Hij heeft Turkse roots maar is geboren in Essen in het Ruhrgebied en Onur Cidel voelde zich al snel meer Duitser. Zijn voetbalpassie groeide dan weer op een veldje in Gelsenkirchen waarop de grote bloemen als doelpalen fungeerden. Maar op zijn 19de bleek hij onvoldoende talent te hebben voor een profcarrière. Dan maar universitaire studies. Alleen was daar professor Lange. En nu is de ‘Knappenschmiede’ van Schalke 04 de sportieve baas van Cercle Brugge.
Bij de start van de nieuwe competitie kijken de trainers van de West-Vlaamse eersteklassers naar hun ontwikkeling tot toptrainer, van hun kinderjaren tot vandaag. Aflevering 2: Onur Cinel, T1 van Cercle Brugge
0-20 jaar: De grote bloemen waren de doelpalen
“Mijn ouders waren nog heel jong toen ze Turkije verlieten om in Duitsland op zoek te gaan naar een betere toekomst. Ik ben geboren in Essen, maar veel herinner ik mij er niet van. Ik was nog een baby van een paar maanden oud toen we verhuisden naar Gelsenkirchen. Daar groeide ik op. Ik herinner me vooral hoe hard mijn ouders werkten. Mijn vader als fabrieksarbeider, mijn moeder in een restaurant. We hadden niet veel, maar ik herinner me toch dat ik dat nooit echt heb gevoeld, ik herinner me een zeer gelukkige jeugd. Ik denk dat ik al vanaf mijn vierde alleen nog met voetbal bezig was. Vlakbij ons huis bevond zich een groot plein en daar voetbalden we altijd. Er stonden hele grote bloemen en dat werden dan onze doelpalen. (lacht) Wedstrijdjes van twee tegen twee, drie tegen drie… het hing ervan af met hoeveel we waren. Élke dag. En als ik honger kreeg, ging ik gewoon eten recht tegenover het plein naar het Grieks restaurant… waar mijn moeder werkte. Makkelijk! En ’s avonds kwamen we met het hele gezin samen, ik had nog een broer van acht jaar jonger, pas veel later kwam er nog een jonger broertje bij. (denkt na) Ik was eigenlijk áltijd buiten aan het voetballen met kinderen van verschillende nationaliteiten. Mijn beste vriend was Grieks: de zoon van mijn mama’s baas. (lacht)
Connectie met Nederland
Al waren er hele periodes dat ik er niet was, elk jaar gingen we voor minstens één maand, soms voor twee maanden terug naar Turkije. Omdat ik geboren ben in Duitsland voelde dat eerder als vakantie. Ik heb trouwens ook een connectie met Nederland. (lacht). Ik leg uit: de beste vriend van mijn vader woonde in Nederland. Ze kwamen uit hetzelfde dorp in Turkije en waren samen geëmigreerd, mijn vader naar Duitsland en hij naar Nederland. Naar Harderwijk, en dat was maar anderhalf uurtje rijden van Gelsenkirchen. In België kwam ik trouwens eerder in mijn leven nog maar twee keer één keer in Brussel voor een interland met Oostenrijk, als T2, en één keer in Brugge, een citytrip. Maar als kind kwam ik dus wel om de twee weekends in Nederland, die vriend van mijn vader had een zoon van mijn leeftijd. En neen, ik leerde er geen Nederlands, ik kan in het Nederlands alleen tot tien tellen. (lacht)

“Maar wat ik er wel leerde, was werken voor mijn centjes. We maakten op parkings de ruiten van auto’s schoon en toen de bestuurders terugkeerden, kregen we daar wat geld voor. Geld dat we dan weer opmaakten in de karting vlakbij. Je ziet, ik amuseerde mij prima in mijn kinderjaren. En ik was vooral een zeer actieve jongen. Een sportieve jongen met ambitie, ik haatte toen al verliezen op dat plein aan de kerk. En ik droomde ook al heel snel van een carrière als topvoetballer. Al deed ik ook op school hard mijn best. Deed ik voor mijn ouders, voor wie school heel belangrijk was. Hogere studies konden hun kinderen een betere toekomst verzekeren, begrijp je? En dus mocht ik na school niet meteen gaan voetballen. Eerst jouw huiswerk! Ze waren echt wel streng. Hoe ze onophoudelijk benadrukten hoe belangrijk mijn studies waren, het was bijna een soort brainwashing. Maar achteraf besefte ik dat die discipline nodig was voor universitaire studies.”
