In het Kasteel van Loppem is een bijzonder werk van de Oostendse meester James Ensor opgedoken. Het was collectiebeheerder Benoit Kervyn die de olieverfschets – ter waarde van 15.000 euro – ontdekte. “Het werk hing vroeger in het appartement van Roland van Caloen in Cadzand.”
Eind maart ontdekte Benoit Kervyn in de reserves van het Kasteel van Loppem een intrigerend werkje van 25 cm hoog en 19 cm breed. Al snel viel het oog van de collectiebeheerder op de signatuur rechtsonder. “Het werk is in olieverf met een schildersmes aangebracht op roze karton en draagt de naam Ensor. Na onderzoek kon het Ensor Advisory Committee op 21 mei bevestigen dat het effectief een werk is van de Oostendse kunstenaar James Ensor (1860-1949)”, begint Benoit Kervyn.
Het kleine werkje is getiteld ‘Les colifichets’ of ‘Étoffes’ en dateert uit 1880. “In dat jaar kwam de jonge Ensor – hij is dan 20 jaar – terug uit Brussel, waar hij sinds 17 oktober 1877 aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten had gestudeerd. De resultaten van zijn opleiding waren niet wat hij gehoopt had. Verbitterd en boos keerde hij terug naar zijn ouderlijk huis in Oostende. Daar op de zolder richtte hij een atelier in en begon te experimenteren. Hij verliet zijn donker palet voor heldere kleuren. Geen sprake meer van de academische afgelijnde contouren. Vluchtig tekende hij silhouetten op straat en oefende in het weergeven van alledaagse voorwerpen om hem heen. In slechts een paar penseelstrepen of met schildersmes in zeer precies geplaatste toetsen. De verft mengde Ensor niet op voorhand op zijn palet, maar rechtstreeks op de drager, in dit geval een stuk roze karton. De vluchtige en losse aangebrachte verftoetsen, tot verfklonters toe, zijn frappant. Dit resulteerde in ‘De Oestereetster’ (1882), volgens Emile Verhaeren het eerste impressionistische werk in de Belgische kunstgeschiedenis.”
Snuisterijen
Het werk is abstract, maar er zijn stukken textiel in te herkennen die achteloos neergelegd zijn in een compositie. Vandaar de tweede titel ‘Étoffes’. ‘Les colifichets’, wat zoveel betekent als snuisterijen of waardeloze kleinigheden, is de officiële titel van het werk.
Het werk was eerst eigendom van François Franck (1872-1932). Hij ontmoette Ensor in 1903 in Oostende. De handelsman – hij runde in Antwerpen een bloeiende meubel- en decoratiezaak – koesterde een grote bewondering voor Ensor en was tot aan zijn overlijden een van zijn belangrijkste sponsors. “Hoe het kunstwerkje in Loppem belandde? Op 8 december 1965 dook het werk in een drieluik op in een veiling in het Paleis voor Schone Kunsten in Brussel. Het is in de galerij van Isy Brachot in de Louisalaan in Brussel dat Roland van Caloen (1920-2014) ‘Les colifichets’ zag en het aankocht op 9 maart 1967. Niet voor het kasteel in Loppem, maar voor zijn appartement in Cadzand.”
Verjaardagsgeschenk
De olieverfschets werd tot heden nog nooit tentoongesteld, omdat het bij Roland van Caloen hing. “Wanneer hij Cadzand inruilde voor een woonzorgcentrum, kwam het werkje terecht in de reserves van het Kasteel van Loppem. Het ging een lange winterslaap tegemoet. Nu krijgt ‘Les colifichets’ een permanente opstelling in het kasteel. Een mooi verjaardagsgeschenk, nu we dit jaar vieren dat het kasteel een halve eeuw open is voor het publiek.”
Naast deze Ensorschets, bezit de Stichting Jean van Caloen ook een ets getiteld ‘Vue d’Ostende’ uit 1888 en enkele brieven van de kunstenaar, waaronder een vlammende protestbrief tegen de afgraving van de duinen.
The post Vergeten Ensor ontdekt in Kasteel van Loppem: “Een mooi verjaardagsgeschenk” is provided by KW.be.