Bram Keirsebilck (42) is operationeel verantwoordelijke bij voetbalclub KVDO. Hij is een geboren en getogen Oostendenaar en voelt de band steeds sterker worden. “Ik heb veel gereisd en zag veel buitenlandse stranden, waaronder Copacabana in Rio of het strand van Miami. Maar Oostende is mooier.”
We spreken af bij Marie-K Beach, een zomerbar op het strand van Mariakerke. Het zonnetje komt van achter de wolken, wat verder kleuren papieren strandbloemen ons beeld. “Ik spring hier graag eens binnen”, zegt Bram. “Het is hier wat rustiger, geen opgepompte sfeer, even weg uit het centrum. De beachbars vind ik een meerwaarde voor Oostende. Goed dat ze er zijn, maar ook dat er niet te veel zijn.”
Hoe zou je jouw band met Oostende omschrijven?
“Ik ben hier geboren en getogen en voel de band met de jaren sterker geworden. Ik studeerde in Brugge en Leuven en ging als tiener ook een tijdje uit in Brugge, maar Oostende heeft zoveel troeven. Daarom ook dat toeristen massaal naar hier komen en heus niet alleen voor het strand.”
Hangt jouw liefde voor Oostende samen met de liefde voor de Oostendse voetbalclub?
“Zeker. Ik ben al mijn hele leven gelinkt aan het voetbal. Als gastje van zes speelde ik bij de jeugd op De Schorre, op mijn negende behoorde ik tot de spionkop. Het was een droom toen ik in 2013 mocht beginnen werken voor KVO. Natuurlijk heb ik ook woelige tijden meegemaakt bij de club. Ik hoop dat we nu met KVDO in stabieler vaarwater zitten.”
Is het KVDO-stadion op het Albertpark je favoriete plekje?
“Het is een plek waar ik al sinds mijn kindertijd mee verbonden ben, maar ik heb nog andere favoriete plekken dan mijn werkplek (lacht). Eén favoriet plekje zou ik niet kunnen noemen, maar Mariakerke is de wijk waar ik altijd heb gewoond en die me nauw aan het hart ligt. Hier speelde ik op het strand en ontmoette ik vrienden. Je bent hier dicht bij het centrum, maar weg van het massatoerisme. Aan het Duinenkerkje heb je nog een dorpsgevoel. In Mariakerke zijn er ook veel goede restaurants en leuke winkels bij gekomen.”
Wat is je favoriete horecazaak?
“Deze beachbar Marie-K mag je zeker vermelden, al kom ik ook graag in de andere Oostendse zomerbars, zoals Cargo. Mijn favoriete cafés zijn de Manuscript en De Pelikaan. Manuscript is een beetje waar Oostende voor staat: en biercafé, bruine kroeg, zelfs danscafé, de Oostendse rebellie. En in De Pelikaan slaagde uitbater Domien er in de eigenheid van het volkscafé te behouden en de zaak een nieuwe schwung te geven. Een eervolle vermelding geef ik ook nog aan de Twilight in de Langestraat – Waar Passe en Wendy zolang hart en ziel waren- en aan Den As, het supporterscafé vlak aan het KVDO-stadion. Ik hoop dat het er nog lang mag blijven. Op het vlak van restaurants kende Oostende dan weer een enorme inhaalbeweging. Ze allemaal opsommen is onbegonnen werk, maar De Baron en Le Bassin, een combinatie van hotel, wijnbar en restaurant, zijn twee van mijn favorieten. En voor een goede dagschotel ga ik dan weer graag naar Bistro Van Gogh.”
En om te shoppen?
“Ik ben geen shopper, maar meer iemand die één keer gaat winkelen in de solden (grinnikt). Al hou ik wel van authentieke Oostendse zaken als Lily en Ferm. Als ik aan Ferm één advies mag geven: misschien moeten ze de opdruk ‘beire’ op hun truien vervangen door het Oostendse ‘bère’.”
Hoe zag je Oostende veranderen sinds je jeugd?
“De laatste vijf à tien jaar onderging de stad een metamorfose op het vlak van hippe winkels en horecazaken. De connotatie met marginaliteit en geweld uit de jaren ‘90 en 2000 is verdwenen, al blijft Oostende een havenstad, ruw en met een hoek af. Van zomerstad evolueerden we ook tot een plek waar het hele jaar door iets te beleven valt, met dank aan het geweldige werk van Toerisme Oostende. Een minder positieve evolutie vind ik dat er zoveel cafés in de Langestraat verdwenen. Ik denk ook dat er te weinig is gedaan om er Ciné Rialto te behouden. Daar zijn nu seniorenflats, toch een misplaatste keuze.”
Wat zou je graag anders zien in de stad?
“In het centrum mogen er nog meer groene hoekjes en pleintjes komen. En ik hoop dat het eindelijk goed komt met de Thermen, die al meer dan 20 jaar slecht behandeld worden. Ik zit graag in de statige Brasserie Albert, maar als je er nu naar buiten kijkt, is het schrijnend.”
Als je één ding mocht realiseren voor je stad, wat zou dat zijn?
“Nu basketbalcoach Dario Gjergja ereburger is geworden, zou ik ook graag een eerbetoon zien voor Laurent Verbiest en Wilfried Puis, twee Oostendse voetballers van wereldniveau die allebei jong zijn gestorven. Ik wil daar graag aan meewerken. Oostendenaars zouden trouwens iets trotser mogen zijn op hun lokale voetbalclub. Oostende telt historisch veel Club Brugge-supporters en dat kan je niet zomaar omdraaien, maar ik weet dat velen onder hen ook sympathie hebben voor KVDO.”
Wie verdient volgens jouw meer erkenning?
“Verbiest en Puis, zoals ik al zei, maar ik heb ook heel veel respect voor alle vrijwilligers. Ik denk aan de Proper Strand Lopers, het North Seal Team, bij onze eigen club KVDO… Een vereniging kan niet zonder vrijwilligers.”
Zou je hier oud willen worden?
“Ik heb veel gereisd, maar heb nog nooit ergens anders gewoond dan in Oostende. En ja, ik zou hier heel graag blijven wonen. Liefst opnieuw met zijn tweeën, want ik ben sinds een dik jaar single. Mocht ik weer iemand leren kennen, zou ik er moeite mee hebben mocht ik mijn stad moeten verlaten. Je kan natuurlijk altijd oplossingen vinden, maar toch het liefst in Oostende.”
The post Operationeel verantwoordelijke KVDO Bram Keirsebilck is thuis in Oostende: “Nergens vind je een mooier strand dan hier” is provided by KW.be.