Cieltje Van Achter was de ‘surprise du chef’ in de Vlaamse regering. Voor het brede publiek is deze minister uit Brussel een nobele onbekende. Wie een pak bekender is, is haar eminente schoonvader: N-VA-stichter Geert Bourgeois. Dat smeekt om een dubbel. Koffie, taart en aardbeien van West-Vlaamse makelij: meer was niet nodig om hen te overtuigen.
“Of ik West-Vlaams spreek? Neen. Ik begrijp het wel. Is dat ook goed?” Cieltje Van Achter (46) lacht breeduit. We hebben afspraak in de villa van onze uitgeverij Roularta Media Group in Roeselare. “Dat heb ik vooral te danken aan de scoutsvrienden van mijn man (Karel Bourgeois, red.). Dat zijn allemaal West-Vlamingen. Elk jaar gaan we op weekend. Als je daar geen West-Vlaams begrijpt, weet je nooit waarover zij praten. Ik heb het dus móéten leren. (lacht) Of een andere anekdote. De eerste keer dat mijn kinderen, echte Brusselaartjes, een kamp deden in Izegem, vroegen ze mij: Spreken ze daar geen Nederlands?” (lacht)
De sfeer is ontspannen. Het is bijna ontwapenend om Geert Bourgeois, doorgaans een voornaam politicus – kwatongen zeggen: een stijve hark –, in een andere rol te zien: die van liefhebbende pater familias. Zijn ogen fonkelen als hij over zijn kroost vertelt. “Als je ouder wordt, wordt de waarde van je familie groter. Ik koester de momenten die wij samen hebben. Helaas zijn deze niet zo talrijk als ik zou willen. Mijn ene zoon woont in Brussel, mijn andere in Deinze. Wij kunnen dus niet, zoals veel andere grootouders, eens snel binnenspringen. Dat is wel een gemis.”
Was het nooit een optie om in West-Vlaanderen te wonen, mevrouw Van Achter?
Van Achter: “Gent is ook West-Vlaanderen, zeker? (lacht) Neen, ik ben een echte stadsmens geworden. Ik ben geboren en getogen in Halle, maar al snel werd ik verliefd op Brussel. Ik heb drukte nodig om mij goed te voelen. Gelukkig ging mijn man akkoord. Wij hebben elkaar leren kennen op het advocatenkantoor in Brussel. Toeval wil dat we daar beiden op dezelfde dag in 2004 van start gingen. En zie: als je alle twee lange dagen klopt, gebeurt er al eens iets. (lacht) Maar ik kom graag naar West-Vlaanderen, hoor. Dankzij mijn schoonouders, die ons dikwijls meenemen op uitstap, heb ik de provincie leren kennen.”
Bourgeois: “Als wij een feestje organiseren, combineren we dat met een culturele uitstap. Zo hebben we onlangs Talbot House in Poperinge gezocht.”
Van Achter: (knikt) “De Westhoek is zo mooi en zo rustgevend. Er zijn ook zoveel unieke adresjes. We hebben daar eens een restaurant gedaan waar ze alles van het varken serveren (’t Hof van Commerce in Stavele, red.). Ik heb daar ook picon leren drinken.”
Bourgeois: “Als je naar de schreve gaat, moet je picon drinken!” (lacht)
Was u verrast dat uw schoondochter minister werd, meneer Bourgeois? Of had u daar zelf een hand in?
Bourgeois: “Ik was compleet verrast – even verrast als toen ze elf jaar geleden zei dat ze de politiek zou ingaan. Ook dat was niet op mijn vraag.”
Van Achter: “Ik was zelf óók verrast toen Bart (De Wever, red.) belde. Ik heb gevochten voor Brussel, zei hij, en ik wil dat jij de bevoegde minister wordt. Ik heb direct ja gezegd, maar ik ben toch even moeten gaan zitten.”
Bourgeois: “Als je Brussel hebt, is Cieltje de evidente keuze. Waarom? (kijkt naar zijn schoondochter) Kan je even je oren sluiten? Cieltje is een heel intelligente dame, meerdere diploma’s, meertalig, sociaal. Ze heeft alle troeven om dit goed te doen. En bovendien is ze een fantastische moeder.”
Zijn er ook valkuilen aan het ministerschap? Voor het gezinsleven bijvoorbeeld?
Bourgeois: “Minister ben je zeven op zeven. Dat is onvermijdelijk. Dus ja, dat vraagt grote opofferingen van iemand. Daarom ben ik blij dat ik vandaag meer tijd heb voor familie en vrienden. Al behoor ik niet tot de politici die zeggen dat ze spijt hebben. Ik denk niet dat ik mijn kinderen verwaarloosd heb.”
