Gloeiend kwaad waren ze op hun vader, de vijf zonen van Marcel Hoet, toen ze op een doordeweekse dinsdagavond in 2004 op een half mislukt familiedrama in hun ouderlijke woonst stootten. Moeder Jacqueline lag dood in bed, vader Marcel halfdood op de grond, allebei verdoofd door slaappillen. “Een onmogelijke mens, een echte tiran”, noemden ze hem. Op het proces drie jaar later keerden ze hun kar. “Hij wou alleen maar het beste voor ons moeder”, klonk het. Hoet ging vrijuit, met dank aan zijn advocaten en het fameuze artikel 71.
Een bungalow in een rustig straatje in Torhout, op een zomerse dinsdagavond in juni 2004. Op de livingtafel ligt een handgeschreven afscheidsbrief. Daarnaast, keurig gerangschikt: de autosleutels, de verzekeringspapieren en een notaatje waarop netjes staat beschreven op welke plaats van de strooiweide hun vijf zonen de as moeten laten uitstrooien. Plots komt een van de vijf zonen de bungalow van Marcel Hoet en Jacqueline Bogaert binnen.
Roger wil even checken hoe het met de twee gaat, ze zijn tenslotte beiden 76 jaar oud. Hij ziet de spullen op tafel liggen en begint zijn ouders te roepen. In de slaapkamer treft hij hen aan: moeder Jacqueline Lientje Bogaert (76) ligt aangekleed en met de handen op de borst gevouwen in bed. Ze vertoont geen teken van leven meer. Vader Marcel Hoet ligt zieltogend op de grond, bewusteloos maar hij ademt nog.
Vernietigend beeld
Wanneer de toegesnelde spoedarts hem zegt dat zijn vader misschien nog te redden valt, gooit Roger zijn vader Marcel van pure colère op bed. “Een tiran was hij. Altijd maar werken, werken, werken en andere mensen bevelen. En nu heeft hij ons moeder doodgedaan”, verklaart Roger later aan de politie. Zijn vier broers treden hem bij en schetsen in hun eerste verhoren een vernietigend beeld van hun vader.
Die wordt ondertussen in een coma overgebracht naar het ziekenhuis. Wanneer hij daar even later wakker wordt, ontkent hij in eerste instantie. “Een prop in haar keel? Niets mee te maken”, klinkt het. Een dag later, de avond voor hij een eerste keer voor de raadkamer moet verschijnen, breekt Marcel. “Mijn vrouw was zwaar ziek, we wilden samen uit het leven stappen”, bekent hij.
Het verhaal van Marcel en Jacqueline start met een huwelijk op 14 oktober 1950, vijf jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog. Beiden zijn geboren in 1927, tijdens het interbellum, en allebei zijn ze getekend door de oorlog. Het gezin van Marcel moest tijdens de oorlog vluchten voor de Duitsers. Onderweg raakte Marcel, samen met zijn achtjarige broertje, zijn ouders kwijt. Pas na drie weken vonden ze elkaar terug. Later volgde hij de richting elektriciteit in Roeselare en ging hij aan de slag bij de landmacht, waar hij het tot eerste sergeant schopte en zich bezighield met het sanitair van de gebouwen.
Ergens onderweg leerde hij boerendochter Jacqueline kennen, een stille, volgzame vrouw uit een kroostrijk gezin. Jacqueline werkt eventjes als poetsvrouw bij de RTT maar werkte nadien vooral mee in het sanitairbedrijf van haar man in Wijnendale. De pvba Hoet en Zonen, want drie van hun ondertussen vijf zonen werkten mee in het bedrijf, net als een schoondochter. Het was Marcel die er, nogal autoritair, de plak zwaaide. “Jacqueline is de baas in huis, ik in mijn kot”, zou Marcel daar later over zeggen.
