Zondag vindt in Binche het BK op de weg plaats. Een speciale dag voor Yves Lampaert, want zeven jaar geleden behaalde hij in de Henegouwse stad een van de meest markante zeges uit zijn carrière. Een reconstructie. “Ik had misschien wel een van de beste dagen in mijn leven.”
Eind juni 2018, we zijn aan de vooravond van het Belgisch kampioenschap op de weg in Binche. Het belooft een spannende titelstrijd te worden, want een topfavoriet is er niet. Greg Van Avermaet en Tim Wellens zijn de enige Belgen in de top 20 van de UCI-ranking. Philippe Gilbert en Jasper Stuyven zijn de andere geciteerde renners. Ook Yves Lampaert wordt als kandidaat-winnaar naar voren geschoven.
De toen 27-jarige West-Vlaming uit Ingelmunster had in maart zijn tweede Dwars door Vlaanderen op rij gewonnen en liet in een sprint in de Ronde van Zwitserland Peter Sagan achter zich. Drie dagen eerder had hij in Anzegem echter zijn Belgische tijdrittitel aan Victor Campenaerts verloren. “Een groot sprinter was er in 2018 in België nog niet, Van Aert reed nog niet op zijn niveau van de jaren erna en Evenepoel koerste nog als junior”, herinnert Lampaert zich. “Het zou een heel open koers worden. Ik was zeker geen favoriet, maar wel een kanshebber. Het parcours in Binche, niet dezelfde omloop als dit jaar, bestond uit heel veel stroken vals plat bergop en korte hellingen. Het was zeker geen gemakkelijk parcours, maar je kon wel altijd op de grote plateau blijven rijden, een beetje zoals een klassieker dus. Het was iets dat mij lag.”

Aan de steun van de supporters langs het BK-parcours zal het niet liggen. Zijn supporterslub Forza Lampaert is in grote getale naar Binche afgezakt. Ondergetekende ervaart het vanop de eerste rij, want voor een sfeerreportage in deze krant zijn we op zondag 24 juni 2018 een van de zowat 250 enthousiastelingen op een afgehuurde weide in het Henegouwse stadje. Voorzitter Bert Vanwijnsberghe is in zijn nopjes. “Dat ik in pluimvee doe, heeft zo zijn voordelen. Ik heb altijd wel een koelkast vrij om bier in te stoppen. (grijnst) Dat bewijst hier in Binche zijn nut. We hebben twee palletten mee, goed voor 140 bakken of 3.360 pintjes. Daarnaast hebben we ook water, cola en Kriek voorzien.”
“Ik ben blij dat ik die dag eens naar mezelf gekeken heb en zelf kampioen geworden ben”
Lampaert zelf is zeven jaar na datum nog altijd onder de indruk. “Het heeft mij die dag enorm geholpen. Op een ronde of twee van de finish dacht ik dat men ons ging teruggrijpen en mijn koers voorbij was. Daarom heb ik mijn handen bij de passage aan het dorp in de lucht gestoken, om sfeer te maken. En net daardoor ben ik er toen voor blijven gaan.”
Goeie band met Stuyven
Quick-Step Floors staat met slechts zes renners aan de start van het BK, maar pakt het uitstekend aan. “Als ploeg waren we die dag enorm sterk in de breedte”, benadrukt Lampaert. “We waren in Binche in ondertal ten opzichte van Lotto en eigenlijk zag het eerst niet naar uit dat we konden winnen, zeker in het begin van de koers. Maar toen ben ik naar de ontsnapping toegereden (op 100 kilometer van de finish, red.) en zijn onze kansen gekeerd.”