Van Achter: “Zeker niet.”
Bourgeois: “Dat Cieltje in Brussel woont, is in deze wel een voordeel. Ik moest elke dag om 5 uur opstaan en was pas ‘s avonds laat weer in Izegem.”
“Ik heb politici meegemaakt die de weg echt kwijt waren toen het ministerschap stopte” – Geert Bourgeois
Van Achter: (knikt) “Klopt. Het zorgt ervoor dat je ‘s ochtends thuis bent bij de kinderen. Maar het is toch zoeken naar een evenwicht, hoor. Gisterenavond kreeg ik om 21.30 uur een bericht van mijn zoon: een foto met de kat op zijn schoot. Dat was een signaal van: Het is tijd om naar huis te komen, mama. En hij had gelijk. Weet je wat belangrijk is? Dat je kan rekenen op een netwerk. Ik zou dit niet kunnen doen zonder de steun van mijn man. Maar ook mijn ouders en schoonouders: dat zijn echt mensen uit de duizend! Zij moeien zich niet, maar ze staan altijd klaar om te helpen.”
Bourgeois: (bijna blozend) “Als ik jonge ministers één tip mag geven: leef onthecht, besef dat het elke dag gedaan kan zijn. Ik heb politici meegemaakt die de weg echt kwijt waren toen het ministerschap stopte. Dat is een grote valkuil. Je moet passie voelen, anders lukt het niet, maar tegelijk onthecht zijn.”

U bent ook bevoegd voor Media, mevrouw Van Achter. Kent u onze krant?
Van Achter: “Ja, en weet je hoe dat komt? Omdat mijn schoonvader een nieuwsjunkie is! Je had niet verwacht dat ik dat woord zou gebruiken, hé, Geert? (lacht) Elk weekend liggen daar stapels kranten op tafel, ook deze krant.”
Bourgeois: “Ik adem politiek en ik blijf dat doen. Ik lees elke dag vier Vlaamse kranten, maar ook The Financial Times, The Economist en nog enkele andere. En ook KW natuurlijk. Ik ben blij dat jullie de omslag hebben gemaakt naar een provinciale krant, onder meer met deze politieke interviews. Vroeger was het toch heel erg gericht op de eigen kerktoren. Ik vind dat de krant sterker is geworden.”
Van Achter: “Ook in Brussel hebben we een eigen weekblad: Bruzz. Lokaal nieuws is sowieso heel belangrijk. We zien dat ook in onze waarderingsmetingen. Lokaal nieuws wordt heel erg gewaardeerd en betrouwbaar geacht.”
Toen u in 2004 voor het eerst minister werd, was u ook bevoegd voor Media, meneer Bourgeois. Mag ik zeggen dat deze wereld totaal veranderd is?
Bourgeois: (knikt) “Het is veel complexer geworden. Waar ging het toen over? Over de competitie tussen VRT en VTM. Vandaag is dat bijna een achterhaald debat. Nu gaat het over streaming, sociale media, enzovoort. Zijn er nog jongeren die lineair kijken?”
“Ik heb schoonouders uit de duizend: ze moeien zich niet, maar zijn altijd beschikbaar” – Cieltje Van Achter
Van Achter: “We hebben hier in Vlaanderen een heel sterk medialandschap. Wist je bijvoorbeeld dat Knokke Off momenteel op één staat op Netflix in Paraguay? Dat zegt iets over de kwaliteit die we hier maken. Dé uitdaging waar we voor staan, is ervoor zorgen dat we die sterke verhalen kunnen blijven maken en dat de Vlaming deze ook te zien krijgt. Dat wil zeggen: streven naar een gelijk speelveld.”
Een belangrijk debat is de leeftijdsgrens voor sociale media. Experten smeken bijna om deze op te trekken naar 16 jaar. Waarom blijft u neen zeggen?
Van Achter: “Omdat er geen wetenschappelijke consensus is over de voordelen van zo’n verbod. Er is wél consensus over inzetten op mediawijsheid, zowel bij kinderen als bij ouders. Je moet tools aanreiken zodat mensen leren omgaan met sociale media. Er is ook consensus dat we vanuit Europa de platformen moeten dwingen om kinderen beter te beschermen. Maar een verbod is te drastisch, vind ik. Sociale media hebben ook positieve effecten.”
Bourgeois: “Dat denk ik ook. Kinderen vergaren kennis op een manier waar wij alleen maar van konden dromen. Het is ook een vorm van sociaal contact. Plus: hoe ga je zo’n verbod in godsnaam handhaven? Kinderen geven nu al een valse leeftijd op. Ga je overal agenten uitsturen? Ook mijn kleinkinderen zijn vaak op hun smartphone bezig, maar even graag doen ze aan sport en spelen ze buiten. Ik sta daar niet zo negatief tegenover. Vooruitgang moet je omarmen, niet afremmen. Wat niet wil zeggen dat ik blind ben voor de gevaren. Zo vind ik het goed dat hun schermtijd beperkt wordt.”
