29 mei 1985. Een bomvolle bus met voetbalgekke Tieltenaars zet koers richting Heizelstadion in Brussel, waar de Europacup I-finale tussen Juventus Turijn en Liverpool beslecht wordt. Maar wat een voetbalfeest moest worden, ontaardde in een ongeziene nachtmerrie. Onder de 39 doden ook één Tieltenaar: Dirk Daeninckx. 40 jaar na datum blikt Stefaan Ver Eecke, een van zijn meegereisde vrienden, terug op die voor eeuwig verdoemde woensdag in mei. “Het is een mirakel dat wij wél levend uit dat stadion zijn geraakt.”
We schrijven 29 mei 1985. Vijftig voetbalfans uit de omgeving van Tielt maken zich op voor wat hét voetbalfeest van het jaar moet worden: de Europacup I-finale tussen Juventus en Liverpool in het Heizelstadion in Brussel. Onder hen ook een zevenkoppige vriendengroep met Bart en Wim Duthoit, Giovanni Claus, Jacky Vanmaele, Eddy Goudsmedt, Stefaan Ver Eecke en Dirk Daeninckx.
“Stuk voor stuk enorme voetballiefhebbers”, blikt Stefaan (66) terug. “Dé voetbalmatch van het jaar, op een steenworp van onze thuisstad, daar moesten we gewoon bij zijn. Met ons groepje trokken we regelmatig naar grote wedstrijden, zelfs in het buitenland. Zo hadden we in 1984 nog de EK-finale tussen Frankrijk en Spanje bijgewoond in Parijs. Maar altijd als neutrale supporter. Wij gingen voor het voetbal zelf, uit liefde voor het spelletje.”
“De lijken lagen nog langs de ingestorte muur van vak Z toen de finale op gang gefloten werd. Surreëel”
Ook het toenmalige Heizelstadion was voor de groep geen onbekend terrein. “We waren trouwe aanhangers van de Rode Duivels en kenden die plek dus als onze broekzak.”
Hel
Die bewuste woensdag in mei vertrok de bus iets voor 18 uur richting hoofdstad. “De meesten onder ons moesten die dag werken en daardoor waren we maar net op tijd in het stadion. Op de bus heerste een uitgelaten sfeer, we waren klaar om een schitterende voetbalavond te beleven. Niets deed toen vermoeden dat we in de hel zouden terechtkomen.”
Stefaan en de rest van de groep hadden kaartjes voor vak Z. “Daar hadden we destijds 300 frank voor neergeteld (vandaag zou dat iets meer dan 20 euro zijn, red.). Toen we iets voor 19.30 uur in ons vak aankwamen, viel het meteen op dat het vooral door Italiaanse fans bevolkt was. Terwijl vak Z voorbehouden was voor de neutrale – Belgische – voetbalfanaat.”
“Blijkbaar waren veel tickets gewoon doorverkocht. Diehardfans waren het niet, er stonden zelfs veel gezinnen met kinderen tussen, maar pal naast ons vak stond de spionkop van Liverpool opgesteld. En daar waren heel wat sujetten al flink boven hun theewater. Dat hadden we al buiten het stadion gezien, want de grasvelden lagen bezaaid met lege bierflesjes. Dat heeft zeker een invloed op de gebeurtenissen gehad.”

De finale zelf moest om 20.15 uur afgetrapt worden, maar rond 19.30 uur brak de totale chaos uit. “Plots voerden de Liverpoolfans een charge uit. De stenen, die gewoon los in de tribunes van het bouwvallige stadion lagen, vlogen ons om de oren.”
“De terugrit richting West-Vlaanderen was bevreemdend. We hadden net een oorlogstafereel gezien. Eentje dat bijna veertig mensen het leven had gekost. Alleen wisten we dat toen nog niet”
“Ikzelf stond helemaal onderaan het vak en besliste in een reflex om naar boven te lopen. Onderweg heb ik Dirk gekruist: hij maakte, samen met een vriend, de omgekeerde beweging. We hadden allemaal dezelfde gedachte: zo snel mogelijk wegkomen.”
Stefaan kon bovenop een drankstandje klimmen en raakte zo het stadion uit. “Ik heb amper nog achterom gekeken. Op dat moment was het ieder voor zich, je gaat in een soort overlevingsmodus.”