In de finale raakt Lampaert voorop met ploegmaat Philippe Gilbert en Jasper Stuyven. Op 3,5 kilometer van de finish demarreert Lampaert. Stuyven blijft zitten. “Eens we met z’n drieën voorop reden, had Jasper niet veel kans, zeker die dag niet”, vertelt Lampaert zeven jaar later. “Ik had misschien wel een van de beste dagen in mijn leven.” Meteen na afloop feliciteert Gilbert zijn ploeggenoot, maar de frustratie spat eraf. “Yves is een mooie kampioen en verdient het, maar toch knaagt het bij mij.” Lampaert: “Ik ben blij dat ik die dag eens naar mezelf gekeken heb en zelf kampioen geworden ben. Ik heb altijd veel voor de ploeg gegeven. Het was leuk om zelf ook eens te kunnen winnen.”
Vier weken later raken Gilbert en Stuyven samen voorop in een grote ontsnapping in de Touretappe naar Mende. Stuyven raakt voorop, lijkt op weg naar zijn eerste ritzege in de Tour, maar wordt, mede door het achtervolgingswerk van Gilbert, in extremis gegrepen. “In een peloton moet je een beetje gewiekst zijn”, zegt Lampaert veelzeggend. “Ik heb een goeie band met Jasper, die mij die dag liever zag winnen dan Gilbert. In de koers komt zoiets later wel eens terug…”
“Op zulke dagen heb je het gevoel dat er geen verval op zit. Je blijft fris en neemt alleen juiste beslissingen”
Begin 2019 prijst Tom Boonen, in een dubbelinterview in Het Laatste Nieuws, zijn ex-ploegmaat. “Yves, als je het nog leper kan spelen dan Philippe Gilbert, ben je een straffe, hoor. Zo zijn er niet veel.” Lampaert glimlacht eens als we naar die uitspraak verwijzen. “Maar als ik eerlijk mag zijn, ben ik die dag niet echt leep geweest en mag ik gerust zeggen dat ik de beste in koers was.”
In 2019 blikt Lampaert in Het Nieuwsblad terug op het BK in Binche. “Ik had zo’n dag waarop ik kon blijven rijden.” Lampaert in 2025: “Op zulke dagen heb je het gevoel dat er geen verval op zit. Je blijft fris en neemt alleen juiste beslissingen. Ik heb nog zulke dagen gekend, maar Binche springt erbovenuit, omdat het een hele lange koers was die ik dan ook nog eens won. Ik heb nog dagen gekend dat ik sterk was, maar niet won, zoals Parijs-Roubaix in 2019, toen ik derde werd. Achteraf gezien zat daar misschien meer in.” (Dat jaar werd de Helleklassieker gewonnen door zijn ploegmaat… Philippe Gilbert; red.)
Feestje in De Wante
Aan de finish in Binche is de euforie groot. Lampaert wordt bestormd door zijn zus Saghine en broer Jens. Er is een innige omhelzing met vriendin – inmiddels vrouw – Astrid. Vader Jean geniet op de achtergrond. “Met de ploeg eindigden we op plaatsen één, twee en vier. Pieter Serry reed ook een uitstekend BK”, vertelt Lampaert. “We hadden die dag het overwicht. Iedereen van de ploeg stond aan de finish te wachten. Ook Patrick (Lefevere, red.) was er. De sfeer zat direct goed.”
“Ik weet dat ze het BK op een scherm hebben gevolgd, maar pas achteraf in De Wante heb ik gezien hoe de sfeer was”
Op de Forza Lampaert-weide even verderop barst spontaan een hels feestje los, op de tonen van de hit van PartyFrieX: Ik moet zuipen. Barman, hedde ge mij nog niet geheurd? Doe mij wat bier. Ieder kwartier. Andy Vroman, een van de bezielers van het eerste uur achter Forza Lampaert, vat het gepast samen. “Dit is een vet feestje. Binche zal zich nog héél lang Yves Lampaert herinneren.”
Zelf krijgt de renner pas ’s avonds mee wat er zich in Henegouwen afgespeeld heeft. “Ik weet dat ze het BK op een scherm hebben gevolgd, maar pas achteraf in De Wante (zijn toenmalige supporterslokaal, red.) heb ik gezien hoe de sfeer was. Of het te vergelijken was met Ingelmunster, waar ik in 2021 voor eigen volk Belgisch kampioen tijdrijden werd voor Remco Evenepoel? Neen, toen was er nog veel meer volk. Maar Binche was toch op zijn minst Ingelmunster in het klein. In De Wante ben ik er de hele avond bij geweest. Eigenlijk moest ik al aan de Tour denken, maar die avond heb ik dat niet aan mijn hart laten komen en nog een goeie gedronken met mijn vrienden (zijn trainingsmakkers bij De Melkerie, red.)”

Daags nadien heeft ondergetekende, opnieuw voor een reportage in deze krant, afspraak met Tim Declercq, Jonas Rickaert, Stijn Steels, Bert Van Lerberghe en Pieter Vanspeybrouck in Fanny’s in Kortrijk voor een heerlijk stukje kaastaart en chocolade en speculaas. Ook de kersverse kampioen is van de partij. De sfeer zit er goed in. “Ik heb Yves de hele avond zien evolueren van gelukkig naar gelukkiger”, opent Declercq meteen met een veelzeggende grijns. “Ze lachen er nog mee”, voegt Lampaert er anno 2025 aan toe. Declercq gaat in het bewuste artikel nog een stapje verder: “In het begin moesten ze Yves nog ondersteunen om hem in de lucht te steken, maar toen de avond vorderde en de alcohol rijkelijker vloeide, begon hij meer en meer uit zichzelf te zweven.”
Lampaert kan een glimlach zeven jaar na datum niet onderdrukken. “Declercq had poëet moeten worden. Ja, dat kan hij wel. De sfeer zat goed. Het was mooi dat Tim en ik meteen erna onze eerste Tour reden en bijna vier weken de kamer deelden. Mooie herinneringen.”
Een jaar in de trui
In de Tour van 2018 wint Lampaert bijna de kasseienrit in Roubaix. In een sprint met drie moet hij John Degenkolb en Greg Van Avermaet voor zich dulden. “Dat BK hoort zeker bij de top drie van mooiste momenten uit mijn carrière. Winnen in Binche was mooi. Dat grote supportersdorp voor mij was ook mooi. Maar een volledig jaar in die Belgische kampioenentrui mogen rondrijden, was echt speciaal.”
The post “Ik had zo’n dag waarop ik kon blijven rijden”: Yves Lampaert (34) keert zondag terug naar Binche, waar hij in 2018 Belgisch kampioen werd is provided by KW.be.