Van Achter: “Wat cruciaal is, is dat je als ouder in gesprek gaat met je kinderen. Wij doen dat thuis ook. Mijn kinderen zijn 11, 13 en 16. Het klopt dat zij dikwijls op hun smartphone bezig zijn, maar geven wij, als ouders, wel het goede voorbeeld? Wij hebben thuis enkele regels: niet aan tafel en niet mee naar bed. Wie is de eerste zondaar? Dat ben ik. Ik kan het niet laten mijn smartphone mee te nemen naar bed.”
U zegt dus sowieso neen, mevrouw Van Achter?
Van Achter: “De regering heeft een studie besteld naar de effecten. We gaan de resultaten daarvan grondig en met een open blik bespreken. Als daaruit zou blijken dat een verbod absoluut nodig is, dan sta ik daarvoor open. Maar dat zal volgens mij niet de conclusie zijn van dat onderzoek.”
Iets anders. U was 22 jaar, toen Geert Bourgeois de N-VA oprichtte. Bent u meteen lid geworden?
Van Achter: “Neen, dat was pas enkele jaren later. Ik heb de beginjaren wel gevolgd, omdat ik aan de universiteit goed bevriend was met Sander Loones. Ik studeerde rechten, maar ook politiek boeide mij heel erg. Weet je wie mij overtuigd heeft om later aan politiek te doen? Niet Geert, maar Ben Weyts. Hij wou mij in 2014 op de Brusselse lijst. Veel moeite heeft hij niet moeten doen. Het kriebelde.”
Hebt u altijd N-VA gestemd?
Van Achter: “Oei, je bedoelt toen ik nog héél jong was? Euhm … (kijkt naar haar schoonvader) Zou ik dat nu zeggen of niet?” (lacht)
Bourgeois: “Ik zwijg.”
Van Achter: “Laat me zeggen dat ik ooit eens gestemd heb zoals mijn ouders. Ik ben opgegroeid in een politiek nest. Lokale politiek weliswaar. Mijn vader was achter de schermen heel geëngageerd voor de lokale CVP. Voilà, nu weet je het.” (lacht)
Vorig jaar bent u gestopt met politiek, meneer Bourgeois. Weet u uw dagen te vullen?
Bourgeois: (protesterend) “Ik ben niet gestopt. Het enige verschil is dat ik geen mandaat meer bekleed. Maar ik blijf politiek ademen en ik blijf actief voor de partij. (denkt na) Ik moet toegeven dat het wennen was. Vergeet niet dat ik bijna vijftig jaar lang een mandaat heb gehad. Maar een zwart gat heb ik niet gekend. Zoals ik zei, maak ik veel tijd voor vrienden en familie. Ik ben ook voorzitter van de raad van bestuur van de Universiteit Gent en ik engageer mij in enkele verenigingen. Ik probeer vooral om zo actief mogelijk te zijn: fysiek én intellectueel.”
Van Achter: “Geert is zo’n wijs en geëngageerd man. Ik teken ervoor om op mijn 73ste dezelfde drive en wijsheid te hebben. Ik herinner me nog goed onze allereerste kennismaking. Dat mag ik vertellen, hé? (lacht) Mijn man wou me meenemen naar hem thuis in Izegem. Mijn ouders zijn toch niet thuis, zei hij. Ze zijn naar het toneel. Maar wat bleek toen we binnenkwamen? Dat ze toch thuis waren. En Geert zei: Kom, we gaan samen iets eten. (lacht) Maar eerlijk: het was een heel gezellige avond. Als je met Geert praat, kan je niet anders dan N-VA’er worden.”
Tot slot: is Cieltje uw echte naam of uw koosnaam?
Van Achter: “Mijn échte naam. Maar inderdaad: het is een bijzondere naam. Het komt van Cecile, de naam van mijn grootmoeder die ook mijn meter was. In mijn schooltijd was dat soms een beetje vervelend, zeker omdat ik de grootste van de klas was. Ik had liever dat ze Ciel zeiden. Vandaag heb ik er vrede mee en zegt iedereen Cieltje. Tenzij er thuis iemand boos is. Als er iemand Ciel roept, dan weet ik hoe laat het is.” (lacht)
The post “West-Vlaams heb ik moeten leren… en picon drinken ook”: exclusief gesprek met Vlaams minister Cieltje Van Achter en schoonvader Geert Bourgeois is provided by KW.be.