(lees verder onder de afbeelding)

Alleen klopte dat niet echt. Met de gezondheid van Jacqueline ging het al jaren niet goed. De vrouw sukkelde van de ene depressie in de andere, voornamelijk door de vele conflicten tussen haar man en haar kinderen. De baas spelen thuis zat er niet echt in. Jacqueline koos altijd openlijk partij voor haar man, die ze niet of amper durfde tegenspreken. Haar depressies werden zo erg dat ze geregeld moest opgenomen worden.
En Marcel, hij deed op zijn eigen manier zijn best voor zijn vrouw. Hij kocht een caravan om twee keer paar jaar in Spanje de zinnen te verzetten, maar toen Jacqueline in 2001 haar heup brak op reis ging het snel bergaf. De dokters stelden parkinson vast, Jacqueline brak ook haar tweede heup, ontwikkelde alzheimer en kon na verloop van tijd nog moeilijk praten en zelfs niet meer zelfstandig rechtop zitten.
Een definitieve opname in een verzorgingstehuis drong zich op. De vijf zonen beseften dat, Jacqueline smeekte er zelf om, maar Marcel wou er niet van weten. “Daar doen ze mijn Lientje een pamper aan, ik wil dat niet. Ik kan zelf het beste voor haar zorgen. Als Lientje en ik dit huis nog verlaten, zal het tussen vier planken zijn”, liet hij aan iedereen weten. De verpleegsters van Familiehulp werden de deur gewezen, alleen de kinesist was nog welkom. Eten maken, zijn vrouw aankleden, wassen, medicatie geven en helpen naar het toilet gaan: Marcel deed het, ondanks zijn leeftijd, allemaal zelf. Hij kocht zijn vrouw een relaxzetel, later een hydraulisch bed en nog later een echt ziekenhuisbed. Alles om maar niet naar dat verdoemde rusthuis te moeten.
Vijftien pillen
Voor de vijf zonen was het stilaan ondraaglijk om te zien hoe hun moeder achteruit ging en hun vader met de dag koppiger werd. Op 9 juni 2004 planden ze een familieraad. Marcel voelde de bui al hangen en wist wat daar beslist zou worden. De bejaarde man zag maar één uitweg. Met een tang plette hij vijftien pillen Lorazepam – sterke slaapmedicatie –, loste die op in water en gaf ze Jacqueline te drinken.
Vier uur lang keek hij toe hoe zijn Lientje langzaam wegzonk in de finale slaap van haar leven. Om zeker te zijn dat ze niet meer wakker zou worden, scheurde hij enkele blaadjes keukenpapier van de rol, rolde die tot een prop en duwde die prop in haar keel. Nadien slikte Roger zelf nog een dertigtal pillen door met porto, zijn Lientje achterna. Dat was toch de bedoeling, tot zoon Roger de bungalow binnenkwam.
(lees verder onder het kader)
In het kort
Beschuldigde: Marcel Hoet (76) uit Torhout.
Slachtoffer: Jacqueline Bogaert (76).
Feiten: op dinsdag 8 juni 2004 gaf Hoet zijn zieke vrouw een overdosis slaapmedicatie en stak een prop papier in haar keel. Daarna nam hij zelf ook pillen, maar overleefde.
Drie jaar later, op het proces voor het hof van assisen in Brugge, antwoordt Roger aarzelend en uiterst beleefd op de vragen van voorzitter Koen Defoort. De ondertussen 79-jarige man is slecht te been en mag voor zijn verhoor, uitzonderlijk, in zijn zwarte pak plaatsnemen op de getuigenstoel in plaats van de beklaagdenbank. Wanneer Defoort hem dé cruciale vraag stelt – Wou uw vrouw eigenlijk zelf wel dood? – doet Marcel snikkend het verhaal.
“Ik zal u vertellen hoe het gegaan is. De zon scheen, ik had de tuinstoelen buitengezet. We zaten daar naast elkaar, hand in hand. De kinesist kwam binnen maar hij is de behandeling niet gestart. Hij gaf mij een schouderklopje en vertrok weer. Ik vroeg aan Lientje of het niet beter zou zijn mochten we er allebei niet meer zijn. Ze legde haar hoofdje tegen mijn schouder. Voor mij was dat toch een halvelings positief antwoord”, vertelde Marcel.
