Na een eerste, ongelukkig leven werd Geoffrey Derieuw haast opnieuw geboren. Naar eigen zeggen niet door z’n eigen talent, maar doordat anderen iets in hem zagen. Jarenlang was hij truckchauffeur. In z’n pauzes peuzelde hij de werken van de groten der wereldliteratuur op. Toen hij op z’n veertigste alsnog z’n middelbaar diploma wou behalen, startte toch nog een academische estafette. Hij behaalde een diploma Toegepaste Taalkunde aan de KULAK, gevolgd door een Master Conferentietolken aan de KU Leuven Campus Brussel en nog een Master – opnieuw aan de KULAK – in de Educatieve Wetenschappen. Vandaag is Geoffrey een gedreven leerkracht Nederlands, Engels en Frans in de derde graad van het VTI van Waregem.
Geoffrey groeide op bij zijn vader en stiefmoeder, nadat zijn ouders scheidden toen hij amper vijf was. Zijn weliswaar getroebleerde maar liefdevolle moeder zag hij voortaan slechts op de eerste en derde zaterdag van elke maand. Het was geen warm nest, met een afstandelijke vader en een stiefmoeder die hardhandig uit de hoek kon komen, fysiek maar ook mentaal.
Geoffrey volgde Latijn-Grieks in het St-Jozefinstituut in Kortrijk, maar de negatieve thuissituatie was een strop rond zijn ontwikkeling op school. De aanhoudende slechte resultaten die daaruit voortvloeiden en de repressieve aanpak waarmee dat thuis geremedieerd werd, versterkten elkaar en zorgden voor een neerwaartse spiraal. Ten einde raad en in kwalijke omstandigheden vluchtte hij naar zijn moeder waar hij vond waar hij zo naar hunkerde: liefde.
De bittere armoede waarin ze leefde, nam hij erbij. Hij was eindelijk thuis. Op school probeerde hij de aangerichte schade nog te herstellen en zijn achterstand in te halen, maar dat bleek een onmogelijke opdracht. Op zeventienjarige leeftijd werd hij een highschool drop-out en bleef hij met de rotsvaste overtuiging zitten dat studeren voor hem simpelweg te hoog gegrepen was.
Na enkele omzwervingen volgde een carrière als vrachtwagenchauffeur, al wil hij het zelf geen carrière noemen. Wanneer Geoffrey op pakweg een nieuwe lading moest wachten, las hij Dostojevski en Proust – de groten der wereldliteratuur. Het licht was er nog steeds, het moest gewoon nog worden aangestoken. Op z’n veertigste klopt hij aan bij het CVO-CREO in Kortrijk. Hij had beslist om toch nog een gooi te doen naar een diploma middelbaar onderwijs.
Tweede leven
“En daar hebben ze iets in mij gezien”, schetst hij het begin van z’n tweede leven. “Twee leerkrachten in het bijzonder, Sally Van Hove en Inge Diesbecq, benadrukten dat mijn resultaten ongezien hoog waren.” De twee leerkrachten waren bang dat Geoffrey, wanneer hij in januari aan het CVO z’n middelbaar diploma behaalde, opnieuw op de reguliere arbeidsmarkt zou terechtkomen.
Ze troffen een regeling met Hogeschool VIVES: Geoffrey zou afwerken wat hij nog moest afwerken aan het CVO en zou tegelijk in januari al starten met een opleiding aan de hogeschool. “Maar daar moest ik in VIVES wel eerst een test voor afleggen. Ik ging mee in de stroom. Dat had tot dan toe positieve resultaten opgeleverd.” Opnieuw scoorde hij uitzonderlijk hoge resultaten. “Ze zeiden me dat ik daar niet thuishoorde. Ik moest naar de universiteit. “Schrijf dat eens op, aub?”, zei ik, want ik dacht bij mezelf: dit gelooft toch niemand?”
Licht aansteken
Geoffrey kreeg een attest waarmee hij aan eender welke universiteit kon beginnen. Hij koos voor de opleiding Toegepaste Taalkunde: Nederlands-Frans-Engels aan KU Leuven KULAK. Daar staken nog enkele helden in dit verhaal het licht aan bij hem. In het bijzonder prof. dr. Lieven D’hulst, gespecialiseerd in de Europese en de Franse literatuur, wordt genoemd. “Hij is echt een monument. Zijn colleges hadden bijna iets sacraals: hoe hij via het zijdeurtje binnenkwam met zijn dik pak losse bladen als voorbereiding. Je hing het hele college aan z’n lippen en zag pas daarna dat we al twintig pagina’s verder waren in de cursus. Ik had altijd veel gelezen, maar pas tijdens zijn colleges begreep ik het ook ten volle.”
En eens het licht aangestoken was, ging het ook niet meer uit. De studie Toegepaste Taalkunde werkte Geoffrey met verve af. Erna trok hij naar de Brusselse afdeling van KU Leuven voor een Master Conferentietolken. Na een gesprek met professor D’hulst begon hij steeds meer te beseffen dat hij gemaakt was voor het lesgeven en dus breide hij er in de KULAK nog een Master in de Educatieve Wetenschappen aan. Het voorlopig laatste hoofdstuk in het verhaal werd geschreven aan het VTI in Waregem. Geoffrey is er sinds z’n studies een gedreven leerkracht Engels, Nederlands en Frans in de derde graad.
KULAK 60 NU
“Dat zoveel bekwame mensen mij hier au sérieux hebben willen nemen, daar hun tijd en expertise en moeite in hebben willen steken… Sommigen hebben mij hier graag gezien, ik heb dat gevoeld. Dat is een brandstof. Daar is geen tegenwind tegen bestand.”
Het zijn de woorden bij z’n portret op de tentoonstelling ‘KULAK 60 NU’. Jelle Vermeersch verbeeldde voor de expo vele mooie verhalen uit de laatste zes decennia op de Kortrijkse campus. Wanneer we Geoffrey zeggen dat hij toch ontiegelijk veel talent heeft, citeert de francofiel Jacques Brel: « Je suis convaincu d’une chose : le talent, ça n’existe pas. Le talent c’est d’avoir l’envie de faire quelque chose. »
“Weet je? De echte helden in dit verhaal zijn de mensen die iets in mij hebben willen zien. Wat er ook in mij moge zitten, het was er nooit uitgekomen en het zou er ook nooit zijn uitgekomen, zonder hen. Mijn parcours is dus in geen geval een mérite. Het is een voorrecht, dat ik dankzij die mensen heb mogen beleven. Zij zijn het die het verdienen om in de krant te staan. (neemt na een hartelijk weerzien de poetshulp erbij, die hij heel goed kent van z’n periode aan de universiteit, red.). Wesley hier heeft ook voor mij gesupporterd en hij werkt nog harder dan mij, hoor! Ik hoef niet in de spotlight te staan.” Wel, voor een keertje mag het toch.
The post Geoffrey (53) maakte bijzondere carrièreswitch van truckchauffeur tot leerkracht: “De mensen die iets in mij hebben willen zien, zijn de helden in dit verhaal” is provided by KW.be.