“Ik voetbalde vanaf mijn zevende tot mijn vijftiende bij een kleine club, STV Horst Emscher. Ik speelde als centrale middenvelder, soms als een 6, soms als een 8, en was eerder een technische speler. Terwijl het op dat niveau zeker in die tijd vooral fysiek voetbal, gevechtsvoetbal, was. Ik was eerder klein en had daar de fysiek niet voor. Al leerde ik later dat je van een technisch sterke voetballer ook een sterke profvoetballer kunt maken. Zo rond mijn 18de ging ik beseffen dat ik niet moest hopen op een professionele voetbalcarrière, ik ging studeren aan de universiteit. Ik bleef wel voetballen op lager niveau, met heel veel plezier. Maar ik zou niet meer terugkeren in het professioneel voetbal. Dacht ik.”
20-25 jaar: Bwah… voetbalcoach?
Maar het was juist dankzij zijn universitaire studies, eerst een bachelor en dan een master sportpsychologie dat Cinel terugkeerde naar het voetbal. Als coach dan wel. Met bijzondere dank aan een professor die zijn naam niet kon onthouden.

“Het was in mijn eerste jaar. Professor Peter Lange. (glimlacht) Die nooit mijn naam kon onthouden: in plaats van Onur noemde hij me altijd Ohne Uhr, geen uurwerk dus – hij vond dat gemakkelijker. Ik weet nog goed hoe de professor eruit zag: veel jonger dan zijn werkelijke leeftijd. Hij vroeg mij wat ik wilde doen na mijn studies. Sportleraar worden was het meest logische. En sportmanagement vond ik dan weer het meest sexy. Maar professor Lange zei: “Je bent goed in sport, je kan goed voetballen en je kan een groep meenemen in je verhaal: je moet het als voetbalcoach proberen!” Ik zei nog… bwah…. Al was ik wel nog steeds gepassioneerd door voetbal en keek ik naar zowat alles op televisie. Maar coach worden, zou dat echt iets voor mij zijn? Ik wilde met mijn ploegje op laag niveau nog steeds fanatiek winnen, maar zeggen hoé je moet voetballen? Looplijnen uitleggen, hoe je moet passen? Niets voor mij, dacht ik. Waarop ik het toch maar uitprobeerde.”
25-40 jaar: Ohne Uhr wordt Knappenschmiede
Cinel ging in 2009 aan de slag als jeugdtrainer bij Essen. En dat viel in de smaak. “Het ging mij buiten alle verwachtingen meteen goed af. It was fun én ik leerde snel, ik voelde meteen dat ik steeds beter werd in jeugdcoaching.”
In 2012 al werd Cinel even T1 bij het bescheiden TuS Heven 09, zesde klasse. Maar hij werd met dat TuS Heven op 26-jarige leeftijd wel de jongste coach ooit die promoveerde met een mannenteam van 6e naar 5e klasse. Waarop Cinel de volgende elf jaar jeugdtrainer werd bij de Duitse traditieclub Schalke 04. Waar de Duitse Turk ook snel naam maakte: het gerenommeerde Duitse voetbalblad Kicker noemde Cinel die Knappenschmiede. Vrij vertaald: de man die als geen ander voetbaltalenten kan smeden.
“Voor mij is het belangrijkste het creëren van de best mogelijke menselijke omgeving”
(glimlacht) “Een mooi compliment, ja. Ik denk dat mijn grootste kwaliteit als jeugdcoach was dat ik zeer begaan was, en nog steeds ben, met mijn spelers. Voor mij is het belangrijkste en waar ik ook altijd meteen werk van maak het creëren van de best mogelijke menselijke omgeving. Niet alleen op het veld maar ook ernaast. Zonder die connectie met de spelers wordt het moeilijk talenten beter te maken, daar ben ik van overtuigd. Waarbij ik de jonge spelers probeer te overtuigen van hun waarde en benadruk dat ze topkwaliteiten hebben, dat ze topvoetballers kunnen worden. En elke training dient dan om daaraan te schaven, om hen klaar te stomen. Maar naast die ontwikkeling is de winnaarsmentaliteit inbrengen even belangrijk. Want uiteindelijk is het einddoel toch altijd winnen. Waarbij het peoplemanagement, hoe je jouw spelers kan prikkelen, het belangrijkste is. Vraag het 100 trainers en 99 zullen zeggen dat dit belangrijker is dan alle tactische of technische skills. Dat besefte ik al heel lang. En dat slaat niet alleen op jeugdcoaching. Ik combineerde bij Schalke 04 mijn job als jeugdcoach waar ik met de U-17 kampioen speelde in 2022 met die van T2 van de nationale ploeg van Oostenrijk. Om dan het volgende jaar T1 te worden van de Oostenrijkse tweedeklasser FC Liefering. En nog eens een jaar later werd ik eerst even T1 van Red Bull Salzburg, als interimcoach voor zes wedstrijden, om er dan opnieuw T2 te worden. Allemaal heel leerrijke periodes en in elke job stond dat voorop: de connectie met de spelers. Zij moeten voelen dat hun coach begaan is met hen.”
