Eén jaar geleden schreef Ilona Vandenberghe zichzelf in de geschiedenisboeken. Als allereerste marxiste/communiste uit onze provincie legde ze de eed af in het Vlaams parlement. Een gesprek over haar nieuwe leven, de bubbel van de Wetstraat, Trump versus Poetin en de bitsigheid van de politiek.
Een bescheiden rijwoning in een wijk aan de rand van Oostende. Niet het huis dat je zou verwachten van een verkozene des volks. Ilona Vandenberghe, in januari 60 jaar geworden, kijkt verrast als ik het opwerp. “Neen? Wat zou je dan wel verwachten? Misschien dat parlementsleden van andere partijen in grote villa’s wonen, maar wij van de PVDA wonen liefst in volkse buurten. Mijn buren weten dat ik nu in het parlement zit, ze vinden dat ook goed, maar verder wordt er niet te veel over gezegd. Dat moet ook niet.”
Op 9 juni vorig jaar werd Vandenberghe voor het eerst verkozen in het halfrond. Dat heeft haar leven dooreen gegooid, zegt ze. Na een carrière van 35 jaar voor de klas heeft ze het onderwijs vaarwel gezegd. “Ook thuis is er veel veranderd. Mijn man, die ook lesgeeft, moet nu wat meer huishoudelijke taken opnemen. Gelukkig steunt hij mij volledig. Wat vooral weegt, zijn de verre verplaatsingen naar Brussel. Maar goed: ik ben blij dat ik het mag doen. Niet zozeer voor mezelf, maar vooral voor de partij. Eindelijk is het ook hier in onze provincie gelukt.”
Het was derde keer, goede keer voor u. Waarom is deze keer wel gelukt wat in 2014 en 2019 nog niet lukte?
“Omdat we tijd nodig hadden om de partij uit bouwen. Heel wat mensen zijn terecht ontgoocheld in de traditionele partijen en zoeken een alternatief. Vandaag weten ze dat wij dat alternatief zijn, dat wij ergens voor staan, voor consequente linkse standpunten. Ze weten intussen dat onze aanwezigheid in de wijken, aan de fabriekspoorten, geen toeval is, dat we daar áltijd staan. Dat is het verschil geweest. Bij de vorige verkiezingen hadden we deze geloofwaardigheid nog niet.”
Dat Vlaams Belang de grootste partij van onze provincie werd, was dat een domper op de feestvreugde?
“Niet zo, neen. Wij waren vooral heel blij met ons eigen resultaat. Ik denk dat het eerder bij hen een domper was, want hadden zij geen hogere score verwacht? Ja, toch? Dat Vlaams Belang de grootste werd, was trouwens geen verrassing. Ook zij capteren de woede van de mensen die ontgoocheld zijn in de traditionele partijen.”
En ze doen dat blijkbaar toch beter dan jullie. Waar jullie 5 procent haalden, haalden zij 25 procent. Hoe verklaart u dat?
“Het grote verschil is dat zij hun pijlen naar beneden richten. Zij schoppen naar werklozen, zieken en migranten. Misschien klinkt dat makkelijker? Misschien denken sommige mensen dat daar effectief het probleem zit? Maar dat is niet zo. Wij schoppen naar boven, naar de echte verantwoordelijken voor de miserie van de mensen.”
“Het parlement is een heel andere wereld dan het werkveld. Als je zo’n hoog loon hebt, verlies je de voeling met de leefwereld van gewone mensen”
Is ook racisme een verklaring?
“Ik ga niet zeggen dat er geen racisme is, maar dat is volgens mij niet de grootste verklaring. Au fond zijn Vlaams Belang-kiezers vooral ontgoocheld in het beleid. Daarom geloof ik dat wij die mensen kunnen terugwinnen. We moeten met hen gaan praten en uitleggen dat ook Vlaams Belang, als puntje bij paaltje komt, aan de kant van het grootkapitaal staat. Helaas weten veel mensen dat niet.”
Drie maanden na de verkiezingen, eind september, werd de Vlaamse regering gevormd met N-VA, Vooruit en CD&V. Was dat een logische coalitie?
“Ik stel me grote vragen bij de houding van Vooruit – ook federaal trouwens. Wat doet een linkse partij in een rechtse regering? Waarom hebben de mensen voor Vooruit gestemd? Omdat ze goedkopere bustickets en gratis warme maaltijden beloofden. Wat komt er daarvan in huis? Niets. Ik begrijp dat niet. Vooruit zal in zo’n regering bitter weinig kunnen doen voor de werkende klasse.”
