De driedaagse wandelklassieker ‘100 km van Ieper’ moest alle zeilen bijzetten om een onverwachte recordopkomst in goede banen te leiden. Een pak meer dames stond er aan de start en schuwde de lange afstanden niet. “Ik deed 115 km, het is een uit de hand gelopen hobby na corona”, zegt Chantal Verloo (56) uit Wortegem-Petegem.
“We hadden in drie dagen 5.673 deelnemers tijdens deze 53ste editie”, vertelt Jan Durnez, voorzitter van de 100 km van Ieper, internationaal bekend als de In Flanders Fields March.
“Ook voor ons is dit een complete verrassing. De enige andere keer dat we de kaap van 5.000 deelnemers konden overschrijden was in 2014, het begin van de eeuwherdenking van de Eerste Wereldoorlog.” “En dat viel samen met de nationale wandeldag die we organiseerden met andere wandelclubs in Ieper”, benadrukt secretaris Thierry Buseyne.
Het duo achter de 100 km heeft een goed zicht op de cijfers van de voorbije jaren. “We zaten rond de 4.500 voor corona”, blikt Durnez terug. “Het jaar na de pandemie hadden we een dip: 1.000 deelnemers minder. Dat was het beeld bij alle wandelclubs, er zijn toen ook clubs verdwenen.”
Verjonging
“Voor corona was het probleem van de wandelsport het ouder publiek”, duidt Buseyne. “Omwille van de angst haakte dat publiek af in de beginperiode na Covid. Tijdens de pandemie begonnen wel heel wat jonge mensen met de sport en zij blijven wandelen. Ik hoorde van Wandelsport Vlaanderen dat de federatie al meer dan 75.000 leden telt.”
Meer dames
Intussen komen ook de ouderen terug. “Vorig jaar eindigden we op 4.775, beter dan onze tweede beste editie”, aldus Durnez. De dames dragen nu voor een groot stuk bij tot de recordcijfers.
“Bijna twee derde van de voorinschrijvingen waren dames. Dat is een pak meer dan vroeger, erg opvallend. Het zijn geen oudere, maar echt sportieve dames”, weet Buseyne.
“Het langeafstandswandelen zit ook bij hen in de lift en we zien een stijging van leden uit wandelclubs. Deelnemers kunnen hier intussen meer wandelen dan 100 km.”
Ook Chantal zag veel vrouwen onderweg. “In het algemeen nemen vrouwen de overhand in het langeafstandswandelen, dat merk je echt. Hoe het komt? Dat weet ik niet. Dan toch het sterke geslacht? Voor mij is het een uit de hand gelopen hobby sinds de coronatijd. Het is zeer leuk en gezond.”
Minder blaren
“Het was voor heel de ploeg op de toppen van de tenen lopen, maar het is goed gelukt”, zegt Durnez na de finish. “Drie dagen na mekaar, dat maakt het niet evident”, vult Buseyne aan.
“Dit blijft volledig vrijwilligerswerk, maar we slagen erin om voldoende helpende krachten te vinden. We hebben een toffe bende. Nog een evolutie: de wandeluitrusting is moderner, waardoor men veel minder blaren oploopt. Vorig jaar vielen we samen met de Kattenstoet en schakelden we over op donderdag, vrijdag en zaterdag in plaats van vrijdag tot en met zondag. Omdat we in 2027 opnieuw samenvallen met de Kattenstoet houden we deze timing aan.”
“In onze eerste 10 jaar waren wij voor een groot deel een militaire mars”, herinnert Durnez. “We trokken veel bataljons en beroepsmilitairen, ook uit Canada, Duitsland en Engeland. Door Brexit haakten Britten af en na corona bleven vooral de Britse militairen weg. Het blijft wel een internationaal evenement. Ik zag deze week Nederlanders, Duitsers, Fransen en zelfs Australiërs.”
(TP)
The post Wandelrecord in Vlaamse velden, met dank aan de dames: “Dan toch het sterke geslacht?” is provided by KW.be.