Zondag trekt het Critérium du Dauphiné Libéré zich in Frankrijk op gang met de top drie van de Tour van vorig jaar aan de start: Tadej Pogacar, Jonas Vingegaard en Remco Evenepoel. Onze landgenoot wordt bij Soudal Quick-Step al sinds zijn profdebuut in 2019 nauw bijgestaan door een West-Vlaamse ploegleider, Klaas Lodewyck. “Remco en ik zijn allebei enorm ambitieus en slechte verliezers.”
Op 3 mei was het dag op dag tien jaar geleden dat Klaas Lodewyck zijn laatste koers als profrenner reed, de slotrit in de Tour de Yorkshire. Hartproblemen noopten hem tot een vroegtijdig einde van zijn carrière. 27 was Lodewyck. “Onlangs heb ik daar nog eens bij stilgestaan, want iemand vroeg me hoelang ik al ploegleider was”, vertelt hij. “Daar moest ik even over nadenken, maar uiteindelijk was het geen moeilijk antwoord. Ik wist perfect in welk jaar ik ben moeten stoppen. Maar daar te veel bij stilstaan probeer ik te vermijden. Ik heb die pagina omgeslagen en heb er vrede mee.”
Op 26 februari 2016 maakte je in Brussel-Opwijk, een interclub voor beloften en elite zonder contract, jouw debuut als ploegleider bij BMC Development Team. Wat herinner je je daar nog van?
“Ik was toch wat nerveus voor mijn eerste koers vanuit de volgwagen, al had ik het geluk met enorm getalenteerde jongens te mogen samenwerken. Die twee seizoenen bij het opleidingsteam zijn een belangrijke ervaring voor mij geweest. De structuur was perfect voor wat ik op dat moment nodig had: jonge gasten iets bijbrengen die willen leren. Ik zal niet zeggen dat het de twee belangrijkste jaren in mijn leven waren, maar ze hebben me wel de bevestiging gegeven dat ik wilde doen wat ik nu doe.”
In de Vuelta van 2017 maakte je bij BMC jouw debuut in de WorldTour en sinds 2019 ben je aan de slag bij Quick-Step. Welke herinnering in die tien jaar steekt er voor jou bovenuit?
“Er zijn heel veel mooie momenten geweest. Ik maakte met Remco de Olympische Spelen mee, zijn wereldtitel, zijn zeges in Luik-Bastenaken-Luik… Maar persoonlijk kies ik voor Remco’s zege enkele dagen na de crash van Fabio Jakobsen in de Ronde van Polen 2020. Dat was de moeilijkste gebeurtenis om als groep te verwerken. Het was ook de moeilijkste rit om aan te vatten. Maar de emotie in de ploeg na afloop was enorm. Het is iets wat me de rest van mijn dagen zal bijblijven.”
Evenepoel heeft al zware valpartijen meegemaakt, zoals in Lombardije. Hoe beleef jij zulke momenten als ploegleider, vanop afstand?
“Aan een valpartij houd je altijd een wrang gevoel over, maar jammer genoeg zitten we op dat vlak in een topsportcultuur waarin je telkens zo snel mogelijk de pagina moet omslaan en de volgende dag opnieuw moet proberen te presteren. Dat geldt voor renners, maar evengoed voor ploegleiders, verzorgers en mecaniciens. Neem nu de crash van Landa in de voorbije Giro. Voor onze ploeg was dat een ramp, maar de dag erna verwachten de zeven andere renners opnieuw een perfecte begeleiding. In deze sport kan je nooit lang bij iets stilstaan.”
Vergelijk eens de debuterende ploegleider Klaas Lodewyck met die van nu.
“Een goeie vraag. Het is moeilijk om zoiets over jezelf te zeggen, maar misschien hamer ik er nu nog meer dan vroeger op mijn beslissing door te drijven. Pas op, ik heb dat al altijd gehad: als ik zeker van mijn stuk ben, kan ik vrij snel een beslissing nemen. Maar nu ben ik minder snel tevreden met een goed compromis. Ik ben alleen tevreden met het allerbeste.”
Hoe kan je aan een leek uitleggen wat de job van ploegleider precies inhoudt?
“Je bent een soort manager. Je moet 30 renners sturen en bent altijd beschikbaar. Je hebt een divers takenpakket en geen vaste werkuren. Zelf ben ik bijna 170 dagen per jaar van huis. Je kan het enkel doen als de koers je passie is.”

Wat is jouw grootste kwaliteit?
“Ik ben waarschijnlijk een goede motivator. In de koers is het niet altijd rozengeur en maneschijn, dus het is noodzakelijk om de renners in en na de koers zo goed mogelijk te begeleiden.”
Is het recente incident tussen journalist Ruben Van Gucht en Remco Evenepoel daar een mooi voorbeeld van? Daarover zei Evenepoel: “De avond zelf heeft het gewoeld in mijn hoofd, maar na een kort gesprek met Klaas Lodewyck heb ik het naast me neer kunnen leggen.”
