Theater aan Zee blikt tevreden terug op een geslaagde editie. Het grootste theaterfestival van Vlaanderen plant vernieuwingen en pareert de kritiek over beschikbare tickets. Wonderwaai en Café Koer waren voltreffers. “Ik wil de zee meer betrekken”, zegt Cindy Godefroi.
“Voor de betalende voorstellingen werden 50.000 tickets of 95 procent van de tickets verkocht”, zegt Hans ‘Boy’ Rabaey, zakelijk leider van Theater aan Zee. “Er waren minder tickets beschikbaar omdat we niet konden programmeren in het Kursaal.” TAZ wordt gemaakt met subsidies van de stad Oostende (600.000 euro) en Vlaanderen (300.000 euro). “Ook de ticketverkoop is één van onze belangrijkste bronnen van inkomsten. Onze ticketprijzen zijn trouwens niet hoger dan in culturele centra.” Artistiek leider Cindy Godefroi : “Geen enkele voorstelling werd afgelast door de regen. En de voorstelling op de scheepswerf die niet kon doorgaan door de vondst van een bom, is nadien hernomen.”
Uitverkocht
Er is her en der ook kritiek te horen : van uitverkochte voorstellingen, een nieuw systeem voor de ‘Vrienden van TAZ’ (die vooraf tickets kunnen kopen) tot het feit dat de TAZ-keuken enkel nog vegetarische maaltijden serveert. Boy countert : “Een voorstelling zoals Da Capo van Circus Ronaldo staat hier negen keer. Meer kan niet. En dat is dus negen keer uitverkocht. Dat is de keerzijde van het succes. Da Capo was trouwens niet uitverkocht door de Vrienden, net als 90 procent van de voorstellingen. Er zijn ook niet zoveel podiumkunstenfestivals. Tomorrowland is op één dag en Rock Werchter op twee dagen uitverkocht.” De Vrienden van TAZ kunnen nu maximaal twee (in plaats van vier) tickets per voorstelling boeken. “Niemand maakte er een probleem van. Dat zorgt ervoor dat er meer tickets beschikbaar zijn voor anderen. We hebben inmiddels 1.400 vrienden. Dat is trouwens ook elders het geval. Het festival Oerol op het Waddeneiland Terschelling werkt ook volgens dat systeem.” Over de veggie-maaltijden : “Die zijn er gekomen om het festival duurzamer te maken. In elk geval niet omdat men dan goedkoper kon koken.”
“Het gaat verder dan de maaltijden. De dieselgroep voor de voorstelling op Duin en Zee is vervangen door een installatie op zonne-energie. Net zoals bij de dans van Jotka op de Zeedijk. Die lijn willen de komende jaren doortrekken onder impuls van TAZ Lab, die onderzoekt hoe we op locatie op de beste manier kunnen werken. Daar hoort ook bij dat we in de toekomst minder volledige infrastructuur of ‘black boxen’ zullen bouwen. De locatie moet méér onderdeel worden van de voorstelling. En dat lukt. De voorstelling Shoppenhauwer werd gemaakt voor zo’n ‘black box’. We vroegen maker Damiaan De Schrijver of hij die wou spelen op de scheepswerf. Hij ging akkoord. Publiek en makers waren er nadien lovend over. Na de zomer gaan wij actief op zoek naar nieuwe locaties. Dit jaar waren dat Duin en Zee en de Welllingtonrenbaan. Met zo’n locaties maak je het verschil met de reguliere zalen.”
Leopoldpark
“De tribune in het Leopoldpark voor de voorstellingen van Wonderwaai zat elke keer tjokvol. Samen met de andere activiteiten lokte Wonderwaai tussen de 20.000 en 30.000 bezoekers. En dat allemaal gratis. Net zoals de toiletten op Café Koer”, zegt Boy. Het festivalcafé werd groter en was bijna elke avond volzet, goed voor opnieuw een kleine 30.000 bezoekers. Het succes van het Leopoldpark merken we aan onze omzet in het festivalcafé.”
Straffe jonge makers
“Elk jaar geven wij acht jonge makers een podium. Als ik een voorstelling als My Nemesis zie, dan besef ik welk talent de jonge generatie heeft”, zegt Cindy Godefroi. Een andere opgemerkte voorstelling was Housewarming van Kes Bakker en Anna De Graeve. “En de voorstellingen van de jonge makers lokken volk. Geen sectormensen, maar gewone Oostendenaars. Per productie zorgen wij voor 700 à 1.000 toeschouwers voor die jonge makers. TAZ zorgt ervoor dat ze gezien worden.” Cindy kijkt al vooruit naar 2026 : “Ik wil de zee meer betrekken als decor en voor de inhoud. We gebruiken de zee te weinig.”
Eigen camping
“Oostende staat onder druk. Het is soms moeilijk om tijdens het festival nog kamers te vinden. Voor ons jonger publiek is logeren op hotel niet goedkoop. In Oerol slaapt 90 procent van de bezoekers in tenten. Wij willen ook een camping voor simpele én meer comfortabele tenten. Want jongeren trekken nu naar campings in de omliggende gemeenten. Het kan ook een oplossing zijn voor de vele campers op de Oosteroever. Er mag eigenlijk niet overnacht worden, maar het gebeurt toch.”
The post Theater aan Zee sluit vandaag succesvol af: “We dromen van een eigen camping” is provided by KW.be.