Wie de voorbije dagen zware transportvliegtuigen en jachtvliegtuigen in formatie boven West-Vlaanderen zag vliegen, kreeg alvast een voorsmaakje van wat Defensie op 21 juli in Brussel zal tonen. Achter die indrukwekkende passage zit maanden voorbereiding en militaire precisie. Majoor-vlieger Jonas Van Hellemont, piloot op Airbus A400M bij de 15e Wing in Melsbroek, legt uit waarom die oefenvluchten nodig zijn en hoe moeilijk het is om alles tot op de seconde juist te krijgen.
“Het luchtdefilé lijkt voor veel mensen misschien een kort rondje vliegen boven Brussel, maar er gaat een enorme logistieke keten achter schuil”, zegt Majoor Van Hellemont. “Die voorbereiding start ongeveer acht maanden voor het défile. Van planning tot coördinatie met de andere onderdelen van Defensie. De oefenvluchten boven West-Vlaanderen hebben een duidelijke reden. Vanuit de verschillende basissen – Florennes, Beauvechain, Kleine-Brogel, Melsbroek en Koksijde – sluit elke formatie op het juiste moment aan in de juiste volgorde. Boven West-Vlaanderen vliegen we in verschillende holdings om op het juiste moment op te lijnen richting Brussel. West-Vlaanderen, waar het terrein lager ligt en het luchtruim minder complex is, is ideaal om de formaties netjes in de juiste volgorde te brengen.”
Op de seconde precies
Boven Brussel vliegen de verschillende luchtmachtonderdelen, van helikopters tot straaljagers, tot op de seconde juist over het Koninklijk Paleis. “Onze uurwerken zijn afgestemd op de atoomklok, iedereen weet tot op de seconde wanneer hij waar moet zijn. Tussen de verschillende formaties zit telkens dertig seconden speling. Dat lijkt weinig, maar het is nodig voor de commentatoren aan de grond én voor de veiligheid.”
“Onze uurwerken zijn afgestemd op de atoomklok, iedereen weet tot op de seconde wanneer hij waar moet zijn”
De snelheden verschillen enorm: “Een F-16 vliegt 550 km/u, een A400M ongeveer 400 km/u, een helikopter amper 170 km/u. Daarom halen de snellere toestellen de tragere onderweg in. Net voor Brussel sluit alles weer netjes aan. Het defilé opent traditioneel met zes F-16’s, daarna volgen de helikopters en vervolgens de rest van de luchtvloot.”
“De as waar we ons op uitlijnen loopt ongeveer gelijk met de E40 richting Brussel. Daarbij zit er slechts 200 voet (60 meter) hoogteverschil en 60 tot 150 meter lateraal verschil tussen de toestellen. De hele operatie is een huzarenstuk op vlak van timing en precisievliegen.”
Test voor hele logistieke keten
Het defilé is meer dan een mooie foto voor het publiek. “Voor de crews is het een volwaardige trainingsopdracht. Timing, formatievliegen, precisie: wat we hier oefenen, passen we ook toe in echte operaties. Wanneer je parachutisten moet droppen of doelen moet aanvallen, is te vroeg of te laat geen optie.”

“Bovendien hebben we doorheen het jaar weinig kansen om met drie A400M’s samen in formatie te vliegen. De trainingsdagen en het defilé zelf zijn dé uitgelezen kans om ervaren piloten opnieuw te kwalificeren en jonge piloten hun formatiekwalificatie te laten behalen. Die kwalificaties zijn essentieel, zowel voor de veiligheid als voor de operationele inzetbaarheid van onze crews.”
Maar Van Hellemont benadrukt: “Het gaat niet enkel om de piloten. De hele logistieke keten wordt getest: van de onderhoudsteams die drie A400M’s tegelijk klaarstomen tot de planners die alles tot in de puntjes afstemmen. Iedereen binnen zijn specialiteit draagt bij om te tonen hoeveel vliegtuigen we in korte tijd in de lucht kunnen krijgen.”
“De grootste stressfactor? Bij ons noemen we dat al lachend de ‘drash national’. Het weer bepaalt alles”
“De grootste stressfactor? Bij ons noemen we dat al lachend de ‘drash national’,” zegt Van Hellemont. “Dat is Defensie-jargon voor de zorg om het weer op de nationale feestdag, want die bepaalt of we al dan niet kunnen vliegen.” De verantwoordelijke voor het defilé bekijkt gegarandeerd meerdere keren per dag de weersvoorspellingen.
Vooral lage bewolking kan de hele planning in de war sturen. “Bij zo’n defilé moeten we visueel in formatie kunnen blijven vliegen. Als het zicht beperkt is, wordt het moeilijk om de veilige afstanden visueel te bewaren en strak op lijn te blijven. Dan moeten we soms op het laatste moment delen van het defilé schrappen of toestellen zoals de MRTT (tankervliegtuig) aan de grond houden.”
Toch blijft het een bijzonder moment voor de piloten. “Op gewone dagen vliegen wij net rond Brussel om het luchtruim te vermijden. Op 21 juli is het de enige dag dat we er níét rond moeten, maar er net over mogen. Dat beseffen we goed.”
Als het opvalt, is er iets misgelopen
Voor Van Hellemont is het defilé ook een manier om te tonen waar de luchtcomponent voor staat. “Veiligheid, precisie, professionaliteit. Iedereen doet zijn job tot in de puntjes, of het nu in de cockpit is of op de grond. Als alles perfect loopt, lijkt het vanzelfsprekend. Maar zodra het publiek merkt dat iets niet klopt, weten wij dat er iets fout liep. Dat is het rare aan ons werk: als niemand iets opmerkt, hebben we het goed gedaan.”
The post Waarom vliegt de luchtmacht in formatie boven West-Vlaanderen? “Deze operatie is een echt huzarenstukje” is provided by KW.be.