De Week van de Borstvoeding staat voor de deur, het ideale moment voor Agentschap Opgroeien om enkele cijfers te delen over het thema. Blijkt dat 76 procent van alle West-Vlaamse baby’s die vorige jaar geboren werden minstens één keer borstvoeding kreeg tijdens de eerste 24 uur van hun leven. Dat is het laagste percentage in heel Vlaanderen, maar toch ook een flinke stijging in vergelijking met 10 jaar geleden.
De Wereldgezondheidsorganisatie raadt aan dat baby’s minstens zes maanden borstvoeding krijgen omwille van de grote gezondheids- en ontwikkelingsvoordelen voor kinderen op korte en lange termijn. Tijdens de Internationale Week van de Borstvoeding wordt die aanbeveling nog eens extra in de kijker gezet. Toch in borstvoeding geven niet in elke situatie even evident en vanzelfsprekend.
“Borstvoeding geven kan een hobbelig parcours zijn. Zeker de eerste weken kan borstvoeding gepaard gaan met ongemak of zelfs pijn. Het is belangrijk dat moeders dan snel hulp en ondersteuning krijgen. Hoe dan ook ben en blijf je een goede ouder, ook al krijgt je kind géén borstvoeding”, aldus lactatiekundige Christel Geebelen.
Immuunsysteem
Nu blijkt uit cijfers van Agentschap Opgroeien dat er tegenwoordig steeds meer vrouwen de keuze maken om na hun bevalling borstvoeding te geven. Vorig jaar kreeg West-Vlaanderen 77,5 procent van alle baby’s binnen de eerste 24 uur na hun geboorte borstvoeding, in 72 procent van de gevallen werd de moedermelk zelfs niet aangevuld met flesvoeding. Het zijn vooral die eerste melkdruppels – colostrum genaamd – zijn volgens onderzoek een godsgeschenk voor het immuunsysteem van kinderen. Tien jaar geleden kreeg slechts 71,4 procent van alle West-Vlaamse baby’s – al dan niet uitsluitend – borstvoeding op hun eerste levensdag. (lees verder onder de grafiek)
Met deze evolutie laat onze provincie een mooie stijging optekenen, al blijven onze moeders het minst fan van borstvoeding in vergelijking met de rest van Vlaanderen. Zo kreeg maar liefst 86,5 procent van alle Vlaams-Brabantse pasgeborenen vorig jaar borstvoeding op dag 1, gevolgd door Antwerpen (84,4%), Oost-Vlaanderen (83,2%) en Limburg (82,3%).
Moeders met een buitenlandse roots zijn meer geneigd om hun baby’s borstvoeding te geven
Die provinciale verschillen kunnen deels verklaard worden door demografische kenmerken. Uit de data van Opgroeien leren we bijvoorbeeld dat borstvoeding veel meer ingeburgerd is bij moeders met een niet-Belgische roots, een doelgroep die in West-Vlaanderen nu eenmaal minder talrijk is dan in de rest van Vlaanderen.
Ook op latere leeftijd willen veel ouders hun kind nog voeden met moedermelk. Waar 10 jaar geleden nog meer dan 8 op de 10 baby’s van 6 maanden enkel en alleen maar flesvoeding dronk, is dat nu maar het geval meer bij net geen 7 op de 10 kinderen.
Binnen de provincie zijn de verschillen ook groot, al is daar niet meteen een verklaring voor te vinden. Zo krijgt slechts zes op de tien Middelkerkse baby’s borstvoeding meteen na de geboorte, terwijl dit percentage in Zuienkerke op 89 procent ligt. (lees verder onder de kaart)
Kraamkaartjes
Dit jaar ligt de focus van de Borstvoedingsweek op het belang van ondersteuning. “Als partner, oma, peter, vriend of buurvrouw kan je geen borstvoeding geven. Je kan wel het verschil maken met concrete praktische hulp of zelfs gewoon een luisterend oor”, aldus Nele Wouters, woordvoerder van Kind en Gezin. De organisatie lanceert dit jaar Kraamkaartjes, gratis te downloaden. Op die kaartjes staat al een klein gebaar voorgedrukt (zoals het voorstel om boodschappen te doen, een maaltijd klaar te maken…) en is er ruimte om zelf een boodschap te schrijven, waarmee je aan kersverse ouders kunt duidelijk maken dat je klaar staat om te helpen.
The post IN KAART 7 op de 10 baby’s krijgt borstvoeding, maar West-Vlaamse mama’s zijn wel het minst fan is provided by KW.be.