“Mensen zijn meer gefascineerd als je hen een bajonet, een helm of een kapotte veldfles toont in plaats van een potscherf,” vertelt archeologiestudente Phaedra Vanlaere (24), die in Zonnebeke voor het eerst kennismaakt met een WO I-opgraving. Op het terrein van Wienerberger brengt een team momenteel de restanten van de Beckhousehoeve aan het licht: een strategisch bolwerk waar tijdens de Eerste Wereldoorlog zelfs lijf-aan-lijfgevechten plaatsvonden. Wie dit bijzondere stukje geschiedenis wil ontdekken, kan op zaterdag 24 mei deelnemen aan een rondleiding op de site. Lees hier het verhaal van de hoeve.
Het is een beetje zoeken, maar op het terrein van het bedrijf Wienerberger langs de Ieperstraat in Zonnebeke zijn archeologen momenteel op zoek naar restanten van de Beckhousehoeve. Deze boerderij was tijdens de Eerste Wereldoorlog een belangrijk verdedigingsbolwerk dat lang in Duitse handen was.
Voor archeologiestudente Phaedra Vanlaere (24) uit Beernem is het de eerste kennismaking met de Eerste Wereldoorlog, althans in de praktijk. “Mijn ouders wilden in de jaren ’90 beiden archeologie studeren, maar dat werd hen afgeraden omdat het een vak was zonder werkzekerheid. Bij ons thuis is er echter altijd wel een grote liefde geweest voor geschiedenis. Zo hing er een replica van het tapijt van Bayeux (borduurwerk dat de geschiedenis van de Slag bij Hastings toont, nvdr) aan de muur. Bij bezoeken aan musea ontdekte ik al snel de liefde voor persoonlijke, menselijke verhalen. En van de oorlog zijn die er wel, zoals brieven of een helm met een naam erop, persoonlijke objecten die je bijna oog in oog doen staan met de mens uit het verleden. Bovendien zou altijd op een bureau zitten niets voor mij zijn. Momenteel ben ik bezig met mijn masterthesis, wat vooral archief- en bureauwerk is, maar ik ben blij dat ik hier mijn stage kan lopen.”
Musea
“En waarom speciaal WO I? Mijn broer was lang gefascineerd door de geschiedenis van wereldoorlogen. Een gevolg was dat ik als kind heel wat oorlogsmusea van binnen heb gezien. Ik ben dus altijd wel een beetje geboeid geweest door die oorlog. Ik studeer ondertussen al vier jaar archeologie, maar alle stages waaraan ik deelnam, waren verbonden aan de middeleeuwen of aan de Romeinse periode. Het is dus de eerste keer dat ik aan een opgraving deelneem die rond WO I draait. Het grote verschil met andere tijdsperiodes is dat het vondstmateriaal uit de Eerste Wereldoorlog meer tot de verbeelding spreekt. Je staat nog dichter bij de gebeurtenissen die plaatsvonden. Mensen zijn meer gefascineerd als je hen een bajonet, een helm of een kapotte veldfles kunt tonen in plaats van een potscherf. Bovendien is de kans groot om menselijke resten te vinden. Zo vonden we hier al een dijbeen. Dat kun je in theorie wel bestuderen, maar als je dat in de praktijk vindt, is dat toch nog iets anders.”
Even enthousiast als studente Phaedra is archeoloog Maarten Bracke van A&B Archeologie. “We zijn hier pas gestart met werken en dat is altijd een beetje spannend,” aldus de Oost-Vlaamse oudheidkundige. “Het is even geleden dat ik nog iets deed rond WO I, en als ik terugkom naar de Westhoek, is dat voor mij altijd een beetje thuiskomen.”
Bolwerk
Maarten was er jaren geleden ook al bij toen wat verder op het terrein de hoeve Borry Farm werd ontgraven. “We wisten dat ook hier ooit een hoeve lag. Bij het vooronderzoek vonden we al meteen de funderingsresten. Ook ontdekten we de aanzet van een mogelijke bunker. Dit was echt een bolwerk waar zwaar werd gevochten. Er vonden zelfs lijf-aan-lijfgevechten plaats. Dat bewijzen trouwens ook de geweren die we vonden waarbij de bajonet nog op de loop zat. Beckhousehoeve was lang in Duitse handen, maar wisselde een paar keer van kamp. Naarmate de oorlog vorderde, bleven er slechts een paar muurtjes overeind staan, tot ze helemaal verdwenen. Op luchtfoto’s zien we dat de boerderij aan het einde van de oorlog plaats maakte voor een bunker. We zitten hier pal op de Duitse frontlijn; het is een fantastische plek om te werken.”
Jan Vanmeirhaege, manager milieu en vastgoed bij Wienerberger België, beaamt dat laatste, hoewel het voor hem niet uit archeologisch oogpunt is. “Wij halen klei uit de grond die we gebruiken om snelbouwstenen te maken,” aldus Jan. “Dat gebeurt in verschillende fasen: we gaan van oost naar west. Nadien vullen we alles op met niet-verontreinigde grond afkomstig van infrastructuurwerken. Daarna maken we er een nieuw landschap van. Het wordt een nieuw natuurgebied, een soort hellend landschap met bos en open plekken. Bij de Hanebeek komt een nat grasland met poelen voor amfibieën. De poelen verwijzen naar de bomkraters van het vroegere WO I-terrein. Op de beek gaan we bekkens aansluiten die moeten dienen als buffer. Meer naar het westen gaan we de beek verbreden, zodat er een soort meandering ontstaat.”
Archeologiedagen
“We weten sinds het decreet Onroerend Erfgoed dat archeologisch onderzoek verplicht is voorafgaand aan een verstrooiing van de ondergrond. Vooral bij grote bouwwerken en zeker bij ontginningen. Het klopt dat we archeologie genegen zijn. De gegevens van deze opgravingen worden vervat in een document dat wellicht ergens in een schuif verdwijnt. Niemand die binnenkort nog weet wat hier allemaal gevonden wordt. Daarom nemen we deel aan de Archeologiedagen, zodat we omwoners en geïnteresseerden kunnen tonen wat hier allemaal werd gevonden.”
De site bevindt zich op het terrein Wienerberger, aan de Ieperstraat 186 in Zonnebeke. De rondleidingen vinden plaats op zaterdag 24 mei om 11 uur, 13.30 uur en 15 uur. Inschrijven vooraf is verplicht en kan via https://www.eventbrite.be/e/1341734366609. Lees hier wat er verder allemaal op het programma staat op de Archeologiedagen.
The post Ga op de Archeologiedagen op zoek naar de resten van WO I-hoeve Beckhouse in Zonnebeke is provided by KW.be.