(lees verder onder de afbeelding)

Voor openbaar aanklager Thierry Begeyn was dat naast de kwestie. “Voor mij moet Marcel niet terug naar de gevangenis, maar ik vraag toch een schuldigverklaring en een symbolische straf. Dit is een principezaak”, aldus Begeyn, die verwees naar de Belgische euthanasiewet die pas twee jaar voor de moord werd ingevoerd. “Wat heeft die wet voor zin als meneer Hoet geen straf zou krijgen? Zulke misdaden mogen niet met de mantel der liefde toegedekt worden”, vond hij. Ook de legendarische gerechtspsychiater Roger Deberdt zette zich op die lijn. “Van onweerstaanbare dwang is hier geen sprake. Er was geen paniek of ontreddering. Vier uur lang heeft hij uiterst kalm haar dood afgewacht. Nadien heeft hij nog een zeer heldere brief geschreven”, getuigde hij.
Toppleiters
Aanklager Begeyn had op bijval gerekend van de zonen van de beschuldigde, maar kwam van een kale reis thuis. Tijdens het bijna drie jaar durende onderzoek – en de vijf maanden die hun vader in voorhechtenis zat – keerden de gebroeders Hoet hun spreekwoordelijke kar. Plots was hun vader niet langer de baarlijke duivel die zijn bedrijf voor zijn gezin plaatste, maar een zorgzame echtgenoot die – weliswaar op zijn eigen manier – het beste voorhad met zijn Lientje. “We hebben te laat ingezien hoe diep vader zat. Er viel met hem niet te praten, maar wij als zonen hadden meer kunnen doen. Vader was een perfectionist, hij wou voor ons moeder ook alleen maar het beste”, staken ze de hand deels in eigen boezem. Koren op de molen van toppleiters Luc Arnou en Vincent Vereecke die Marcel Hoet bijstaan.
Onweerstaanbare dwang
“Hij heeft misdaan”, opende Vereecke – ondertussen rechter geworden – zijn pleidooi. “Maar hij werd overmand door een macht die hij niet kon weerstaan”, volgde daar meteen op. “Hij kon het niet aan om zijn Lientje naar een afdeling geriatrie te sturen, waar hij de patiënten als plantjes zag liggen. Hij zocht een uitweg en ook Lientje zelf riep continu om een oplossing. Hij raakte vermoeid, kon nachtenlang niet slapen. Hij was zichzelf niet meer, de grote beer ging psychisch door de knieën”, klonk het. Een overduidelijk geval van artikel 71 – onweerstaanbare dwang – pleitten Arnou en Vereecke.
Een gok, maar een berekende gok, zo bleek toen enkele uren later de hoofdman van de jury – letterlijk met de hand op het hart – de uitslag bekendmaakte. Op de vraag of Hoet, Marcel, geboren op 8 augustus 1927, zich schuldig maakte aan de doodslag op Bogaert, Jacqueline, geboren op 6 november 1927 antwoordde de hoofdman met een duidelijke neen. De vraag naar de voorbedachtheid moest dus niet meer beantwoord worden. Voorzitter Koen Defoort legde het arrest in mensentaal uit aan Hoet, maar die wuifde dat weg. “Het is goed”, prevelde hij, om meteen daarna met zijn zonen het assisenhof via een achterpoortje te verlaten.
Na het proces trok Marcel Hoet zich terug in zijn flatje in het centrum van Torhout. Bijna dagelijks bracht hij een bezoekje aan het graf van zijn Lientje. In het najaar van 2017 is Marcel Hoet gestorven.
Wie met vragen zit over zelfdoding, kan terecht op de Zelfmoordlijn: op het gratis nummer 1813 of op zelfmoordlijn 1813.be. Nood aan een gesprek? Dan kan je terecht bij Tele-Onthaal op het nummer 106 of via www.tele-onthaal.be.
The post VERRASSEND VRIJ (1): Hij verstikte zijn Lientje en toch ging ‘tiran’ Marcel vrijuit is provided by KW.be.