Op zaterdag 31 mei het Ostend Beach Rugby Tournament, een rugbytornooi op het strand. Bezieler van het evenement is Christophe Van der Stuyft, voorzitter van Rugby Oostende en één van de nieuwste sportclubs van de stad. “De strijd op het veld en het verbroederen na de match: dat maakt rugby zo uniek.”
“Voor clubs zit het rugbyseizoen erop en kondigen zich rustigere maanden aan. Daarom is het een goed moment om tornooien te organiseren: spelers onderhouden hun conditie, de samenhang tussen de spelers blijft bestaan. We zijn de enige rugbyclub aan de kust, dan zijn we het aan onszelf verplicht om op ons heilige Noordzeestrand een tornooi te organiseren hé. Er zijn ook beachtornooien in het binnenland waar ze zelfs speciaal zand voor laten aanvoeren. Uiteraard zet het tornooi ook onze club in de kijker. We bestaan precies één jaar en dat willen we vieren. Naast wedstrijden (13 en 15.30 uur) zijn er ook gratis initiaties voor het brede publiek (11 en 15 uur). Zo zetten we de rugbysport in de kijker.”
Hoe blik je terug op het eerste seizoen van Rugby Oostende?
“Heel tevreden, wetende dat alles met een simpele oproep op Facebook begon. We strikten meteen 30 leden, ook al was ons seizoen beperkt tot één training in de week. Misschien wel het mooiste is de diversiteit aan spelers: de jongste is 15 jaar, de oudste 48, er zijn ook enkele dames… en toch trainen we allemaal samen. Rugby is ook een sport waarin iedereen, ongeacht lengte, grootte, leeftijd of snelheid, een rol kan vervullen. We wisten ook enkele bekende namen als sponsor aan boord te halen. De dienst Sport ging ook snel in ons verhaal mee, met als resultaat dat we volgend seizoen over een volwaardig rugbyterrein zullen beschikken op sportpark De Schorre. Dat betekent dat we volgend seizoen twee keer per week trainen én ook in competitie zullen treden. We waren al de eerste rugbyclub in Oostende en brengen straks voor het eerst competitierugby naar de stad. Daar ben ik trots op.”
Volgens de wereldrugbybond spelen wereldwijd zo’n 10 miljoen mensen rugby. Toch blijft de sport in België vrij klein. Hoe komt dat?
“In Wallonië is de sport best groot, maar dat komt omdat ze daar onder de Franse invloedssfeer vallen. Op de Franse tv zie je haast wekelijks wedstrijden. En in sommige andere streken, zoals Brussel en Dender, is de sport ook behoorlijk populair. Nu, algemeen beschouwd is rugby in België inderdaad een ‘kleine’ sport, hoewel het mondiaal een sterke groei kent. Het exacte antwoord ken ik niet. Sporten als voetbal, wielrennen, basket en volleybal krijgen van oudsher al makkelijker aandacht, wat automatisch meer interesse genereert. Kijk, onze nationale ploeg speelt in november een kwalificatietornooi voor het wereldkampioenschap van 2027. Als ze zich kunnen plaatsen, krijgt onze sport automatisch meer aandacht. En dan zou je een soort hockeyeffect krijgen: hockey was ook een vrij kleine sport in ons land, tot de nationale ploeg prijzen begon te pakken. Intussen doen we er alles aan om de sport hier aan bekendheid te laten winnen.”
Nochtans lijkt rugby vrij toegankelijk: het enige wat je nodig hebt, zijn voetbalschoenen.
(knipoogt) “Zeg maar: schoenen met noppen. Er wordt zonder bescherming of helm gespeeld, dus de instap is vrij laag. De enige voorwaarde om aan rugby te kunnen doen, is een portie durf. Ik kan en wil rugby niet met andere sporten vergelijken. Op het veld gaat het er hard aan toe en wordt er echt een dikke strijd geleverd, maar na de match vorm je met de tegenstander één geheel. De mentaliteit is compléét anders: het is ondenkbaar om de referee uit te schelden of om met veel maniertjes op het veld te staan. Die unieke sfeer moet iedereen echt ontdekken, en dat kan dus ook bij ons.”
Hoe ben je zelf in de rugbysport beland?
“Ik was ooit een sportieve mens – da’s nu wel een beetje minder (lacht). M’n opa keek veel rugby op BBC en ik vond het als kind al tof om volgen. In m’n jongere jaren speelde ik zelf voetbal, onder meer bij KV en VG Oostende en het cafévoetbal, maar op een gegeven moment was ik de voetbalmentaliteit toch een beetje beu – het vitten, het zagen en klagen… Ik zocht een rugbyclub en de dichtste was toen in Brugge. Niet vergeten: ik was toen al 25 jaar. Als voetballer had ik al de reputatie best hard te zijn en dan paste rugby perfect bij mij. Na m’n spelersjaren werd ik trainer bij de Brugse damesploeg en behaalden we toch mooie resultaten.”
Je bent wel een ondernemend iemand. Zo’n tien jaar geleden stond je zelfs in de wereldberoemde reisgids Lonely Planet.
“Tussen 2000 en 2006 zat ik bij de Landmacht en ging twee keer op missie naar Kosovo. Daarna wou ik graag op mezelf iets beginnen. Mijn papa, Jean, gaf les in de Oostendse hotelschool en wou me helpen. Samen begonnen we in 2009 bistro Mercator, naast Delhaize in de Leopold III-laan. Dat liep heel goed en we wilden ons toespitsen op de meer verfijnde keuken. In de Dwarsstraat openden we dan ook Finess. De start van een heel mooie periode: we stonden meermaals op het foodfestival Ostendaise, kregen goeie recensies en, inderdaad, Lonely Planet pikte ons op. De zaak liep uitstékend, echt. Door privéredenen hebben we toen het restaurant overgelaten. Het blijft een mooi levenshoofdstuk – samen met Rugby Oostende, natuurlijk (lacht).”
Over Lonely Planet gesproken: ben je zelf een reiziger?
“Ik ben een levensgenieter, ja. De Verenigde Staten, Kenia, Cambodja en een groot stuk van Europa: ik reis enorm graag. Ook met ons jonge dochtertje trekken we er graag op uit. De traditie wil dat je met een rugbyclub ook op buitenlandse tournee gaat. Met Brugge gingen we zo al naar Dublin, Londen, Nederland en Italië. De kans bestaat dat we ook met Rugby Oostende op tour gaan. Momenteel ben ik actief als buschauffeur en da’s toch ook altijd een beetje reizen. Maar noem me gerust een Oostendse chauvinist: ik ben een kind van de zee en heb nog altijd een strandcabine. Ik geniet dus evenzeer van m’n eigen streek.”
Bio
Privé: geboren op 13 juli 1981 en opgegroeid in de wijk Westerkwartier. Getrouwd met Anouchka Corveleyn (33) en trotse papa van Rosalie (2).
Opleiding en loopbaan: middelbare studies aan het Koninklijk Atheneum Stene en Ensorinstituut. Ging nadien bij Defensie aan de slag en daarna bij Toerisme Oostende, alvorens in de horeca te stappen. Nu actief als buschauffeur.
Vrije tijd: lekker eten en drinken, brede muzieksmaak, reizen, tijd met het gezin.
The post Op de Mercator met Christophe Van der Stuyft, voorzitter Rugby Oostende: “Rugby heeft een hockeyeffect nodig” is provided by KW.be.