Onder impuls van John A. Rosenhøj erkende Vlaams cultuurminister Caroline Gennez diamantbewerking in Vlaanderen als immaterieel erfgoed. Deze Deense Bruggeling wil de komende jaren zijn diamantmuseum in de Katelijnestraat in omvang verdubbelen.
“Als frieten en chocolade erfgoed zijn, hoorde ook de diamantbewerking deze erkenning te krijgen”, stelt de Deense architect en mijningenieur John A. Rosenhøj, die in 1999 in de Katelijnestraat zijn diamantmuseum opende.
Recent kocht hij het aanpalende pand – drukkerij De Schacht –- aan, met de oog op de uitbreiding van zijn museum. “We investeren hierin 1,5 miljoen euro en zullen ons diamanthuis met 600 vierkante meter in fases vergroten, gespreid over de jaren 2027-29”, legt hij uit.
Hoe zou je jouw band met Brugge omschrijven?
“Uitstekend! Ik ontdekte Brugge in het jaar 1983, toen mijn werkgever F. L. Smidt & Co. A/S – de grootste Deense industriële groep – mij vroeg om een Algerijnse klant rond te leiden in Europa. Wij waren toen voor een kleine week in Brugge en hebben de Brugeoise bezocht, waar toen grote Amerikaanse dumptrucks voor mijnen, die de klant gekocht had, werden gebouwd. ‘s Avonds wandelde ik door de Brugse straten. Dat alles zo proper en kalm was, maakte grote indruk op mij.”
“Ik heb toen mijn ouders in Denemarken opgebeld en hen gezegd dat ik graag op zo’n plaats zou willen wonen. Drie jaar later, na mijn huwelijk met Türkan en de geboorte van onze eerste zoon Patrick, was het zover. Türkans papa behoorde tot de christelijke minderheid in Turkije – de Arameeërs – en was juwelier in Istanboel. Maar we hebben samen met onze eigen spaarcentjes in 1990 Diamanthuis Brugge in de Cordoeaniersstraat opgericht. We wonen op honderd meter van de Markt.”
Wat is je favoriete plek?
“Het Astridpark. Want in de tuin van het vroegere Minderbroederklooster werden in het jaar 1360 de eerste ruwe diamanten verkocht. Maar ik hou ook van het Pastoor Vanhaeckeplein, het Sebrechtspark, het Begijnhof en natuurlijk de Brugse Vesten. Ik hou ervan om tijdens de avondschemering in de straten rond te wandelen om de lichten en de huizen te bewonderen, maar ook de elegante vlucht van de vleermuizen vanuit de Brugse Belfort gade te slaan.”
Welke lokale horecazaak raad je iedereen aan?
“Hotel Rosenburg langs de Coupure voor een drankje in de tuin of in de lobby. Het is haast onmogelijk te kiezen tussen de vele excellente restaurants intra muros in Brugge. Mijn complimenten voor de inspanningen van de Brugse hotelscholen, in het bijzonder Flanders Culinary Arts in de vroegere Karmeliet en Tête Pressée.”
Waar ga je shoppen?
“Als ingenieur raad ik Stock Vermeersch in Sint-Pieters aan. Waar in de wereld vind je een winkel met meer dan 400.000 artikelen en technisch bekwame medewerkers? Horeca Totaal in de Sint-Pietersgroenestraat is ook een uitzonderlijke winkel door de grote keuze aan kwaliteitsvoedsel, vooral vis.”
Wat is er het meest veranderd in Brugge sinds je jeugd?
“Ik woon en werk hier nu al bijna veertig jaar. Er zijn meer dagtoeristen in Brugge, zeker sinds de opening van de cruiseterminal in Zeebrugge in 2018. De wens van de Stad en de vzw Brugse Bezienswaardigheden is om meer verblijfstoeristen aan te trekken.”
Wat zou je graag anders zien?
“Een betere samenwerking en coördinatie tussen de diverse overheden en de private instellingen, met name winkels, restaurants, musea en attracties.”
Als je één ding mocht realiseren voor Brugge, wat zou dat zijn?
“Een standbeeld voor de Brugse goudsmid Lodewijk van Bercken, de legendarische uitvinder van het diamantslijpen op een draaiende schijf in 1476.”
Wie verdient meer erkenning?
“De vzw Brugse Bezienswaardigheden, opgericht door Diamantmuseum Brugge, Historium en Choco-Story, verdedigt de belangen van private musea en attracties. Er is een groot potentieel voor meer samenwerking met Stad en stedelijke musea.”
John A. Rosenhøj
Architect en burgerlijk ingenieur John A. Rosenhøj is afkomstig uit het Deense Nykøbing Falster. Hij was als geoloog en mijningenieur wereldwijd actief. Hij huwde in 1983 met Türkan, met wie hij naar Brugge verhuisde.
Ze openden in 1990 Diamanthuis Brugge in de Cordoeaniersstraat. In 1996 volgde een juwelierswinkel in de Katelijnestraat. Samen met historicus Ludo Vandamme ontdekte hij dat de Bruggeling Ludovicus van Bercken in 1476 de allereerste diamantslijper in de Nederlanden was. John A. Rosenhøj stichtte, met partners uit de diamantsector, een werkgroep, die Vlaams cultuurminister Caroline Gennez overtuigde om de Diamantbewerking in Vlaanderen te erkennen als immaterieel cultureel erfgoed.
The post Stichter Diamantmuseum John A. Rosenhøj is thuis in Brugge: “Als frieten en chocolade erfgoed zijn, hoorde ook diamantbewerking deze erkenning te krijgen” is provided by KW.be.