“Samen met een vriend ben ik nog wat rond het stadion blijven zoeken naar onze busgenoten, maar iets voor het einde van de match zijn we naar onze bus gelopen. Daar zag ik onze Tieltse groep druppelsgewijs binnen sijpelen. Maar Dirk keerde niet terug…”
Bevreemdende terugrit
Medio jaren tachtig was er van mobiele telefonie of sociale media nog allesbehalve sprake. “Dat maakte communiceren er niet makkelijker op. We konden niet snel even Dirk bellen, dus vertrokken we weer richting Tielt.”
“Natuurlijk ongerust over Dirk, maar we hoopten dat hij zichzelf in veiligheid had kunnen brengen of in het slechtste geval in een Brussels ziekenhuis was opgenomen. Die rit richting West-Vlaanderen was erg bevreemdend. We hadden net met eigen ogen een oorlogstafereel gezien, eentje dat bijna veertig mensen het leven had gekost. Alleen wisten we dat toen nog niet.”

Pas ’s avonds laat kregen Stefaan en de andere vrienden te horen dat hun voetbalmakker bij de dodelijke slachtoffers zat. “Ik voelde de grond zo onder mijn voeten wegschuiven. Daar hou je toch geen rekening mee? Een onschuldig uitje naar een topmatch, maar je moet er een vriend afgeven. Dat klopte gewoon niet.”
Sindsdien heeft 29 mei elk jaar een bitter randje, geeft Stefaan toe. “Bij die verjaardag speelt de film van die hele dag opnieuw in mijn hoofd. Welke vragen die oproept? Waarom, vooral. En wat als… Dirk was toen 27 jaar, hij stond aan het begin van zijn leven. Zijn echtgenote was toen ook hoogzwanger.”
“Tijdens de recente bekerfinale tussen Club Brugge en Anderlecht zat ik in vak U, de plek waar vroeger vak Z te vinden was. Het deed me iets om daar veertig jaar later effectief terug te staan”
“Achteraf bleek dat hij door een steen was getroffen en daarbij aan het oor gewond was geraakt. Een dodelijke wonde. Hij was nog naar het militair hospitaal van Neder-over-Heembeek overgebracht, maar bleek al op de Heizel overleden te zijn. Onwezenlijk.”
Terug in het stadion
De finale werd uiteindelijk nog gespeeld, al heeft Stefaan daar geen seconde van gezien. “Ik had er echt geen nood aan, al was het volgens mij wel de juiste beslissing. Als de match afgelast zou zijn, zouden er alleen maar nóg meer rellen uitgebroken zijn. De lijken lagen nog langs de ingestorte muur van vak Z toen de finale op gang gefloten werd. Surreëel.”

Ondanks de tragedie heeft Stefaan geen degout aan voetbal. “Ik ben al dertig jaar abonnee bij Club Brugge en was ook aanwezig bij de recent gewonnen bekerfinale tegen Anderlecht. En je raadt nooit waar ik zat: in het huidige vak U, waar vroeger vak Z te vinden was. Ik kan je verzekeren, het deed me wel iets om veertig jaar later daar effectief terug te staan.”
“Ik ben de voorbije jaren vaak in het Koning Boudewijnstadion geweest, maar nog nooit op die exacte plaats waar Dirk het leven heeft gelaten. Net daarom is het belangrijk dat we dit verhaal blijven vertellen. Zodat Dirk en de 38 andere mensen die er gestorven zijn, nooit vergeten worden.”

Jan Verheyen maakt documentaire over drama
VTM zendt vanaf woensdag 4 juni wekelijks een aflevering van de zesdelige docureeks Het Heizeldrama uit. Regisseur Jan Verheyen blikt terug op die noodlottige dag en trok naar 30 locaties in België, het Verenigd Koninkrijk, Zwitserland, Frankrijk en Italië.
De makers troffen de getuigen op een aantal iconische locaties, van de oefenpiste op het dak van het Fiat-gebouw in Turijn tot het legendarische Anfield-stadion in Liverpool.
“Ik heb als jonge twintiger net als zovelen de beelden live gezien op televisie”, aldus de regisseur uit Ruddervoorde (Oostkamp). “Dat heeft een grote indruk op mij gemaakt. Toen de mogelijkheid zich aanbod om daar iets van te maken dat het volledige verhaal kon vertellen – van de beide partijen tot de processen en politieke gevolgen – vond ik dat een geweldige opportuniteit.”
“Als verhalenverteller zag ik een verhaal over helden, zelfopoffering maar ook lafheid en opportunisme. Want je wil weten hoe dit is kunnen gebeuren.” De hele reeks is al integraal te zien op streamingplatform Streamz. (BVB)
The post “Een mirakel dat ik daar levend wegkwam”: Stefaan overleefde 40 jaar geleden het Heizeldrama, maar verloor er een vriend is provided by KW.be.