Wat ooit begon als een bescheiden volksfeest met een varkenskoers en een zakkenloop, is vandaag uitgegroeid tot een van de grootste stadsfeesten in Vlaanderen. De Sinksenfeesten zijn een verhaal van groei, verbondenheid en evolutie, waarin traditie en vernieuwing hand in hand gaan. Van authentieke rommelmakt tot beats op het Buda-eiland: de magie van Sinksen is nog lang niet uitgezongen.
Het was 1975. Kortrijk lag te rusten in zijn zondagse kleren, maar in het hoofd van toenmalig schepen Anton Sansen broeide iets nieuws. Het verhaal wil dat Anton Sansen de Sinksenkermis in Marke had bijgewoond en toen gezegd heeft: zoiets wil ik volgend jaar ook in Kortrijk. Op zijn initiatief en onder de vleugels van het Comité voor Initiatief, met klinkende namen als Emmanuël baron de Béthune, Fries Bijttebier en schepen Felix Decabooter, werd dat jaar de eerste editie van de Sinksenfeesten georganiseerd.
Sinksendagen
Een jaar later volgde ‘De Kortrijkse Sinksendagen’, in handen van het pas opgerichte Stedelijk Feestcomité. Een weekend van puur volksvermaak: straattheater, muziekkorpsen, een stoet, oude ambachten, en ja, ook een zakkenloop en varkenskoers. “We wilden iets maken waar iedereen zich thuis in voelde”, zei wijlen Jozef Bouckaert ooit, jarenlang de drijvende kracht achter het evenement. “Geen elitaire kunst, maar warmte op straat.”
En warmte was er. De stad kwam naar buiten. Pleinen en straten werden podia, buren werden feestgenoten. De rommelmarkt – met vlasbewerkers, smeden, mandenvlechters – groeide uit tot een drie kilometer lang lint van nostalgie en ontdekking.
Groei en vernieuwing
In de jaren 80 groeiden de Sinksenfeesten met het enthousiasme van een puber. Wat begon als een dorpsgevoel in een stadse jas, begon zich steeds meer te ontplooien. Het Feestcomité werd Feest in Kortrijk vzw (FIK), onder leiding van Dries Vandenberghe. Zijn aanpak bracht een frisse wind: “We wilden meer zijn dan een optelsom van optredens. Sinksen moest een verhaal vertellen – van Kortrijk, van mensen, van samenleven.”
Er kwam een bewuste mix van professioneel talent en amateurkunst, jong en oud, lokaal en internationaal. De Sinksenfeesten werden een spiegel van de stad zelf: veelzijdig, verrassend en soms een tikkeltje tegendraads. De verkeersvrije binnenstad bleef een troef, maar daarbovenop kwamen nieuwe locaties zoals het Buda-eiland en de Leieboorden. De stad werd het decor, het publiek de hoofdrolspeler.
Stadsfestival
De echte kentering begon echter niet in 2008 of 2009, zoals vaak gedacht, maar iets geleidelijker. Sinksen08 was een testcase, maar in 2009 bleef het programma beperkt tot twee dagen. Ook 2010 telde twee dagen, al ontkiemden daar al nieuwe initiatieven: Vlas Vegas op zaterdag en extra programma in de Vlasmarkt en de Burgemeester Reynaertstraat vanaf vrijdag.
Vanaf 2011 kwam de echte doorbraak met een volwaardig programma op zaterdag, ook ondersteund vanuit de stad. In 2014 volgde de logische volgende stap: een volwaardige Sinksen-vrijdag.
“Vroeger kwamen we voor de koers, nu voor de dans, het straattheater, de foodtrucks”
Een echte mijlpaal kwam er in 2015 met De Grote Verleieding. Voor het eerst werkte de organisatie met een open call, waarbij elke geïnteresseerde partner de kans kreeg om iets te organiseren. Het resultaat? “Meer eigenaarschap, meer creativiteit en vooral: meer stad. Die aanpak zette zich door. Waar er in 2009 nog 21 activiteitenmomenten waren over het hele weekend, waren dat er in recente edities bijna 100 – gespreid over tientallen locaties en organisatoren”, verduidelijkt Merijn D’Hondt, Teamverantwoordelijke dienst evenementen
De bezoekerscijfers bevestigen dat: van enkele duizenden in de beginjaren tot maar liefst meer dan het tienvoudige bezoekers in 2023. Een cijfer dat niet alleen de groei toont, maar ook de nood aan verbondenheid. Exacte cijfers kunnen geen weerspiegeling geven omdat correct tellen gewoon onmogelijk is op een dergelijks stadsfestival.
Duidelijke visie
Wat gebleven is, is het volkse karakter. “Iedereen vindt wel iets naar zijn of haar goesting”, klonk het bij vaste bezoeker Roger (74) vorig jaar nog, die al sinds 1976 geen editie mist. “Vroeger kwamen we voor de koers en de harmonieën. Nu breng ik mijn kleinkinderen mee voor de dans, het straattheater, de foodtrucks.”
Die evolutie is geen toeval. Kortrijk zet in op inclusieve, toegankelijke cultuur – met de Sinksenfeesten als boegbeeld. De slogan ‘Kortrijk aan Culturen’, dit jaar 27 jaar jong, vindt in Sinksen zijn levendigste vertaling.
Er wordt ondertussen ook nagedacht over de internationale uitstraling van het festival. De samenwerking met artiesten uit o.a. Frankrijk, Nederland en zelfs Marokko is daar een eerste stap in. Maar de essentie blijft lokaal geworteld. “Er wordt uiteraard gekeken over de grenzen voor straattheater. Er is ginds een ongelooflijk florerende straattheaterscène die we niet links kunnen laten liggen”, aldus Marnix Theys Coördinator Zuidwest.
Kortrijk leeft
De geur van gebakken vis, het ritme van de djembés aan het station, kinderen op stelten op de Grote Markt, jonge koppels dansend aan de Leie, senioren op zoek naar vinyl op de rommelmarkt… Sinksen is niet zomaar een evenement. Het is een herinnering in wording. Elk jaar opnieuw.
De Sinksenfeesten zijn het bewijs dat cultuur leeft in Kortrijk – niet achter gesloten deuren, maar in volle zon, op straat, tussen mensen. Wat begon met een varkenskoers is uitgegroeid tot een festival waar heel Vlaanderen naar opkijkt. En wie weet wat de volgende 50 jaar brengen?
Zolang het hart van Sinksen blijft kloppen op het ritme van de stad, is Kortrijk klaar voor nog vele danspassen.
Lees ook: Strengere veiligheids- en mobiliteitsmaatregels op Sinksenfeesten in Kortrijk na spikingschandaal
The post “We kijken steeds meer over de grenzen voor inspiratie”: Sinksenfeesten in Kortrijk groeiden uit van volksfeest tot stadsfestival is provided by KW.be.