Een woning kopen of huren woog in 2024 iets minder door op het gezinsbudget, maar betaalbaar wonen blijft een kopzorg in Vlaanderen. Dat besluit bouwfederatie Embuild Vlaanderen vrijdag uit de tweede editie van zijn Woonbalans.
Knokke-Heist koploper
De sectororganisatie van de bouw berekende voor het onderzoek hoeveel van de inkomsten mensen aan woonlasten moeten besteden. De focus ligt op de nieuwe hypothecaire lening of huur, samen met de energiekosten.
De last ligt het hoogst bij de alleenstaande huurders: meer dan de helft van hun inkomsten gaat naar huur en energie. Zij besteden 53 procent van hun inkomen aan wonen, weliswaar een daling tegenover de 57 procent het jaar voordien.
Bij de tweeverdieners die een woning kopen, de tweede focusgroep van het onderzoek, bedraagt de woonkost meer dan een derde van het inkomen: 35 procent in 2024, tegenover 40 procent in 2023. Maar bijvoorbeeld in 2021 was dat nog 27 procent.
In Knokke-Heist loopt het aandeel met voorsprong het hoogst op: 77 procent. In en rond Gent, Leuven, Antwerpen en de Brusselse rand wordt de 40 procent vaak overschreden. Voor de stad Antwerpen gaat het bijvoorbeeld om 49 procent. Landelijke gemeenten scoren gemiddeld het best met 27 procent. Vaak gaat het om gemeenten in West- en Oost-Vlaanderen en Limburg.
Probleem
De cijfers tonen voor Embuild aan dat betaalbaar wonen een probleem blijft. De lichte verbetering vorig jaar, hoewel huur- en woningprijzen blijven stijgen, is toe te schrijven aan een daling van de energieprijzen en de rente en de stijging van de inkomsten. Zodra de balans boven de 30 procent gaat, kunnen er volgens de organisatie betaalbaarheidsproblemen opduiken.
Embuild ondertekende onlangs een open brief, samen met tientallen andere organisaties uit bijvoorbeeld de brede bouwsector of ook de Gezinsbond, om woningkrapte en betaalbaarheid aan te kaarten.
The post Betaalbaar wonen blijft kopzorg in Vlaanderen: woonkost het hoogst in Knokke-Heist is provided by KW.be.