Op 25 juli is het Werelddag van de Verdrinking. Elk jaar eist de zee haar tol. En zeker onze Noordzee. Op een zomerse dag lijkt ze rustig. Maar wie haar kent, weet beter. De stroming is verraderlijk, zandbanken verschuiven, en een onschuldig pootjebaden kan in seconden omslaan. In Oostende weten ze dat. Daarom staan de redders er elke zomer paraat — alert, getraind, altijd klaar om in te grijpen. Hun werk begint vóór de eerste zwemmer nat is: vlaggen, waarschuwingen, educatie. Preventie is hun krachtigste reddingsboei. Ze redden niet alleen levens, ze voorkomen zeespijt.
Ook ver van de branding verdrinken mensen. In zorgen, in eenzaamheid, in angst, in stilte. Geen rode vlaggen of waarschuwingsborden die aangeven: pas op, die glimlach is broos. Ik heb ooit, met kleinVerhaal, aan een leesproject meegewerkt. Tijdens de donkere wintermaanden lazen we wekelijks aan elkaar voor uit het boek Wij, de verdronkenen. Na het lezen werd er samen gegeten, gediscussieerd en geluisterd. Ik heb toen ontdekt dat samen (voor)lezen een intiem moment kan creëren waarin mensen echt luisteren en met elkaar verbonden zijn.
“De zee is niet altijd even mild”
Samen lezen is samen boven water blijven. We helpen elkaar drijven met verhalen, met een blik van herkenning, een gedeelde emotie. Zoals redders op het strand kunnen wij elkaars redders zijn — als we willen luisteren en vragen: Hoe gaat het écht met jou?
De zee is niet altijd even mild. Het leven ook niet. Maar als we blijven kijken, luisteren en delen, dan blijven we samen drijven.
The post Redder in nood is provided by KW.be.