Humo’s huisschilder Herr Seele (66) verkastte begin jaren tachtig van het katholieke Torhout naar het soulvolle Oostende. We spraken er af in Noencafé, een gezellige koffiebar op een boogscheut van zijn atelier aan de Nieuwpoortsesteenweg. “Support your locals: ook dàt is burgerzin.”
“Ik noemde het vroeger weleens een ‘haat-liefderelatie’, maar de liefde heeft doorheen de jaren toch de bovenhand genomen. En eigenlijk zitten we hier wel goed hé: mijn geboortestad (Torhout, red.) kreeg al een paar keer te kampen met wateroverlast. Tsunami’s heb ik hier in Oostende ook nog niet gezien. Hout afkloppen. En die vroegere haat… Tja… Oostende is me ondanks een zeker soulgehalte – de ‘soul Ostendaise’ – toch behoorlijk kleinburgerlijk gebleven. Die weidse aanblik van de zee vertaalt zich vreemd genoeg niet altijd in de blik van de mensen. Er is ook zoiets als ‘het fossiele decor van de kust’: de kleuren hier zijn eerder impressionistisch. Persoonlijk ben ik meer van de felle kleuren, noem mij gerust een Vlaamse Primitief. Oostende is dus misschien eerder mijn veilige haven; een soort uitvalsbasis. We zitten dicht bij Brugge, en ik ga ook graag wandelen aan de Opaalkust. Al bij al denk ik dus wel dat Oostende een goeie biotoop is voor een stoïcijn zoals ik. Je kan je hier – Ensor deed dat óók – perfect wat afzijdig houden.”
Wat is je favoriete seizoen in de badstad?
“In de zomervakantie krijg je door de vele toeristen wel een ander soort Oostende. Allez bon, de stad blijft hetzelfde, maar haar bevolking verandert. Maar ik vind Oostende in de vier seizoenen wel iets hebben. Ik kijk nu al uit naar de herfst. Zót ben ik van de herfst – misschien is dát wel mijn favoriete seizoen. Maar ik vind het dus ook leuk als het zomert in de stad. Ik zie graag nieuwe gezichten, en de stad swingt dan net iets meer.”
Wat is je mooiste jeugdherinnering aan deze stad?
“Als jonge knaap was ik een fervente strandjutter. Ik deed niets liever dan in mijn eentje het strand afspeuren, op zoek naar mooie schelpen en oud speelgoed. Dat zit er nog altijd een beetje in: je vindt me vaak in tweedehandswinkels.”
En je favoriete plek?
“Het Koningspark. Ik ga er elke dag wandelen met Boyo, mijn lieve airedaleterriër. Uit burgerzin houd ik het park mee proper, da’s een soort erezaak geworden. Trouwens, wist je dat dit park oorspronkelijk de privétuin was van de Koninklijke Villa? Pas in 1974 werd het omgevormd tot het huidig Koningspark, met later ook een Japanse tuin. Ik hou enorm veel van de aanplanting en de bonzen beelden, de zogenaamde ‘putti’s’. Op mijn dagelijkse wandeling merk ik dat er ook wel eens een vluggertje wordt gedaan.”
Welke lokale horecazaak raad je iedereen aan?
“Hotel du Parc: het is de ruggengraat van Oostende. Een van de mooiste brasserieën van Europa, vind ik persoonlijk ook. Je moet al naar Wenen om z’n gelijke te vinden. Nog zo’n parel is Le Chatelet, daterend van 1885. Vlakbij mijn deur ook: ik hecht veel waarde aan het hebben van een stamcafé. Maar eigenlijk is dat het Noencafé. Ik kom hier twee keer per dag, voor een koffietje en om de krant te lezen. Of voor interviews. Support your locals: ook dàt is burgerzin. Ten slotte ben ik ook wel fan van Il Gabbiano. Ik neem er altijd hetzelfde: een vegetarische pizza. De uitbater, meneer Davood, en zijn vrouw Pegah zijn trouwens afkomstig van Iran. Heerlijke man, Davood. Hij is een goede vriend geworden.”
