Verhalen over onze visserij horen niet thuis in de vergeetput! De jaarlijkse herdenking van de Vissersopstand van 1887 bekrachtigt deze woorden. Vijf doden en veel gewonden zijn de trieste erfenis van de revolte. De industriële revolutie trok een spoor van vernieuwing en vernieling door veel sectoren in Europa. In de industriegebieden rond Luik staakten metaalarbeiders, in Gent textielarbeiders. Luikse stakers werden onthaald op een kogelregen. Bedroevend resultaat: 28 doden. In Gent arresteerden ze stakers en vielen er gewonden. Net als de Oostendse vissers waren ook zij slachtoffers van uitbuiting.
Onze vissers, uitgebuit door sommige reders, eisten hogere lonen en betere huisvesting. De moordende concurrentie van Engelse vissers, die goedkope vis op de markt brachten, was een extra klap voor de vissers. Moegetergd, eisten ze brood en het verbod op het aanlanden van vreemde vis. Door samen te protesteren wilden ze hun eisen staven maar bleven weerloos tegenover de Burgerwacht, die, ‘tot elke prijs’ de opstand in de kiem smoorde.
“Laat ons alsjeblieft vredesduiven droppen”
Deze moorden doen me denken aan de genocide in Gaza. De kans om eten te bemachtigen is even groot als de kans om je leven te bekopen met de dood. Omvang en motieven zijn onvergelijkbaar, toch loopt het gegeven parallel: mensen een leefbaar leven ontzeggen.
Na de opstand deelde de stad, eenmalig, 500 broden uit aan de vissers, een zoutkorrel! Net als het droppen van voedsel in Gaza loopt ook hier een rode draad. Laat ons alsjeblieft vredesduiven droppen!
The post Moegetergde vissers is provided by KW.be.