In september begint de bronsttijd. Edelherten burlen hun longen leeg, hun borst vooruit, geurklieren wijd open. Ze zweten, vechten, pronken, allemaal om indruk te maken op de hinden. Geen Spotify-playlist of subtiele openingszin, maar rauwe, dierlijke verleiding. En hoe vreemd het ook klinkt: als ik tijdens een zomerse dag op het strand van Oostende loop, zie ik precies hetzelfde spel.
De zon doet wat ze al duizenden jaren doet: lichamen opwarmen en kleren laten verdwijnen. Wat overblijft: huid, geur, verlangen. Een man die langsloopt met zijn zonnebril net iets te vaak afzakkend, zijn buik ingetrokken, zijn blik gretig loerend. Een vrouw die haar schouders insmeert, nét iets sensueler en trager dan nodig. De zon maakt alles vloeibaarder. Haar warmte legt alles bloot wat normaal verborgen blijft: onze lichamen, onze verlangens, onze driften en ons zweet.
En in dat zweet zitten geurstoffen, feromonen, die aantrekken. De zon versterkt dat effect, net zoals het wegvallen van werk, stress en kleding. Op vakantie komen we dichter bij onze natuur. En die natuur wil soms maar één ding: seks.
De statistieken liegen niet: elk jaar is er een geboortepiek in het voorjaar. Babyboomers in spe, verwekt tussen zandkorrels en zonnebrand. Misschien ben ik er wel eentje van?
De natuur regisseert haar eigen liefdesopera. In het bos of op het strand. Van gewei naar pet. Maar het refrein is hetzelfde: zien, ruiken, verleiden en je volledig overgeven aan jouw verlangens en oerdriften. Dus bronst er maar lekker op los.
The post Zeebronst is provided by KW.be.