Ook hier in Oostende is Vooruit met N-VA in zee gegaan.
“Ik betreur dat. Waarom kijken zij nooit naar ons? Ik vraag mij dat echt af. Samen zouden wij tenminste écht links beleid kunnen voeren.”
Omdat u samen niet genoeg stemmen hebt. Was er wel een andere optie voor deze Vlaamse regering?
“Maar dan nog. Moet je daarom meestappen met een rechtse regering? Laat ons eerlijk zijn: deze Vlaamse regering voert hetzelfde beleid als de vorige. Het is een regering die vooral bezig is met besparingen. Het openbaar vervoer wordt zelfs duurder. Dat is niet wat de kiezers van Vooruit willen. Hoe consequent ben je dan als linkse partij? En dan zwijg ik nog over de federale regering, waar zij meedoen aan een verhaal waar lonen niet meer mogen stijgen, waar mensen langer moeten werken voor minder pensioen, enzovoort. Dit zal Vooruit zuur opbreken, daar ben ik zeker van.”
‘Wij voorkomen erger’, is de verdediging van Vooruit. Zit daar geen punt in?
(blaast) “Ik kijk daar anders naar. Als Vooruit niet zou meedoen, zouden er minder stemmen zijn om deze maatregelen in te voeren. Weet je waarom sommige maatregelen een beetje teruggeschroefd worden? Omdat er zoveel verzet is op straat. Dat heeft niets te maken met Vooruit.”

Laten we eens naar uw werk kijken. U zetelt nu één jaar in het parlement. Lukt het om daar een ‘frisse, linkse zeebries’ te laten waaien, zoals u vooraf beloofde?
“Ik denk dat wel. Wat ik daar wil doen, is de noden en zorgen van gewone mensen op tafel leggen. Dat is al enkele keren goed gelukt. Met het tekort aan plaatsen in het buitengewoon onderwijs bijvoorbeeld. Maar zeker ook met de prijsverhoging voor het volwassenenonderwijs. Wij hebben daar de stem binnengebracht van de tienduizenden kwade cursisten die hierdoor getroffen worden. Dus ja, ik denk wel dat ik daar op mijn plek zit. Maar tegelijk is het belangrijk om met beide voeten op de grond te blijven staan, om je niet te laten isoleren door de bubbel die het parlement ook is. Want dat voel je al snel: dat is een heel andere wereld dan het werkveld. Als je zo’n hoog loon hebt, verlies je de voeling met de leefwereld van gewone mensen.” (PVDA-parlementsleden staan een groot deel van hun loon af aan de partij, red.)
Is dat geen goedkope kritiek? Vindt u echt dat uw collega’s die voeling kwijt zijn?
“Ik ga niet zeggen allemaal, maar sommige wel, ja. Hoe verklaar je anders dat ministers een poetspremie van 1.100 euro krijgen voor hun huishouden? Dat is toch niet normaal? En toch voel je geen urgentie om dat af te schaffen. Dat ze die voeling kwijt zijn, merk je vooral aan de dingen die ze beslissen.”
U was onlangs kwaad op Onderwijsminister Zuhal Demir (N-VA). Zij wil de prijzen voor niet-beroepsgerichte opleidingen in het avondonderwijs verhogen naar 4 euro per uur. Is dat echt onbetaalbaar?
“Ik vind dat veel geld, ja. Vandaag kost dat 1,5 euro per uur. Dat is dus bijna maal drie. Voor een cursus Frans bijvoorbeeld gaat dat van 180 euro naar 480 euro. Mijn mailbox zit vol ongeruste berichten daarover. Veel mensen hebben dat budget niet, dus zij dreigen uitgesloten te worden.”
Het is niet aan de overheid om hobbycursussen te betalen, is de motivatie van Demir.
(windt zich op) “Dat vind ik zo minachtend! Vertel mij eens: iemand die een opleiding Frans wil volgen, bijvoorbeeld om zijn kansen op de arbeidsmarkt te vergroten, is dat een hobby? Los daarvan: bestaat er ook niet zoiets als recht op onderwijs? Waarom zou een gepensioneerde niet levenslang mogen bijleren?”
De vraag is: moet dat op kosten van de overheid?
