willens nillens, ook daar kom je mensen tegen en krijg je gesprekken.”
Dubbel gevoel
Ook de natuur zorgt bij Franky voor blijvende herinneringen. “Van ongelofelijke vergezichten tot berglandschappen. In de Landes heb ik drie dagen lang langs rechte wegen gewandeld. Na drie dagen was ik het beu en heb ik voor een andere route gekozen”, lacht hij.
Eens in Compostela, overviel Van Menen een dubbel gevoel. “Enerzijds ben je heel blij dat je er bent, maar anderzijds is het avontuur dan gedaan. Bovendien zag ik er heel veel mensen die ik op de route tegenkwam, terug. Ik ben van daaruit nog 90 kilometer verder gegaan naar Finistera. Dat is het mythische einde van de wereld voor pelgrims. Eens daar, ben ik nog twee dagen gebleven en dan teruggevlogen.”
“Eens in België moest ik meteen wennen aan de hectiek en stress, dat was een groot verschil met Frankrijk en Spanje. Op 31 juli kwam ik na 3,5 maanden terug thuis. Ik heb er ongelofelijk veel van genoten. Het caminovirus heeft me te pakken, maar ik denk niet dat ik nog zo lang zal wegblijven”, zegt hij.
Van Menen koppelde ook een goed doel aan zijn camino. Hij zamelde geld in voor Boven de Wolken, een initiatief dat ouders van sterrenkindjes ondersteunt. Op 11 oktober deelt hij zijn verhalen tijdens een barbecue. Inschrijven kan via de Facebookpagina Pad Boven de Wolken of [email protected].
The post Franky Van Menen stapte van Beernem naar Compostela: “Veel pelgrims hebben een bijzonder verhaal” is provided by KW.be.