40 jaar: Met Kerstmis mailt professor Lange vast iets over Cercle Brugge
En dan passeerde half juni plots een sneltrein vanuit België. Cercle Brugge, bij de gratie van AS Monaco bij uitstek een opleidingsclub met een duidelijke en consequente voetbalfilosofie, geënt op hoge pressing, had zich maar nipt in 1A kunnen handhaven en had daarna meteen coach Bernd Storck, ingehaald voor de barrages, ontslagen omwille van een ‘verschillende voetbalvisie’.
Enter de onbekende Onur Cinel, jeugdcoach van Red Bull Leipzig. Want: zelfde visie op voetbal én onvolprezen begeleider/ontwikkelaar van jonge talenten.
Uit het persbericht van Cercle op 19 juni:
Bij Cercle krijgt Onur Cinel de taak om de sportieve visie verder uit te rollen. Groen-Zwart is overtuigd dat hij de juiste man is om onze ambitie waar te maken: spelers ontwikkelen en herkenbaar en energetisch voetbal op de mat brengen.
En Cinel zelf:
“Ik ben enorm blij om hoofdtrainer te worden van Cercle Brugge. Vanaf het eerste moment voelde ik een klik met Cercle, zowel met de mensen als met de sportieve visie. Toen ik het stadion en de trainingsfaciliteiten bezocht, wist ik onmiddellijk dat ik hier wilde zijn. Ik kijk ernaar uit om mijn eerste training te leiden en de spelers en staff te ontmoeten.”
Cinel, één maand later: “Dit is de perfecte club, neen… Vereniging, voor mij, ik voel me geprivilegieerd. Zoals ik mij eigenlijk als voetbalcoach overal waar ik werkte geprivilegieerd voelde. Ik voel nog steeds dezelfde fun enenjoyment als toen ik in dit vak stapte. Er was nooit een strikte carrièreplanning maar ik wist dat ik op een dag zo’n uitdaging zou krijgen: T1 op het hoogste niveau. Ik ben hier dan ook bijzonder gelukkig, ga mijn stinkende best doen om er alles uit te halen. Met nog steeds evenveel plezier als toen ik begon. Al is het keihard werken. Geloof me, dit vak slorpt je ongelooflijk op. Ik werk hier zeven dagen op zeven, van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat. En dan is vandaag mijn grootste, neen… mijn enige, persoonlijke ambitie: dat ik dat altijd en overal met evenveel plezier mag blijven doen. Als ik dat niet meer voel, stop ik meteen.

Wat het mij gemakkelijker maakt: ik word goed omringd, het is tenslotte maar drieëneenhalf uur rijden naar Gelsenkirchen waar mijn familie en twaalf jaar oude broer wonen. Mijn broer die acht jaar jonger is maar in Berlijn woont, komt zelfs af voor onze eerste wedstrijden. Hij is mijn grootste supporter, hij was er ook altijd bij toen we met de nationale ploeg van Oostenrijk speelden.
Of ik sinds ik coach ben van Cercle nog de professor heb gehoord die mij zei: Ohne Uhr, jij moet voetbalcoach worden? (glimlacht) Hij stuurt elk jaar met Kerstmis een e- mail naar al zijn beste studenten die intussen op een hoog niveau werken. Daar zitten trouwens nogal wat coaches die aan de slag zijn bij Europese topclubs. Ik weet zeker dat hij mij met Kerstmis een e-mail stuurt over Cercle Brugge.”
The post “Mijn prof aan de unief zei meteen: je moet voetbalcoach worden”: Onur Cidel is bij Cercle voor het eerst T1 op hoogste niveau is provided by KW.be.