Hij is de enige geboren en getogen Roeselarenaar in het Belgische wielerpeloton bij de profs. Verwonderlijk is dit niet want de 24-jarige Cériel Desal kreeg het wielrennen met de paplepel toegediend. Tussen twee wedstrijden door hadden we een leuke babbel met Cériel.
Je komt uit een echte wielrennersfamilie?
Cériel Desal: Dat kun je zeker zeggen. Mijn opa Benoni Beheyt was zes jaar profrenner en werd in 1963 wereldkampioen op de weg bij de profs. Mijn neef Guillaume Van Keirsbulck is ook profrenner geweest en dan weet je dat er bij ons heel veel over wielrennen wordt gepraat.” (Lees verder hieronder)
Privé
Geboren in Roeselare op 20 oktober 1999 en er ook opgegroeid. Cériel is de vriendin van Steffi Vansevenant, zus van wielrenner Mauri. Cériel woont nog thuis in de Noordstraat in Roeselare.
Opleiding en job
Lager onderwijs in de stedelijke basisschool Brugsesteenweg en middelbaar in de Burgerschool. Rondt nu zijn studies Immo en Verzekeringen af aan Vives. Was in 2021 stagair en vanaf 2022 profrenner bij wielerploeg Bingoal Wagner Bazin.
Vrije tijd
Samen zijn met vriendin Steffi, lekker eten in de Saint-Georges (buiten het wielerseizoen).
Je pa Stefaan heeft echter nooit gekoerst?
“Neen, zijn ouders waren daar blijkbaar geen grote voorstander van. Hij vertelt altijd dat zijn pa hem vertelde, toen hij een koersfiets vroeg, dat een wielerploeg hem onmiddellijk een koersfiets zou geven als hij echt goed zou zijn.”
“Maar pa is mijn allereerste supporter. Hij voerde mij overal rond vanaf mijn eerste wedstrijden, hij was mijn eerste mecanicien en onderhield perfect mijn fiets. En hij rijdt op training ook voor als gangmaker met de scooter. Voor een renner is de steun van thuis zeer belangrijk.”
Ook opa Benoni volgt je koersresultaten op de voet?
“Absoluut. Opa is er nu 85, maar komt nog altijd kijken als het niet te ver is. Wist je trouwens dat opa en oma door mij het Spaanse Calpe hebben ontdekt? Toen ik als belofte begon te trainen in Calpe vroeg ik of opa en oma geen zin hadden om mee te gaan. En zo veel jaren later gaan ze nog altijd naar hetzelfde appartement in Calpe. Het vliegtuig nemen in Oostende naar Allicante en dan rustig naar hun flat in Calpe. Dat vind ik leuk voor hen én voor mij.”
Droomde je als kind al van een koerscarrière?
“Eigenlijk wel. Als kind ging ik met opa en oma mee naar de wedstrijden van mijn neef Guillaume en ik smulde van de verhalen die ik hoorde op de koers. Ik was onmiddellijk fan van het koerswereldje en ik wist als negenjarige al dat ik er alles zou aan doen om tot die wereld te behoren.”
“Steffi weet wat het leven van een profrenner inhoudt”
“Op twaalfjarige leeftijd ben ik gestart bij de aspiranten en mijn eerste koersfiets heb ik van opa gekregen. Papa zei dan op een bepaald ogenblik dat ik een nieuwe wedstrijdfiets zou krijgen als ik een top tien plaats zou halen. Dat duurde een tijdje, maar enkele maanden later werd ik achtste in een wedstrijd in Oostkerke-Damme. En een week later stond er een Eddy Merckx-fiets bij ons thuis.”
Was school voor jou slechts bijzaak?
“Zeker niet. Ik vond en vind school zeer belangrijk. Daarom dat ik ook mijn diploma Immo en Verzekeringen aan Vives wil halen. Een wielercarrière duurt niet echt lang en je weet nooit wat er kan gebeuren. Ik was bovendien een laatbloeier in het peloton en het duurde tot mijn tweede jaar bij de juniors vooraleer ik koersen begon te winnen. In 2021 werd ik stagiair en nu ben ik aan mijn vierde seizoen bezig als profrenner. En ik maak nog ieder jaar progressie, maar ooit stopt het.”
Wil je dan in de koers blijven na je carrière?
“Dat weet ik nog niet maar misschien wel. Als ploegleider of als voedingleerdeskundige. Want goede en juiste voeding voor profrenners is ook iets dat mij interesseert. Het is best mogelijk dat ik daarvoor nog een opleiding volg. Profrennen is als Formule 1 geworden. Alle details, hoe klein ook, tellen en voeding is een zeer belangrijk gegeven voor renners. Hoeveel en wat moeten renners eten de dagen voor de wedstrijd, wat eten ze best de dag van de wedstrijd zelf én in de wedstrijd. Maar dat zijn zorgen voor later. Ik wil zo lang mogelijk zelf koersen want ik heb van mijn hobby mijn beroep kunnen maken. Alles wat ik niet kan doen in het seizoen, zie ik niet als een opoffering. Ik ben echt zot van de koers. Ik train graag en rij heel graag wedstrijden, ik bekijk het parcours en de deelnemers van een wedstrijd vooraf op mijn computer en ik analyseer zo veel mogelijk wedstrijden op televisie.”
Je hebt het al gezegd: als renner moet je veel laten?
“Bah ja, in aanloop naar het wielerseizoen en in het seizoen heel zeker. De lastigste periode voor mij is die van de eerste terrasjes en het eerste mooie weer. Een fris pintje of een aperitief is dan uit den boze.”
Dan moet je als renner wel een partner hebben die dat leven begrijpt?
“Gelukkig heb ik dat. Mijn vriendin Steffi is de zus van profrenner Mauri Vansevenant en de dochter van ex-prof Wim Vansevenant. Zij weet dus wat het is om samen te leven met profrenners en zij steunt mij volledig.”
Je bent straks einde contract. Is er al gepraat?
“Nog niet, maar dat is normaal. De ploegleiding praat eerst met de kopmannen en probeert die aan boord te houden. Ik verwacht dat men pas in juni of juli over mijn toekomst zal praten maar ik heb er een goed gevoel over. Ik heb geen moeilijk karakter en ik rij me iedere keer in de kijker. Sponsors hebben graag dat ze lang en veel op televisie komen. En ik ben blij als ik dat kan doen voor hen.”
The post Profrenner Cériel Desal, kleinzoon van wereldkampioen: “Lastigste periode is die van de eerste terrasjes” is provided by KW.be.