“Absoluut. Zoals ik daarnet al zei: er staat geen uur op mijn job. Mijn telefoon staat nooit stil, dag en nacht. Voor het thuisfront niet en voor mijn renners niet. Binnen de ploeg ben ik het aanspreekpunt van Remco, Ilan Van Wilder, Ethan Hayter en Pascal Eenkhoorn. Zij weten dat ze mij altijd mogen opbellen.”
“Een goede ploegleider steunt zijn renners als het slecht gaat”, zeiden Gianni Meersman en jij in 2017 in deze krant.
(knikt) “En dat is nog niet veranderd. Als renners goed presteren, moet je hoogstens kleine zaken bijsturen, maar voor de rest laat je hen in hun flow zitten. Je moet je vooral focussen op de jongens die niet presteren en hen blijven motiveren tot ze dat wel weer doen. Dat is niet altijd even evident.”
Ik herinner me dat jij je op het einde van jouw carrière, toen je zelf op de sukkel was, ook een tijdje om Guillaume Van Keirsbulck bekommerd hebt. Typeert zoiets de persoon Klaas Lodewyck?
“Ik had op dat moment niets om handen en Guillaume was een groot talent dat niet het maximum uit zijn carrière gehaald heeft. Ik vond dat niet leuk om te zien en wilde hem helpen. (korte stilte) Zoiets heeft altijd in mij gezeten, denk ik. Als ik terugdenk aan mijn periode als junior en belofte, stel ik vast dat ik toen al vaak de wegkapitein binnen mijn ploeg was.”

Van Keirsbulck is gestopt en sleutelt nu aan auto’s. Zou je graag doen wat hij doet of ben je toch liever ploegleider?
(lacht) “Guillaume is enorm gepassioneerd door wagens en alles waar een motor in zit. Ik zie graag auto’s, maar kan er niet aan werken. Hij doet nu wat hij al altijd het liefst deed. Zelf heb ik altijd gedacht om als kok mijn eigen restaurant te beginnen, maar toen ik tien jaar geleden moest stoppen, was ik nog niet klaar met de koers. Nu kan ik gerust zeggen dat ik meer dan tevreden ben met wat ik doe.”
Je bent aan jouw zevende seizoen bij het huidige Soudal Quick-Step bezig. Als we Quick-Step zeggen, denken we uiteraard luidop aan Patrick Lefevere, ruim 20 jaar de man achter deze ploeg. Hoe ervaar jij het eerste jaar zonder hem?
“Er valt daar weinig over te vertellen. Het is duidelijk dat Patrick zolang zijn stempel op de koers gedrukt heeft en het is een feit dat hij gemist wordt.”
Intussen weet iedereen dat jij binnen de ploeg een van de vertrouwelingen van Remco Evenepoel bent. “Remco apprecieert het dat ik ambitieus en eerlijk ben”, vertelde je eind 2022 in deze krant.
“Ik ben op hetzelfde moment als Remco bij de ploeg gekomen en was zelf nog superjong. Intussen ben ik niet meer zo superjong en Remco wordt er ook niet jonger op. (grijnst) De combinatie werkt dus nog altijd goed. Ik denk te mogen zeggen dat we allebei enorm ambitieus en heel slechte verliezers zijn. Ik moet dat soms wel iets meer wegstoppen dan Remco. Maar we hebben een goeie klik en zolang die er is, moeten we op deze manier voortdoen.”
“Als je er niet in gelooft, moet je er niet zoveel tijd en energie in steken” – Klaas Lodewyck
Hoe heb jij de 18-jarige neoprof zien evolueren tot de renner die hij nu is?
“Remco is alleszins in positieve zin geëvolueerd. Het moment waarop hij prof werd, was verre van evident. De media-aandacht was enorm. Eigenlijk kwam Remco terecht in een wereld waarvoor hij nog te jong was. Hij was 18 jaar en nog een kind. In die zes jaar is hij enorm gegroeid. Hij heeft tegenslagen moeten verwerken. Zijn privéleven is geëvolueerd. Hij heeft een bepaalde verantwoordelijkheid binnen deze maatschappij. Neen, hij is niet alleen als coureur gegroeid.”
De media-aandacht lijkt verstikkend. Hoe gaan jullie daar als ploeg mee om?
“Het is zoals jij het zegt. Vanuit de ploeg proberen we echt te filteren wat er wel of niet gezegd wordt. Er kan zoveel uit de context gehaald worden door mensen die gewoon zitten te wachten om een reactie te geven. Af en toe zitten we daarvoor samen: wat delen we wel mee en wat niet? Als Remco over de finish komt gereden, mag hij zijn tong uitsteken. Dat moet hij niet veranderen. Maar in de aanloop naar een wedstrijd proberen we alles verstandig aan te pakken.”
Vorig jaar werd hij derde in de belangrijkste koers van het jaar. Kan Remco Evenepoel de Ronde van Frankrijk winnen?
“Absoluut. Als je daar niet in gelooft, moet je er niet zoveel tijd en energie in steken.”
Kan Evenepoel de allerbeste Pogacar en de allerbeste Vingegaard verslaan?
“Ja. Daar ben ik van overtuigd.”
The post “Ja, Remco kan Pogi en Vingegaard kloppen”: ploegleider Klaas Lodewyck met Remco Evenepoel in laatste rechte lijn richting Tour is provided by KW.be.