En om te shoppen?
Verkoopzaal De Zoeten Inval, ook langs de Nieuwpoortsesteenweg, op tien meter van mijn deur.Er zit nog een andere antiquair in de straat, maar diens naam ontglipt me nu even. Maar in de Kapellestraat ga je me dus niet snel tegenkomen. Wel ga ik weleens bij boekhandel De Witte Zee of de biowinkel. Ik doe zelf al 57 jaar aan macrobiotiek.”
Wat is er het meest veranderd inOostendesinds je jeugd?
“Er is best wel véél veranderd. Vroeger kon je nog met de auto door de Langestraat rijden. Die nieuwe woontorens aan het station vind ik wel iets hebben, zo krijgt onze stad een beetje de allure van New York. Maar er zou iets meer aandacht mogen zijn voor de verschillende woonbuurten in Oostende. Ik hecht veel belang aan leefbare buurten. En het maritieme speelde hier vroeger een grotere rol. Oostende was in mijn jeugd meer volks. Persoonlijk denk ik niet dat Oostende er onveiliger op is geworden: als jonge snaak werd ik weleens ei zo na afgetuigd door vissers. Meestal bleef het gelukkig bij woorden – die magere garnaal bleek uiteindelijk toch de moeite niet om op te kloppen.”
Wat zou je hier graag anders zien?
“Oostende zou voor mijn part gerust iets freakier mogen zijn. Wat alternatiever, meer punk. Maar Oostende is – onder meer door Marvin Gaye – meer soul. Arno kwam nochtans uit de bluesscene. Maar goed, om een stad te veranderen, heb je aficionado’s nodig en dat mist Oostende nu wel een beetje. De oudere bevolking is niet zo geïnteresseerd is in het reilen en zeilen van de badstad. Zij zijn vooral gericht op zelfbehoud – lees: gezond ouder worden. En dus doen ze alle dagen hun wandelingetje op de zeedijk, in de gezonde zeelucht. De dynamiek van deze stad interesseert ze geen zier. Dit gezegd zijnde: alle eer aan de senioren. En een ingeslapen stad kan tenslotte óók fantastische dingen voortbrengen, kijk maar naar Ensor weeral.”
Als je zelf één iets mocht realiseren voor Oostende, wat zou dat dan zijn?
“Ik zou een macrobiotisch restaurant openen want da’s iets wat momenteel ontbreekt in mijn thuisstad. Een gemiste roeping ja – als ik geen piano’s zou gaan stemmen zijn, had ik dat waarschijnlijk wel gedaan. Macrobiotiek is de toekomst.”
Welke persoon of vereniging verdient volgens jou meer erkenning?
“Ik denk dat Cowboy Henk de tand des tijds wel zal doorstaan, en dat is volledig te danken aan het grote genie van Kamagurka. Als er iemand een pluim verdient, dan hij wel: Kama is een van de groten van onze tijd, de beste humorist aller tijden. In de VS zou hij allang multimiljardair zijn geweest. En ‘t is niet omdat hij hier niet meer woont, dat hij niet meer van Oostende is hé. In plaats van hem te laten afsnoepen, moeten we hem op een piëdestal plaatsen. Kama is een bizar fenomeen, niemand zal hem ooit kunnen evenaren.”
Zou je hier willen oud worden?
“Tuurlijk dat. Het licht, de lucht, de ruimte: ik zie mezelf hier als frisse tachtiger wel aarden. Ik ga mijn pianocollectie ook niet zomaar verkasten natuurlijk, en ik ben in Villa Volta een soort museum aan het uitbouwen. The best is yet to come.”
Lees ook:Villa Volta toont werk van legendarische Humo-vormgevers, over de expo die momenteel loopt over het werk van onder meer Herr Seele.
The post Kunstenaar Herr Seele is thuis in Oostende: “De ideale biotoop voor een stoïcijn zoals ik” is provided by KW.be.