Karl Vannieuwkerke schrijft elke week een brief. Deze keer richt hij zich tot Ludo Dierckxsens. De voormalige profwielrenner en geliefde wegkapitein werd onwel tijdens de eerste dag van de 1000 km voor Kom op tegen Kanker. Hij overleed ondanks de snelle tussenkomst van de hulpdiensten. Reageren kan via [email protected].
Lieve Ludo,
De realiteit niet onder ogen willen zien, brengt jou niet terug. Toen het eerste bericht over je heengaan vorige donderdag binnenkwam, dacht ik aan een slechte grap of fake news. Toen andere media hetzelfde nieuws aankondigden, kon ik niet anders dan het voor waar aannemen. Het was iets voorbij vijf uur in de namiddag. Ik zat aan mijn bureau, werd stil en bleef stil. De computer ging spontaan in sluimerstand bij gebrek aan actie. Carine, Mauro, de tweeling Xander en Moreno. Zonder man, zonder papa. Van het ene moment op het andere. De hoofdzekering in één keer uit. Je hebt naar verluidt je voeten niet eens meer uit je pedalen mogen klikken. Dat immense hart van je dat het begaf. Een fout op de printplaat, een meedogenloze en onomkeerbare wrede gril van de natuur.
Je hoort het wel vaker, bij sporters en niet-sporters. Mijn grootvader was 47 jaar toen hij voor de ogen van mijn oma nog de woorden ‘Maria’ (haar naam), ‘Eric, Alberic en Nadine’ (de namen van de kinderen) uitsprak en ter plekke neerviel. Mijn vader was zestien jaar, zijn broer en zus nog jonger. Getekend voor het leven. Dat dit jou overkomt, is niet te geloven, Ludo. Je moet bij de 1 procent fitste zestigers van het land hebben behoord. Competitieklaar, verslaafd aan en verliefd op de fiets. Nog altijd. Codagex-ambassadeur zoals niemand anders het kan of nog zal kunnen. Hemelvaartsdag, what’s in a name. Zestig jaar en gestorven op een fiets. Het is de gedroomde dood van iemand die van de fiets zijn leven heeft gemaakt, maar niet op jouw leeftijd. Zes-tig. Ik laat het nog eens tot me doordringen. Niet te vatten.
Je was de goedlachse aanvaller die vaak te vroeg vertrok. De laatste keer helaas veel te vroeg.
Er zijn zoveel mensen die je gaan missen, Ludo. De man met de gulste, breedste en aanstekelijkste lach van het peloton. Gulste, breedste, aanstekelijkste. Het moeten de adjectieven zijn die de voorbije week het vaakst zijn gepasseerd. De goedlachse aanvaller die vaak te vroeg vertrok. De laatste keer helaas veel te vroeg. Onverzettelijkheid is misschien het woord dat nog het beste bij je past. Anders was je je streekgenoot en trainingsmakker Wilfried Peeters nooit gaan halen tijdens Parijs-Roubaix van 2001, de editie die Servais Knaven won. Als je besliste om te rijden, reed je. Dan kon geen kampioen of een zak geld je een halt toe roepen. Je vloog trouwens tijdens dat voorjaar. Dat een kopgroep een week eerder uit de greep van de favorieten bleef in de Ronde van Vlaanderen was vooral jouw verdienste, Ludo. Je beukte op elke helling alsof de aankomst boven lag. In Meerbeke werd je achtste van acht, terwijl je die Ronde had kunnen winnen. Je won op die dag de koers niet, maar wel de harten van honderdduizenden mensen die langs de kant stonden of voor hun televisietoestel zaten.
Ik herinner me dat ik in 1999 bij je langskwam voor een lange documentaire voor Sporza op Zondag. Je was dat jaar Belgisch kampioen geworden, won een Tourrit in Saint-Étienne waar ik vanop de eerste rij getuige van mocht zijn en was een half jaar aan de kant gezet nadat je na die rit in de dopingcaravan iets te naïef had toegegeven je knie behandeld te hebben met Synacthen zonder dat je daar een attest voor had. Je woonde toen in Kasterlee en stelde me voor aan Carine. Ik zag pril liefdesgeluk. De schorsing kon je niet meer raken, het vuur stond in je ogen. Je was dolgelukkig en zou sterker dan ooit terugkeren. Ook al was je toen al vijfendertig. Zes keer was je te gast in Vive le Vélo, Ludo. Evenveel keer onthou ik je dankbaarheid en hartelijkheid. De laatste keer was met je goede vriend Koen Buyse, de frontman van Zornik, met wie je een relatie had waarvoor het woord bromance is uitgevonden. Ik heb te doen met je familie, maar ook met Koen, Ludo. Wat zal hij je missen. Ook het afzien in je wiel en je positieve manier van in het leven staan… Van pistoolschilder bij DAF trucks tot profwielrenner en jarenlang chouchou van het Vlaamse wielerpubliek. Sprookjes bestaan echt. Jammer dat ze niet blijven duren. Rust zacht, Lu.
Warme groeten,

The post Karl Vannieuwkerke schrijft een brief naar Ludo Dierckxsens: “Sprookjes bestaan echt. Jammer dat ze niet blijven duren” is provided by KW.be.