“En waarom niet? Er zijn andere zaken waarvan ik mij afvraag of ze op kosten van de overheid moeten. Die poetspremie voor ministers bijvoorbeeld.”
Voor opleidingen voor knelpuntberoepen gaan de prijzen wel omlaag. Is dat een goede zaak?
“Dat is positief. Maar het toont wel aan hoe Demir denkt. Alles staat in functie van de arbeidsmarkt. Alles wat gebeurt, moet economisch opleveren.”
“Wat doet een linkse partij in een rechtse regering? Dit zal Vooruit zuur opbreken, daar ben ik zeker van”
U vindt Demir geen stap vooruit tegenover Ben Weyts, haar voorganger?
“Het is te vroeg om dat te zeggen, maar voorlopig zie ik geen vooruitgang, neen. Het grootste probleem in het onderwijs is het tekort aan leerkrachten. Daar zie ik niets bewegen. Of ja, er is één lichtpuntje. Ze wil jonge leerkrachten laten begeleiden door oudere mentoren. Dat staat ook in ons programma. Maar aan de andere kant zien we dat N-VA op federaal vlak morrelt aan de pensioenen van leerkrachten. Dat zal het beroep niet aantrekkelijker maken, integendeel.”
Welke minister verdient tot nu toe wel een pluim?
(denkt na) “Minister Jo Brouns (CD&V). Omdat hij tenminste net en correct omgaat met mensen die een andere politieke mening hebben. Geen sneren, geen bitsigheden. Ik vind dat mooi. Dat is een groot verschil met bijvoorbeeld Zuhal Demir. Waarom zij soms zo bitsig is, ik begrijp dat niet. Agressief zelfs. Andere mensen afsnauwen. Dat heeft mij toch wel verrast. Wat zij ook doet, is mij woorden in de mond leggen die ik nooit heb uitgesproken, en vervolgens blijven beweren dat ik dat gezegd heb. Je kan toch ook op een nette manier van mening verschillen?”
Laten we ook eens vooruitblikken. Op woensdag 25 juni organiseren de vakbonden opnieuw een nationale actiedag. Overbodige vraag wellicht, maar toch: doet u mee?
“Het zal u verrassen, maar neen, jammer genoeg kan ik niet. We gaan immers met de Commissie Onderwijs op werkbezoek naar Engeland. Anders was ik zeker en vast aanwezig. Het is goed dat de mensen op straat blijven komen.”
Vreest u niet dat er ook stakingsmoeheid komt?
“Neen. Wat moet je doen als werkmens als je niet tevreden bent? Het enige wat je kan doen, is op straat komen. De mensen hebben niet gekozen voor langer werken, voor de schrapping van nachtpremies en voor de militarisering die nu bezig is. Dat de regering nu zelfs naar een defensiebudget van vijf procent wil gaan, is gewoon een oorlogsverklaring aan de sociale zekerheid.”
U vindt het fout dat er extra geld in Defensie geïnvesteerd wordt?
“Ja. Er is nooit geld, voor niets, behalve voor het leger blijkbaar. Ik maak mij daar grote zorgen over. Niet alleen omdat het ten koste van de sociale zekerheid zal gaan, maar ook omdat dat het risico op oorlog alleen maar groter maakt. Als je naar vrede streeft, moet je ontwapenen. Want wie wint hier eigenlijk bij? Alleen de wapenfabrikanten.”
Wie boezemt u het meeste schrik in: Poetin of Trump?
“Ze zijn alletwee niet goed bezig. Maar ik zeg toch eerder Trump. Het is Trump die ons in de richting van deze militarisering duwt. Helaas gaat Europa daar helemaal in mee. Wij hebben nu al twee of drie keer zoveel oorlogsmateriaal dan Rusland. Waarom moeten we dat nog opdrijven?”
Dat is een opvallend antwoord. Is het niet Poetin die effectief oorlog voert en duizenden slachtoffers maakt?
“Absoluut, en dat is totaal fout. Ik veroordeel deze oorlog heel erg. Maar Trump … (even stil) Amerika is zijn plek als wereldmacht aan het verliezen. Er zijn andere grootmachten die opkomen, wat trouwens een goede zaak is. Het gevolg is wel dat Trump wild tekeer gaat. Dat boezemt mij angst in.”
The post “Waarom Zuhal Demir zo bitsig is, dat begrijp ik niet”: Ilona Vandenberghe is de eerste West-Vlaamse communiste in het Vlaams parlement is provided by KW.be.